U mag hier niet komen
Bonnie Marshall (Utah, VS)
Mijn man, John, is een grote man. Hij is 1,90 meter lang en weegt meer dan negentig kilo. Hij vond vliegen in de economyklasse ongerieflijk en soms zelfs pijnlijk.
In augustus 2006 werden we op een kerkelijke onderwijszending aan de Brigham Young University–Hawaï geroepen. Toen het tijd was om naar huis te gaan, zagen we tegen de terugvlucht naar het vasteland op. Toen we incheckten, waren we blij om te horen dat er één stoel in de eerste klasse over was, dus ging hij daar zitten. Hij ging in een comfortabele stoel zitten, waar hij genoeg ruimte voor zijn lange benen had.
Halverwege de vlucht ging ik eens kijken hoe het met hem ging. Toen ik naar de eerste klasse liep, hield een stewardess me bij de deuropening tegen.
‘Kan ik u helpen?’ vroeg ze.
‘Ja, ik zou graag even naar mijn man gaan’, antwoordde ik.
‘Het spijt me’, zei ze vriendelijk maar beslist, ‘u mag hier niet komen.’
‘Maar het is mijn man, en ik wil gewoon even naar hem toe.’
Ze bleef voor de deur staan en herhaalde: ‘Het spijt me, maar u mag hier niet komen. Ik kan een boodschap aan uw man doorgeven, en hij mag u wél komen bezoeken. Maar volgens de regels mogen hier alleen eerste-klassepassagiers komen.’
Eerst zette ik nog een stap in haar richting, maar toen ik zag dat ze bleef aanhouden, liep ik stilletjes naar mijn stoel in de economyklasse terug.
Ik dacht aan de drie graden van heerlijkheid die door de profeten in de Schriften genoemd zijn. Er staat dat Christus de mensen in het terrestriale koninkrijk zal bezoeken (zie LV 76:77) en dat dienende engelen de mensen in het telestiale koninkrijk zullen bezoeken (zie LV 76:88), maar dat de mensen in de lagere koninkrijken nooit het celestiale koninkrijk in kunnen (zie LV 76:112; zie ook LV 88:22–24). Toen ik nadacht over wat ik net had meegemaakt, zag ik het als een glimp van hoe de mensen in de lagere koninkrijken zich zouden voelen. Hoe zouden ze zich voelen als er tegen ze werd gezegd: ‘Het spijt me, u mag hier niet komen’?
Ongeveer vijf maanden later overleed mijn man aan kanker. Door wat er in het vliegtuig was gebeurd, ben ik extra gemotiveerd om zó te leven dat ik die woorden nooit meer hoef te horen — tenminste, niet aan de andere kant van de sluier.