2015
Ja, we kunnen en zullen winnen!
Mei 2015


Ja, we kunnen en zullen winnen!

We moeten ons aan ons getuigenis van het evangelie van Jezus Christus vastklampen. Dan zullen we de dagelijkse strijd tegen het kwade winnen.

Geliefde broeders, het stemt me nederig tot u, de dragers van Gods priesterschap in deze tijd, te mogen spreken.

President Thomas S. Monson heeft gezegd:

‘De wereld kan soms een beangstigende plek zijn. Het stelsel van normen en waarden in de samenleving brokkelt razendsnel af. Niemand — jong, oud, of daartussenin — is vrijgesteld van de invloeden die ons kunnen verzwakken en vernietigen. […]

‘Maar we mogen niet wanhopen. […] Wij voeren oorlog […] tegen de zonde. […] Het is een oorlog die we kunnen en zullen winnen. Onze Vader in de hemel heeft ons daartoe de middelen in handen gegeven.’1

Iedereen, jong of oud, raakt dagelijks verwikkeld in de oorlog waarover president Monson gesproken heeft. De vijand en zijn engelen proberen ons af te leiden. Het is hun doel om ons van onze verbonden met de Heer te laten afdwalen, waardoor we ons eeuwig erfgoed uit het oog verliezen. Ze kennen het plan van onze hemelse Vader voor zijn kinderen maar al te goed, want ze waren samen met ons bij de raadsvergadering in de hemel waar het voorgesteld werd. Ze maken gebruik van onze zwakheden en misleiden ons met ‘misten van duisternis […] die de ogen van de mensenkinderen verblinden en hun hart verstokken en hen wegvoeren naar brede wegen, zodat zij omkomen en verloren gaan.’2

Ondanks de tegenstand die we krijgen, is dit, zoals president Monson gezegd heeft, een oorlog die we kunnen en zullen winnen. De Heer vertrouwt op ons vermogen en onze vastberadenheid om dat te doen.

In de Schriften staan ontelbare voorbeelden van mensen die in heel vijandige situaties een oorlog gewonnen hebben. Een van hen was bevelhebber Moroni in het Boek van Mormon. Die opmerkelijke jonge man had de moed om de waarheid te verdedigen in een tijd waarin verdeeldheid en oorlog het bestaan van de hele Nephitische samenleving in gevaar brachten. Moroni vervulde zijn taken uitmuntend, maar bleef toch nederig. Door die eigenschap en andere kwaliteiten werd hij een buitengewoon werktuig in de handen van God. In het boek Alma staat dat als alle mensen zoals Moroni waren geweest ‘dan zouden zelfs de machten der hel voor eeuwig hebben gewankeld; [en] de duivel zou nooit macht hebben over het hart der mensenkinderen.’3 Alle eigenschappen van Moroni kwamen voort uit zijn grote geloof in God en in de Heer Jezus Christus4 en uit zijn vaste voornemen om de stem van God en zijn profeten te volgen.5

Ieder van ons moet als het ware een hedendaagse bevelhebber Moroni worden om de oorlog tegen het kwade te winnen. Ik ken een erg trouwe diaken die in een hedendaagse bevelhebber Moroni veranderde. Hij probeert de raad van zijn ouders en kerkleiders op te volgen en dagelijks worden zijn geloof en vastberadenheid zelfs op die jonge leeftijd beproefd. Hij vertelde me dat hij op een dag in een erg moeilijke en vervelende situatie terechtkwam: zijn vrienden bekeken op hun mobiele telefoons pornografische afbeeldingen. Op dat moment moest deze jongeman beslissen wat het belangrijkste was: zijn populariteit of zijn rechtschapenheid. In de daaropvolgende seconden zei hij moedig tegen zijn vrienden dat wat ze aan het doen waren niet goed was. Hij vertelde hun zelfs dat ze ermee moesten stoppen omdat ze er anders verslaafd aan zouden raken. De meeste klasgenoten spotten met zijn raad en zeiden dat het normaal was en dat er niets mis mee was. Maar een van hen luisterde wél naar zijn raad en besloot ermee te stoppen.

Het voorbeeld van die diaken had een positieve invloed op minstens één klasgenoot. Hij en zijn vriend werden ongetwijfeld uitgelachen en lastiggevallen vanwege die beslissing. Aan de andere kant hadden ze gehoor aan deze aansporing van Alma tot zijn volk gegeven: ‘Gaat weg uit het midden der goddelozen, en zondert u af, en raakt hun onreine dingen niet aan.’6

Het boekje Voor de kracht van de jeugd bevat de volgende raad van het Eerste Presidium aan de jongeren van de kerk: ‘Jij bent verantwoordelijk voor je eigen keuzes. God weet wat er in je leven speelt en zal je helpen om goede keuzes te maken, zelfs als je familie en vrienden hun keuzevrijheid niet goed gebruiken. Heb de morele moed om de wil van God te doen, zelfs als je daar alleen in staat. Zo stel je een voorbeeld dat anderen kunnen volgen.’7

De oorlog tussen goed en kwaad zal ons hele leven blijven woeden aangezien de tegenstander iedereen even ongelukkig wil maken als hij zelf is. Satan en zijn engelen proberen onze gedachten te verduisteren en ons te overmeesteren door ons tot zonde te verleiden. Als dat hun lukt, bezoedelen ze al het goede. Niettemin is het essentieel om te begrijpen dat ze alleen macht over ons hebben als wij dat toestaan.

In de Schriften staan ook voorbeelden van mensen die de tegenstander die toestemming gaven en daardoor uiteindelijk verward of zelfs vernietigd werden, zoals Nehor, Korihor en Sherem. We moeten voor dit gevaar op onze hoede zijn. We mogen onszelf niet laten verwarren door populaire boodschappen die makkelijk door de wereld aanvaard worden en de leer en ware beginselen van het evangelie van Jezus Christus tegenspreken. Veel van die wereldse boodschappen zijn in feite niets meer dan een poging van de samenleving om zonde te rechtvaardigen. We moeten onthouden dat we uiteindelijk allemaal voor Christus zullen staan en naar onze werken geoordeeld zullen worden, of ze nu goed of kwaad zijn.8 Als we met die wereldse boodschappen geconfronteerd worden, hebben we grote moed en een grondige kennis van het plan van onze hemelse Vader nodig om het juiste te kunnen kiezen.

Iedereen kan de kracht ontvangen om het goede te kiezen door tot de Heer te komen, volledig op Hem te vertrouwen en in Hem te geloven. Maar we moeten, zoals in de Schriften staat, ‘een oprecht hart’ en ‘een eerlijke bedoeling’ hebben. Dan zal de Heer in zijn oneindige barmhartigheid ‘de waarheid […] aan [ons] openbaren door de macht van de Heilige Geest. En door de macht van de Heilige Geest [kunnen we] de waarheid van alle dingen kennen.’9

Die kennis van de Heilige Geest is niets meer dan ons getuigenis, dat ons geloof en onze vastberadenheid aandrijft om de leerstellingen van het herstelde evangelie in deze laatste dagen te volgen, ongeacht de populaire boodschappen die we in de wereld horen. Ons getuigenis moet een schild zijn dat ons tegen de brandende pijlen van de tegenstander beschermt als hij ons aanvalt.10 Het leidt ons veilig door de duisternis en verwarring van deze wereld.11

Dat beginsel leerde ik als jonge zendeling. Mijn collega en ik waren in een erg kleine en verafgelegen gemeente van de kerk werkzaam. We probeerden met iedereen in de stad te spreken. We werden vriendelijk ontvangen, maar de mensen vonden het leuk om over de Schriften te discussiëren en vroegen ons om concrete bewijzen voor de waarheid van wat we hun onderwezen.

Ik weet nog dat telkens als mijn collega en ik iemand iets probeerden te bewijzen, de Geest ons verliet en we ons totaal verdwaald en verward voelden. We hadden het gevoel dat we ons getuigenis meer op één lijn moesten brengen met de waarheden van het evangelie waarin we onderwezen. Daarna kwam er telkens als we met ons hele hart getuigden een stille bevestigende kracht van de Heilige Geest die de kamer vulde, en waardoor er geen mogelijkheid tot verwarring of discussie was. Ik kwam erachter dat er geen kwade krachten zijn die de kracht van een oprecht getuigenis van een ware volgeling van Jezus Christus kunnen verwarren, misleiden of ondermijnen.

De Heiland heeft gezegd dat de tegenstander ons als tarwe wil ziften, waardoor we geen goede invloed op de wereld kunnen uitoefenen.12

Geliefde broeders, aangezien een golf van verwarring en twijfel de wereld overspoelt, moeten we ons aan ons getuigenis van het evangelie van Jezus Christus vastklampen. Dan zullen we de waarheid en gerechtigheid veel beter kunnen verdedigen. We zullen de dagelijkse strijd tegen het kwade winnen en in plaats van op het slagveld van het leven te vallen, zullen we anderen tot de normen van de Meester brengen.

Ik nodig iedereen uit om de veiligheid in de leringen in de Schriften te ontdekken. Bevelhebber Moroni bracht zijn geloof in God en zijn getuigenis van de waarheid in overeenstemming met de kennis en wijsheid in de Schriften. Zo vertrouwde hij erop dat hij de zegeningen van de Heer zou ontvangen en als overwinnaar uit de strijd zou komen. Dat gebeurde ook.

Ik nodig iedereen uit om veiligheid in de wijze woorden van onze hedendaagse profeten te ontdekken. President Thomas S. Monson heeft gezegd: ‘Wij die tot het priesterschap van God geordend zijn, kunnen invloed hebben. Wanneer we onze persoonlijke reinheid bewaren en ons priesterschap eren, worden we een rechtschapen voorbeeld dat anderen kunnen volgen [en brengen we] licht in een wereld die steeds duisterder wordt.’13

Ik nodig iedereen uit om op de verdiensten en kracht van de verzoening van Jezus Christus te vertrouwen. Dankzij zijn zoenoffer krijgen we de moed om alle oorlogen in deze tijd te winnen, zelfs in moeilijkheden, beproevingen en verleidingen. Laten we geloven in zijn liefde en macht om ons te redden. Christus heeft zelf gezegd:

‘Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. Niemand komt tot de Vader dan door Mij.’14

‘Ik ben het Licht der wereld; wie Mij volgt, zal beslist niet in de duisternis wandelen, maar zal het licht van het leven hebben.’15

‘Deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat u in Mij vrede zult hebben. In de wereld zult u verdrukking hebben, maar heb goede moed: Ik heb de wereld overwonnen.’16

Ik getuig van deze waarheden in de heilige naam van Jezus Christus. Amen.