Boodschap van het Eerste Presidium
Geluk voor de mensen van wie we houden
Wij allen wensen de mensen van wie wij houden geluk toe en willen dat zij zo min mogelijk verdriet meemaken. Als we in het Boek van Mormon de verhalen lezen over geluk en verdriet, dan grijpen die ons aan als we aan onze dierbaren denken. Hier volgt een waar verslag van een periode van geluk:
‘En het geschiedde dat er geen twist in het land was wegens de liefde voor God die de mensen in hun hart koesterden.
‘En er was geen afgunst, noch strijd, noch opschudding, noch hoererij, noch leugen, noch moord, noch enigerlei wellust; en er kon stellig geen gelukkiger volk zijn onder alle volken die door de hand Gods waren geschapen.’
En dan lezen we:
‘En wat waren zij gezegend! Want de Heer zegende hen in al hun werken; ja, zij werden gezegend en voorspoedig gemaakt totdat er honderdtien jaar waren verstreken; en het eerste geslacht vanaf Christus was heengegaan en er was geen twist in het gehele land’ (4 Nephi 1:15–16, 18).
Liefdevolle discipelen van Christus bidden en werken om zulke zegeningen voor anderen en voor zichzelf te verkrijgen. Velen van ons weten niet alleen door verhalen uit het Boek van Mormon maar ook uit eigen ervaring dat de gave van geluk binnen ons bereik ligt. We weten dat de route naar geluk duidelijk aangegeven is. We weten ook dat gelukkig blijven niet gemakkelijk is, tenzij de ‘liefde voor God’ in ons hart is, zoals bij de Nephieten na het bezoek van de Heiland.
Die liefde was in hun hart doordat de Nephieten de wet naleefden die dat mogelijk maakte. We vinden de samenvatting van die wet in de avondmaalsgebeden, die met een intense smeekbede tot onze liefdevolle hemelse Vader beginnen. We bidden met geloof in onze persoonlijke Heiland en met grote liefde in ons hart voor Hem. Wij beloven met een oprechte bedoeling dat wij zijn naam op ons nemen, Hem altijd in gedachten houden en al zijn geboden onderhouden. Tenslotte oefenen we geloof dat de Heilige Geest, het derde lid van de Godheid, altijd bij ons zal zijn en in ons hart van de Vader en zijn geliefde Zoon zal getuigen. (Zie LV 20:77, 79.)
Door het gezelschap van de Heilige Geest kan ons hart veranderen, zodat we de liefde van onze hemelse Vader en de Heer, Jezus Christus, willen verwelkomen. De manier waarop we de liefde van God in ons hart kunnen ontvangen, is eenvoudig. En de manier waarop we die kwijt kunnen raken ook. Iemand kan bijvoorbeeld kiezen om minder vaak tot onze hemelse Vader te bidden of geen volledige tiende te betalen of zich niet meer aan het woord van God te vergasten of de armen en behoeftigen te negeren.
Iedere keuze om de geboden van de Heer niet te onderhouden, kan ertoe leiden dat de Geest zich uit ons hart terugtrekt. Met dat verlies wordt ons geluk ook minder.
Het geluk dat we onze dierbaren toewensen, hangt van hun keuzen af. Hoeveel we ook van een kind, een onderzoeker of onze vrienden houden, we kunnen hen niet dwingen om de geboden te onderhouden zodat de Heilige Geest ze kan raken en hun hart veranderen.
Dus het beste wat we kunnen doen, is hen die we liefhebben helpen om zelf over hun keuzen te waken. Alma gaf een uitnodiging die we misschien kunnen gebruiken:
‘[…] dat gij u voor het aangezicht des Heren verootmoedigt en zijn heilige naam aanroept en voortdurend waakt en bidt dat gij niet zult worden verzocht boven hetgeen gij kunt verdragen, en aldus door de Heilige Geest zult worden geleid, en ootmoedig wordt, zachtmoedig, onderworpen, geduldig, vol liefde en lankmoedigheid;
‘met geloof in de Heer; met de hoop dat gij het eeuwige leven zult ontvangen; met de liefde voor God altijd in uw hart, opdat gij ten laatsten dage zult worden verhoogd en zult ingaan tot zijn rust’ (Alma 13:28–29).
Ik bid dat zij die u liefhebt een geïnspireerde uitnodiging aannemen om het pad naar blijvend geluk te kiezen.