De persoon in de spiegel vergeven
Als we ons bekeerd hebben en geloven dat de Heer ons al vergeven heeft, waarom is het soms dan zo moeilijk om onszelf te vergeven?
Eén stap tegelijk verbeteren.
Voor veel mensen in deze tijd is een leven zonder elektrisch licht moeilijk voor te stellen. We kunnen een donkere kamer in één klap fel verlichten door een schakelaar om te zetten. Eenvoudige taken waarmee je nog niet zo lang geleden moest wachten tot de dageraad, of die bij het flakkerende licht van een kaars moesten worden verricht, zijn nu makkelijk uit te voeren met behulp van een uitvinding die helemaal niet zo makkelijk te perfectioneren was.
Thomas Edison werkte er jaren aan en probeerde meer dan duizend verschillende materialen uit voor hij een geschikte draad vond (de dunne draad in de kern van een gloeilamp) die langdurig betaalbaar licht kon geven. Edison was echter een optimist en beschouwde elk materiaal dat niet werkte slechts als een stap tot het vinden van het materiaal dat wél zou werken. En toen hij dat eenmaal had gevonden, was de wereld voorgoed veranderd.
Innerlijk onderzoek
Er zijn talloze andere inspirerende verhalen over sportlieden, denkers, kunstenaars en anderen die in staat waren te leren van hun vergissingen en het bleven proberen. Probeer het, en nog eens, en nog eens, en slaag dan — dat blijven we altijd graag horen. Tenzij we uiteraard zelf de held van dat verhaal zijn.
Wat betreft het onderhouden van de geboden eisen teveel leden onophoudelijke volmaaktheid van zichzelf. Dat is net zoals de verwachting dat je de volgende miljoenenuitvinding doet zonder het oorspronkelijke ontwerp aan te passen, of de hoop dat je een kampioenschap wint zonder dat seizoen ook maar één wedstrijd te verliezen. Als we zondigen en tekortschieten, gebeurt het te vaak dat we onszelf niet vergeven en we het dus niet blijven proberen.
Dieter F. Uchtdorf, tweede raadgever in het Eerste Presidium, heeft gezegd: ‘Als de Heer van ons eist dat we alle mensen vergeven, omvat dat uiteraard ook dat we onszelf vergeven. Soms is van alle mensen in de wereld degene die het moeilijkst te vergeven is — en misschien wel degene die onze vergiffenis het hardst nodig heeft — degene die we in de spiegel zien.’1
Een ommekeer voor de ziel
Maar hoe doen we dat? Als we het leven van Ammon, de profeet uit het Boek van Mormon, bestuderen, kunnen we hier inzicht in krijgen.
Wat Ammon op zijn zending onder de Lamanieten meemaakte, is zowel wonderbaarlijk als inspirerend. Van het verdedigen van de schapen van de koning, het prediken tot koning Lamoni, tot en met het brengen van het evangelie aan een heel volk, blijft Ammons leven en bediening een van de inspirerendste verhalen in de Schriften.
En toch was Ammon niet altijd de rechtschapen, gelovige man die zo krachtig predikte tot de Lamanieten. Hij had vergissingen begaan — ernstige vergissingen. Ammon was een van de zoons van Mosiah en was dus een van degenen die ‘rondging[en om] de kerk te vernietigen en het volk des Heren op het verkeerde pad te brengen, in weerwil van de geboden Gods’ (Mosiah 27:10).
Ammon, zijn broers en Alma de jonge hinderden Gods werk zó erg dat er een engel van de Heer aan hen verscheen die ‘sprak als het ware met de stem des donders, die de aarde waarop zij stonden deed beven’ (Mosiah 27:11) en hen tot bekering riep.
Het is duidelijk dat Ammon ernstige overtredingen had begaan waar hij zich van moest bekeren. En dat deed hij. Maar als hij zichzelf nou eens niet had vergeven? Als hij nou eens niet op zending was gegaan omdat hij meende dat het te laat voor hem was? Had hij dat niet gedaan, dan zou hij niet in staat zijn geweest om zich jaren later met zijn broeders te verheugen over hun succes onder de Lamanieten. ‘Ziet , nu kunnen wij de vruchten van onze arbeid aanschouwen; en zijn ze weinig?’ vroeg Ammon zijn broers. ‘Ik zeg u, neen, het zijn er vele; ja, en wij kunnen van hun oprechtheid getuigen wegens hun liefde jegens hun broeders en ook jegens ons’ (Alma 26:31). Dankzij hun zendingswerk vonden duizenden de waarheid.
Het gevaar van ontmoediging
Zelfs met duidelijke raad van kerkleiders en voorbeelden uit de Schriften menen sommigen onder ons toch dat zij een uitzondering op de verzoening zijn, dat ze reddeloos verloren zijn. Ze slagen er maar niet in om de zware last van hun schuldgevoel van zich af te zetten, zelfs na oprechte bekering. Sommigen geven het misschien helemaal op.
Want waarom zou je telkens maar weer opstaan als je toch weer valt? Althans, dat is wat de tegenstander graag wil dat u denkt. Zo’n denkwijze is niet alleen in geestelijk en emotioneel opzicht verlammend, maar het is bovendien helemaal verkeerd.
In de Schriften staat dat de verzoening van de Heiland oneindig is en er voor iedereen is. ‘Komt toch en laat ons tezamen richten, zegt de Here; al waren uw zonden als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw; al waren zij rood als karmozijn, zij zullen worden als witte wol’ (Jesaja 1:18). We kunnen slagen. We kunnen het opnieuw proberen. En we krijgen bij elke stap hulp van de Heer.
Het is nooit te laat
Ouderling Jeffrey R. Holland van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft heel duidelijk gezegd dat we het niet mogen opgeven. ‘Hoeveel kansen u ook denkt gemist te hebben, hoeveel fouten u ook denkt gemaakt te hebben, of hoezeer u ook denkt dat het u ontbreekt aan talent, of hoever u ook denkt weg te zijn van huis, familie en God, ik getuig tot u dat u niet buiten het bereik van de goddelijke liefde bent. Het is voor u niet mogelijk om verder in de duisternis weg te [zakken] dan het oneindige licht van Christus’ verzoening kan schijnen.’2
Ouderling Holland zegt verder dat we ons moeten concentreren op de goedgunstigheid van God: ‘De geloofsformule is vol te houden, door te gaan en het af te maken, en de eerder geleden pijn — echte of ingebeelde — op te laten gaan in de overvloed van de uiteindelijke beloning.’3
Vol hoop
Hoewel we zonde nooit licht moeten opvatten, is bekering mogelijk. Vergiffenis is mogelijk. De verzoening van de Heiland geeft ons de kans om met een schone lei verder te gaan. Ammon kreeg vergiffenis, en u kunt die ook krijgen.
We kunnen hopen op een zonnigere toekomst. De apostel Paulus heeft gezegd: ‘De God nu der hope vervulle u met louter vreugde en vrede in uw geloof, om overvloedig te zijn in de hoop, door de kracht des Heiligen Geestes’ (Romeinen 15:13).
Door de gave van bekering kunnen wij allemaal weer in onszelf geloven.