Het eeuwig perspectief van het evangelie
Voor beslissingen met eeuwige gevolgen hebben we een eeuwig perspectief nodig.
In een openbaring aan Mozes verklaarde onze hemelse Vader zijn intentie: ‘Want zie, dit is mijn werk en mijn heerlijkheid: de onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mens tot stand te brengen.’1 Volgens die verklaring heeft de Vader het verlangen om iedereen de kans te bieden een volheid van vreugde te ontvangen. In hedendaagse openbaringen staat dat onze hemelse Vader een groot plan van geluk voor al zijn kinderen heeft ontworpen, een bijzonder plan waardoor we bij Hem kunnen terugkeren.
Als we dat plan van geluk begrijpen, krijgen we een eeuwig perspectief, waarmee we de geboden, verordeningen, verbonden en beproevingen oprecht gaan waarderen.
Alma brengt een belangrijk beginsel onder woorden: ‘Daarom gaf God hun geboden, na hun het verlossingsplan te hebben bekendgemaakt.’2
Het is interessant om de volgorde in het leerproces te zien. Onze hemelse Vader onderwees Adam en Eva eerst in het verlossingsplan, waarna Hij ze geboden gaf.
Dat is een belangrijk gegeven. Als mensen het plan begrijpen, is het gemakkelijker om de geboden te onderhouden, betere beslissingen te nemen en de juiste motivatie te hebben.
In de jaren dat ik in de kerk heb gediend, heb ik de toewijding en getrouwheid van kerkleden in verschillende landen gezien, van wie sommigen in politieke, maatschappelijke of economische conflictsituaties leven. Een gemeenschappelijke factor die ik vaak onder die leden heb waargenomen, is het perspectief dat zij van de eeuwigheid hebben. Het eeuwig perspectief van het evangelie leidt ertoe dat we begrijpen welke plek we in Gods plan innemen, dat we moeilijkheden accepteren en daardoor vooruitgang maken, dat we beslissingen nemen en ons leven op ons goddelijk potentieel richten.
Iets in perspectief zien, is ergens vanaf een bepaalde afstand naar kijken. Daardoor kunnen we er waardering voor hebben.
Soms lijkt het wel of we door de bomen het bos niet meer zien. Tenzij we een stap terug nemen, zijn we niet in staat om waardering voor het bos te hebben. Ik was een keer in het Amazonegebied in Leticia (Colombia), vlakbij de grens van Brazilië en Peru. Ik had er geen idee van hoe groot het eigenlijk is, totdat ik eroverheen vloog en het in perspectief zag.
Toen onze kinderen nog klein waren, keken ze op tv vaak naar een kinderkanaal met het programma Wat zie je? Op het scherm was een voorwerp te zien waarop was ingezoomd. De kinderen moesten raden wat het was, terwijl er langzaam werd uitgezoomd. Als het hele voorwerp te zien was, kon je gemakkelijk vaststellen dat het een kat, een plant, een vrucht, enzovoort was.
Ik kan me nog herinneren dat ze een keer naar dat programma keken en iets zagen dat volgens hen van dichtbij heel lelijk was, weerzinwekkend zelfs. Maar zodra er uitgezoomd werd, zagen ze dat het een heerlijke pizza was. Toen vroegen ze me: ‘Papa, wilt u er precies zo één voor ons kopen?’ Toen ze begrepen wat het was, iets wat er eerst onsmakelijk uitzag, bleek het heel aantrekkelijk te zijn.
Ik zal u een ander voorbeeld geven. Bij ons thuis maakten de kinderen graag legpuzzels. We hebben wellicht allemaal weleens een puzzel gemaakt. Sommige puzzels hebben veel kleine stukjes. Ik weet nog dat een van onze kinderen (ik zal zijn naam niet noemen om zijn identiteit te beschermen) zich op de afzonderlijke puzzelstukjes concentreerde. Als een stukje niet op de plek paste die hij in gedachten had, werd hij kwaad. Hij dacht dat het niet goed was en wilde het weggooien. Uiteindelijk kreeg hij het onder de knie toen hij begreep dat elk stukje een plek in het uiteindelijke plaatje innam, ook als hij eerst niet wist waar het in de puzzel paste.
Dat is een manier om het plan van de Heer te bekijken. We hoeven ons niet druk te maken over elk stukje van de puzzel, maar we moeten proberen het hele plaatje te zien, het uiteindelijke resultaat. De Heer weet waar elk stukje hoort, zodat het in zijn plan past. Alle geboden zijn van eeuwig belang in de context van het grote plan van geluk.
Het is uitermate belangrijk dat we niet vanuit een aards perspectief beslissingen met eeuwige gevolgen nemen. Voor beslissingen met eeuwige gevolgen hebben we een eeuwig perspectief nodig.
Ouderling Neal A. Maxwell heeft gezegd: ‘Hoewel we in de hoogste en meest ultieme hoop “verankerd” zijn, zijn bepaalde hoopvolle verwachtingen een andere kwestie. We hopen wellicht op een salarisverhoging, een veelbelovende date, een verkiezingsoverwinning of een groter huis — zaken die al dan niet verwezenlijkt worden. Geloof in het plan van de Vader schenkt ons kracht, ook als die hoopvolle verwachtingen schipbreuk lijden. Hoop houdt ons “gedreven voor [goede zaken] werkzaam”, zelfs als dat verloren zaken lijken te zijn (zie LV 58:27).’3
Als we geen eeuwig perspectief hebben, of het kwijtraken, kunnen onze persoonlijke normen op een aards perspectief gebaseerd zijn. Dan nemen we beslissingen die niet in overeenstemming met de wil van God zijn.
In het Boek van Mormon staat de houding van Nephi en die van Laman en Lemuël beschreven. Ze hadden alle drie vele moeilijkheden en talloze benauwingen doorstaan, maar hun houding verschilde nogal. Nephi zei: ‘En zo groot waren de zegeningen des Heren over ons, dat onze vrouwen, terwijl wij in de wildernis van rauw vlees leefden, overvloedig voor hun kinderen te zogen hadden en sterk waren, ja, even sterk als de mannen; en zij begonnen hun reizen zonder morren te verdragen.’4
Daarentegen klaagden Laman en Lemuël verbitterd. ‘En aldus morden Laman en Lemuël, de oudsten zijnde, tegen hun vader. En zij morden omdat zij geen kennis hadden van de handelwijzen van die God die hen had geschapen.’5 Als wij ‘de handelwijzen van […] God’ niet kennen of negeren, raken we ons eeuwig perspectief kwijt. Morren is slechts een van de symptomen. Hoewel Laman en Lemuël net als Nephi veel wonderen hadden gezien, zeiden ze: ‘En gij zijt als onze vader, die door de dwaze inbeeldingen van zijn hart is misleid; ja, hij heeft ons uit het land Jeruzalem geleid, en wij hebben al deze jaren in de wildernis rondgezworven; en onze vrouwen hebben gezwoegd tijdens hun zwangerschap; en zij hebben kinderen in de wildernis gebaard en alles doorstaan, behalve de dood; en het zou beter zijn geweest als zij waren gestorven alvorens Jeruzalem te verlaten, dan deze ellende te doorstaan.’6
Dat waren twee verschillende zienswijzen, hoewel ze vergelijkbare moeilijkheden en beproevingen hadden doorstaan. Ze hadden kennelijk een ander perspectief.
President Spencer W. Kimball heeft het volgende geschreven: ‘Als wij dit leven zouden zien als ons volledige bestaan, dan zouden de pijn, het verdriet, de mislukking en het korte leven een ramp zijn. Maar zien we het leven als iets eeuwigs dat zich ver uitstrekt van het voorsterfelijke verleden tot in de eeuwige toekomst na de dood, dan kunnen we alle gebeurtenissen in het juiste perspectief zien.’7
Ouderling David B. Haight heeft een verhaal verteld over de beeldhouwer Michelangelo om duidelijk te maken hoe belangrijk het is om alles in het juiste perspectief te zien: ‘Toen de beeldhouwer met een blok marmer bezig was, kwam er elke dag een jongetje langs dat verlegen toekeek. Toen de gedaante van David uit die steen tevoorschijn kwam, om door de hele wereld bewonderd te worden, vroeg het jongetje aan Michelangelo: “Hoe wist u dat hij daarin zat?”’8
Het perspectief waarmee de beeldhouwer dat blok marmer zag, verschilde van het perspectief van het jongetje dat naar zijn werk keek. De mogelijkheden die de kunstenaar in de steen zag, stelden hem in staat om een kunstwerk te creëren.
De Heer weet wat Hij met ieder van ons wil bereiken. Hij weet wat Hij in ons leven wil veranderen. En wij hebben niet het recht om Hem advies te geven. Zijn gedachten zijn hoger dan onze gedachten.9
Ik getuig dat we een liefdevolle, rechtvaardige en barmhartige hemelse Vader hebben die een plan voor ons eeuwige geluk heeft ontworpen. Ik getuig dat Jezus Christus zijn Zoon en de Heiland van de wereld is. Ik weet dat president Thomas S. Monson een profeet van God is. Ik laat deze woorden bij u achter in de naam van Jezus Christus. Amen.