Evangelieparels
Hij is uit de dood verrezen!
David O. McKay is op 8 september 1873 geboren. Hij is op 9 april 1906, op 32-jarige leeftijd, tot apostel geordend en op 9 april 1951 als president van de kerk gesteund. Het volgende is een uittreksel van een toespraak die hij in april 1966 in de algemene conferentie heeft gehouden. Zie Conference Report, april 1966, pp. 55–59 voor de volledige toespraak.
Onwrikbaar geloof in Christus is het belangrijkste wat de wereld vandaag de dag nodig heeft.
Als een wonder bovennatuurlijk is, iets wat het verstand van de mens te boven gaat, dan is de opstanding van Jezus Christus het grootste wonder aller tijden. Daarin worden de almacht van God en de onsterfelijkheid van de mens geopenbaard.
De opstanding is echter in die zin een wonder dat zij het verstand en het begrip van de mens te boven gaat. Voor allen die haar als feit accepteren, is het slechts een manifestatie van een universele levenswet. […]
Stel onomstotelijk vast dat Christus zijn lichaam weer op zich genomen heeft en als een verheerlijkte en herrezen Mens is verschenen, en u beantwoordt de vraag der eeuwen: ‘Als een man gestorven is, zal hij dan weer levend worden?’ (Job 14:14.)
Getuigen van de opstanding
Dat de letterlijke opstanding van Christus uit het graf werkelijkheid was voor de discipelen die Hem goed kenden, is een vaststaand feit. Daar bestond absoluut geen enkele twijfel over. Zij waren getuigen van het feit; zij wisten dat omdat ze het met hun eigen ogen hadden gezien, met hun eigen oren hadden gehoord, en met hun eigen handen het lichaam van de herrezen Verlosser hadden betast.
Toen de elf apostelen destijds bij elkaar waren om te beslissen wie Judas Iskariot zou vervangen, zei Petrus, de hoofdapostel: ‘Het is dus nodig dat een van de mannen […] met ons getuige wordt van Zijn opstanding’ (Handelingen 1:21–22). […]
Bij een andere gelegenheid verklaarde Petrus voor zijn vijanden, dezelfde mannen die Jezus de kruisdood hadden laten sterven: ‘Israëlitische mannen, luister naar deze woorden: […] Deze Jezus heeft God doen opstaan, waarvan wij allen getuigen zijn’ (Handelingen 2:22, 32). […]
Nog meer getuigen
De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen schaart zich aan de zijde van Petrus, van Paulus, van Jakobus en van alle andere vroegere apostelen, voor wie de opstanding niet alleen letterlijk had plaatsgevonden, maar die ze als de bekroning van Christus’ goddelijke bediening op aarde zagen.
Achttienhonderd jaar nadat Jezus aan het kruis was gestorven, verklaarde de profeet Joseph Smith dat de herrezen Heer aan hem verschenen was: ‘[Ik zag] twee Personen, wier glans en heerlijkheid elke beschrijving tarten, boven mij in de lucht staan. Een van Hen sprak tot mij, mij bij de naam noemend, en zei, wijzend op de ander: Dit is mijn geliefde Zoon. Hoor Hem!’ (Geschiedenis van Joseph Smith 1:17.) […]
Als Joseph Smiths getuigenis op zichzelf stond, zou het, zoals Christus van zijn eigen getuigenis zei toen Hij over zichzelf sprak, geen waarde hebben; maar Jezus had Gods getuigenis en dat van de apostelen. En Joseph Smith had andere getuigen [die zijn] getuigenis bevestigden, aan wie de waarheid ervan door de verschijning van de engel Moroni bekend werd gemaakt. […]
[…] De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen verkondigt [ook] het heerlijke visioen van de profeet Joseph Smith:
‘En nu, na de vele getuigenissen die van Hem zijn gegeven, is dit het getuigenis, het laatste van alle, dat wij van Hem geven: dat Hij leeft!’ (LV 76:22.) […]
In het licht van dergelijke onbetwistbare getuigenissen van de apostelen van weleer — getuigenissen die dateren van een paar jaar na de gebeurtenis zelf — in het licht van die geweldige openbaring in dit tijdperk van de levende Christus, lijkt het bijna onbegrijpelijk dat mensen Hem nog steeds verwerpen en de onsterfelijkheid van de mens in twijfel kunnen trekken.
Wat we vandaag de dag nodig hebben
Onwrikbaar geloof in Christus is het belangrijkste wat de wereld vandaag de dag nodig heeft. Het is meer dan slechts een gevoel. Het is macht die tot actie aanzet en die in ieder mensenleven de meest fundamentele motiverende kracht zou moeten zijn. […]
Als de mensen slechts ‘Zijn wil [zouden] doen’, zouden zij, in plaats van hun oog hopeloos op het donkere en droeve graf gericht te houden, naar de hemel opzien en weten dat Christus is herrezen! […]
De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen verklaart tot de hele wereld dat Christus de Zoon van God is, de Verlosser van de wereld! Een ware volgeling kan Hem gewoonweg niet alleen als een groot hervormer, de ideale leraar of zelfs als de enige volmaakte mens zien. De Man uit Galilea is — niet figuurlijk, maar letterlijk — de Zoon van de levende God. […]
Waarlijk wedergeboren
Iedereen die zich oprecht voorneemt de leringen van Jezus de Nazarener in zijn dagelijks leven toe te passen, zal een verandering in zijn hele wezen ervaren. ‘Wedergeboren worden’ heeft een diepere betekenis dan veel mensen eraan hechten. […] Gelukkig de mens die werkelijk de verheffende, veranderende macht heeft gevoeld die komt als men dicht bij de Heiland is, deze verwantschap met de levende Christus. Ik ben dankbaar dat ik weet dat Christus mijn Verlosser is. […]
De boodschap van de opstanding [is] de troostrijkste, de heerlijkste boodschap die ooit tot de mens is gekomen, want wanneer de dood een dierbare bij ons wegneemt, wordt ons bedroefde hart getroost door de hoop en de goddelijke zekerheid die in de volgende woorden tot uiting komen: ‘Hij is hier niet, want Hij is opgewekt.’ [Zie Mattheüs 28:6; Markus 16:6.]
Ik weet met heel mijn ziel dat de dood door Jezus Christus is overwonnen, en dat wij zullen leven omdat onze Verlosser leeft.