Gebeden en kathedralen
De auteur woont in Utah (VS).
‘[Weet] dat u Mijn discipelen bent: als u liefde onder elkaar hebt’ (Johannes 13:35).
Dani keek omhoog maar kon de top van de prachtige kathedraal nog steeds niet zien. Mensen van een andere kerk kwamen hier. Dani snapte niet waarom ze op een vrijdag met het hele gezin naar deze kerk gingen, maar papa zei dat ze een avonddienst gingen bijwonen.
‘Wat doen ze daar dan?’ vroeg Dani.
‘Dat is een dienst waarbij mensen samen zingen, uit de Schriften lezen en bidden’, zei papa. ‘Net als een grote familie aan het einde van de dag.’
Dani kreeg er zin in. Ze waren op vakantie in Engeland. Afgelopen zondag gingen ze naar een wijk in de stad York. In het jeugdwerk kenden alle kinderen dezelfde Schriftteksten en liedjes die Dani ook kende. Ze wist dat de wijk waar ze heengingen deel uitmaakte van Jezus’ ware kerk, net als haar eigen wijk thuis.
Maar deze kathedraal was heel anders dan ze gewend was. Ze zag een tafeltje vol kaarsen. Dani keek toe terwijl een jongen een kaars aanstak.
‘Waarom steek je kaarsen aan?’ vroeg Dani hem.
De jongen glimlachte. ‘Ik steek een kaars aan wanneer ik voor iets speciaals bid. Zolang de vlam brandt, hoop ik dat God het gebed blijft horen.’
Ze zagen er voor Dani als gewone kaarsen uit. Ze was een beetje in de war, maar ze wilde beleefd zijn. Ze glimlachte naar de jongen.
Dani en de rest van het gezin gingen zitten en de avonddienst begon al snel. Ze zag dezelfde jongen een paar rijen verderop. Toen besefte ze dat ze geen van de liederen kende die iedereen zong. Bij het bidden lazen ze uit een klein boekje. Alles leek anders dan wat ze gewend was.
Maar de muziek was prachtig, ook al was ze er niet mee bekend. Toen stond er een man op om uit de Schriften te lezen. Hij droeg een gewaad in plaats van een pak en een stropdas zoals Dani’s bisschop. Maar toen hij begon voor te lezen, herkende Dani het verhaal! Hij las voor over Jezus die de tien melaatsen genas.
‘Papa’, fluisterde Dani, ‘ik vind dat een mooi verhaal.’
Papa glimlachte. ‘Ik ook.’
Toen sprak de man in het gewaad een gebed uit. Hij vroeg God de zieken en behoeftigen te zegenen. Net als Dani dat deed! Hij vroeg ook om een speciale zegen voor leiders van zijn kerk. Dani moest eraan denken dat ze in hun gezin altijd aan hun hemelse Vader vragen om president Thomas S. Monson en zijn raadgevers te zegenen.
Dani kreeg een warm gevoel van binnen. Ze wist dat haar hemelse Vader haar liet weten dat Hij al zijn kinderen liefhad en al hun gebeden hoorde, ook als ze naar een andere kerk gingen en de volheid van het evangelie niet hadden.
Toen ze opstonden om weg te gaan, keek papa op zijn telefoon. Hij keek verdrietig toen hij zijn berichten las. ‘Zuster Monson is overleden’, zei hij.
‘O nee!’ Dani deed stilletjes een schietgebed dat met president Monson alles goed zou gaan.
‘Gaat het wel?’ vroeg iemand. Het was de jongen van daarvoor. Hij had Dani gehoord en leek bezorgd.
‘Zuster Monson is overleden’, zei Dani. ‘Zij was de vrouw van onze profeet, president Monson.’
‘Dat is niet zo leuk’, zei hij medelevend. ‘Ik zal een kaars voor hem aansteken.’
Dani glimlachte en bedankte hem. Ze vond het aardig van de jongen om speciaal voor president Monson te bidden. Ze wist dat onze hemelse Vader haar stille gebed en ook het gebed van de jongen zou horen.