2013
Notities aprilconferentie 2013
Juli 2013


Verhalen uit de conferentie

Gehoorzaamheid leren

Uit ‘Door gehoorzaamheid ontvangen we zegeningen’, Liahona, mei 2013, pp. 89–90.

Toen ik opgroeide, woonde mijn familie ’s zomers van begin juli tot begin september in onze vakantiewoning in Vivian Park, in de Provo Canyon (Utah, VS).

Een van mijn beste vrienden in die zorgeloze tijd in de canyon was Danny Larsen. Zijn familie had ook een vakantiewoning in Vivian Park. Elke dag struinde ik met hem door dit jongensparadijs, visten we in de kreek en de rivier, verzamelden we stenen en andere schatten, wandelden, klommen en genoten we elk uur van elke dag.

Op een ochtend besloten Danny en ik dat we die avond met al onze vrienden in de canyon een kampvuur wilden aanleggen. We hoefden alleen maar in een nabijgelegen veld een plek vrij te maken waar we bij elkaar konden komen. Het junigras op het veld was uitgedroogd en prikte, waardoor het veld niet geschikt was voor onze doeleinden. We begonnen aan het hoge gras te trekken, want we wilden een grote cirkel vrijmaken. We trokken en rukten er uit alle macht aan, maar al wat we te pakken kregen, was enkele handen vol hardnekkig onkruid. We wisten dat het op die manier de hele dag zou duren, en onze energie en enthousiasme namen al af.

En toen bedacht mijn achtjarige verstand ineens wat volgens mij de volmaakte oplossing was. Ik zei tegen Danny: ‘We hoeven dit onkruid alleen maar in brand te steken. We branden gewoon een kring in het onkruid!’ Hij stemde daar grif mee in. En ik rende naar ons huisje om wat lucifers te halen.

Mocht er iemand onder u denken dat wij op de jonge leeftijd van acht jaar lucifers mochten gebruiken, dan wil ik het duidelijk maken dat het zowel Danny als mij verboden was om zonder toezicht lucifers te gebruiken. We waren allebei herhaaldelijk gewaarschuwd voor de gevaren van een brand. Maar ik wist waar mijn familie de lucifers bewaarde, en we moesten dat veld ruimen. Zonder er verder over na te denken, rende ik naar ons huisje en greep wat lucifers, ervoor zorgend dat er niemand keek. Ik verborg ze in een van mijn broekzakken.

Ik rende terug naar Danny, opgewonden omdat ik in mijn zak de oplossing voor ons probleem had. Ik herinner me dat ik dacht dat het vuur alleen maar af zou branden wat wij kwijt wilden, en dat het als bij toverslag vanzelf uit zou gaan.

Ik streek een lucifer over een steen en stak het junigras in brand. Het ontstak alsof het in benzine gedrenkt was. Aanvankelijk vonden Danny en ik het geweldig toen we het onkruid zagen verdwijnen. Maar al gauw werd duidelijk dat het vuur niet uit zichzelf uit zou gaan. We raakten in paniek toen we beseften dat niets het tegen kon houden. De dreigende vlammen kropen via het wilde gras de berghelling op en brachten de dennebomen en al het andere op hun pad in gevaar.

Uiteindelijk konden we alleen nog maar wegrennen om hulp te halen. Al gauw renden alle beschikbare mannen en vrouwen in Vivian Park heen en weer met natte zeildoeken zakken en sloegen ze de vlammen neer in een poging om ze te doven. Na enkele uren waren de laatste sintels gedoofd. De eeuwenoude dennebomen waren gered, net als de huisjes die de vlammen uiteindelijk zouden hebben bereikt.

Danny en ik leerden die dag enkele harde maar belangrijke lessen, en het belang van gehoorzaamheid was daarvan niet de minste.

Er zijn regels en wetten om onze fysieke veiligheid zeker te stellen. En zo heeft de Heer ook richtlijnen en geboden gegeven om onze geestelijke veiligheid te waarborgen, zodat we met succes door dit vaak verraderlijke sterfelijke bestaan zouden kunnen navigeren en uiteindelijk bij onze hemelse Vader zouden kunnen terugkeren.