2016
Geopenbaarde waarheden over het aardse leven
Januari 2016


Geopenbaarde waarheden over het aardse leven

Naar de toespraak ‘The Realities of Mortality’, gehouden op woensdag 19 februari 2013 tijdens een devotional aan de Brigham Young University–Idaho. Zie voor de volledige toespraak (in het Engels) web.byui.edu/devotionalsandspeeches.

Laten we de illusies van de voorschriften van mensen terzijde schuiven en ons aan de geopenbaarde waarheden van God vasthouden, zodat onze levensreis overvloedig en werkelijk is.

Portrait photograph of a young adult woman.  She is wearing a red sweater.

Iedereen wordt in unieke omstandigheden op aarde geplaatst. We zijn weliswaar uniek, maar de Heer heeft wel waarheden over de doeleinden van het aardse leven geopenbaard die voor ons allemaal opgaan. Hij heeft die waarheden aan onze eerste ouders, Adam en Eva, bekendgemaakt en ze in deze tijd bevestigd.

Ik noem ze de ‘waarheden over het aardse leven’. Als we de overvloedigste zegeningen en voordelen uit onze tijd op aarde willen halen, zullen we die geopenbaarde waarheden moeten begrijpen en onderschrijven. Begrijpen we ze niet of, erger nog, gaan we er bewust aan voorbij, dan zullen we onze tijd op aarde verkeerd besteden, onbenut laten en mogelijk volkomen verspillen.

Het volstaat niet om eenvoudigweg naar de aarde te komen, een sterfelijk lichaam te ontvangen en je leven hier uit te zitten. Willen we profijt van onze tijd hier hebben, dan moeten we de door God vastgestelde doeleinden van het aardse leven nastreven en ondervinden — volledig en van ganser harte — en ons niet door interessante, gerieflijke en genoeglijke zaken laten afleiden.

Toen Adam en Eva uit de hof van Eden verdreven werden, stapten ze een sterfelijke wereld binnen. De Heer bereidde hen op hun aardse levensfase voor door ze over de omstandigheden die ze zouden doormaken in te lichten. Ik wil drie van die omstandigheden of waarheden bespreken.

Vergeet daarbij niet dat veel voorsterfelijke geesten geen stoffelijk lichaam kregen omdat ze hun eerste staat niet behouden hadden.1 Zij zijn erop gebrand ons de volheid van het aardse leven te ontnemen. Zij willen ons ervaringen weerhouden die tot ons eeuwige geluk leiden.

Waarheid nummer 1: Door te werken, ontwikkelen we de capaciteiten en eigenschappen die voor het eeuwige leven cruciaal zijn.

God heeft tegen Adam gezegd: ‘In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten, totdat gij tot de grond wederkeert’ (Mozes 4:25; zie ook Genesis 3:19). Sommigen zien de woorden van de Heer als een vloek over Adam en zijn nakomelingen omdat hij van de verboden vrucht genomen had. Ik versta die woorden echter als die van een liefdevolle Vader die aan een jonge en onervaren zoon de omstandigheden in de gevallen, sterfelijke wereld uiteenzet, waarin de zoon weldra zal vertoeven.

Net zoals een aardse vader zijn zoon die uit huis gaat daarop voorbereidt, bereidde de Vader de eerste mens voor om op eigen benen te staan. Hij legde uit dat werken een nieuwe realiteit was — iets dat bij het aardse leven hoort.

Onze hemelse Vader wist dat Adam en Eva zich spoedig tegen de elementen en de aarde zelf moesten weren. In tegenstelling tot hun leven in de hof van Eden, waar in alles voor hen voorzien werd, zou het aardse leven lichamelijke en geestelijke inspanning, zweet, geduld en volharding vergen om in leven te blijven.

Leren werken — ons verstand, ons lichaam en onze geest oefenen en disciplineren door ons in te spannen, iets voort te brengen, iets tot stand te brengen en vooruitgang te maken — is een fundamentele waarheid in ieders aardse leven. Dat is een van de manieren waarop we op God gaan lijken en zijn doeleinden op aarde verwezenlijken. Onze hemelse Vader, Jezus Christus en de Heilige Geest werken allemaal. Hun werk en hun heerlijkheid is ‘de onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mens tot stand te brengen’ (Mozes 1:39). De realiteit is dat er zonder werken geen sprake van heerlijkheid kan zijn.

Een van de voornaamste redenen waarom wij moeten werken, is om in het onderhoud van ons gezin te voorzien. In ‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’ wordt ‘voorzien in de levensbehoeften’ als een van de drie specifieke taken van de man genoemd.2 Een man die weet hoe hij moet werken en hoe hij in zijn eigen onderhoud voorziet, ontwikkelt het zelfvertrouwen dat hij een huwelijk aan kan gaan en voor zijn vrouw en kinderen kan zorgen.

Bisschop H. David Burton, voormalig presiderende bisschop van de kerk, heeft gezegd: ‘Werken — eerlijk en productief werk doen — geeft een gevoel van bevrediging en eigenwaarde. Als wij al het mogelijke hebben gedaan om zelfredzaam te zijn en in onze eigen behoeften en die van onze gezinsleden te voorzien, kunnen we ons vol vertrouwen tot de Heer wenden en vragen om wat ons nog ontbreekt.’3

Satan ligt altijd op de loer om de doeleinden van God te dwarsbomen en afbreuk aan ons aardse leven te doen. De tegenstander ondermijnt het belang dat de Vader aan werken hecht, door velen in deze tijd ervan te overtuigen dat je in dit leven werk vooral moet zien te mijden. In de huidige maatschappij zoeken veel mensen naar een goedbetaalde baan waarvoor je maar weinig hoeft te doen, naar lucratieve investeringen of frauduleuze praktijken die geen inspanning vereisen, en programma’s die betalen voor wat ze willen zonder er zelf iets aan bij te dragen. Sommigen leven bij voorkeur van geleend geld zonder de intentie het terug te betalen of ervoor te werken. Ze willen niet werken, budgetteren en sparen voordat ze geld uitgeven. Kerkleiders hebben de raad gegeven dat we moeten werken voor wat we verkrijgen en dat we er goed aan doen ‘leningen [te mijden], behalve voor onze meest essentiële behoeften’.4

Nog een geniepige tactiek die de tegenstander in deze generatie aanwendt, is de natuurlijke ambitie van mannen om te werken en te presteren op een virtueel dwaalspoor te zetten. God heeft in jongemannen het verlangen geplant om te concurreren en te presteren, met de bedoeling dat ze die ambitie aanwenden om een goede kostwinner voor een gezin te worden. In onze jeugd kan deze ambitie voor academische, sportieve of andere doelen aangewend worden om doorzettingsvermogen, discipline en werklust aan te leren. Satan buigt die ambitie echter subtiel om naar een virtuele wereld van videospelletjes die tijd en ambitie opslokken en tot verslaving leiden.

Hoe intensief je ook een videospelletje speelt, virtueel werk kan je nooit de voldoening schenken die echt werken met zich meebrengt. Echt werken vraagt om inzet, volharding, geduld en discipline om zinvolle kennis op te doen, nuttig werk te verrichten of een moeilijk doel te verwezenlijken.

Als we in ons aardse leven niet leren werken, zullen we ons volledige potentieel en geluk in dit leven niet verwezenlijken. Evenmin zullen we de capaciteiten en eigenschappen ontwikkelen die voor het eeuwige leven cruciaal zijn.

Waarheid nummer 2: Door een eeuwig huwelijk kunnen wij alle zegeningen verkrijgen die onze hemelse Vader ons geven wil.

A young couple talking together.

De Heer heeft in de eed en het verbond van het priesterschap beloofd:

‘Wie ook getrouw zijn zodat zij deze twee priesterschappen, waarvan Ik heb gesproken, verkrijgen […], worden […] het nageslacht van Abraham, en de kerk en het koninkrijk, en de uitverkorenen Gods.

‘En ook: allen die dit priesterschap ontvangen, ontvangen Mij, zegt de Heer;

‘[…] Wie Mij ontvangt, ontvangt mijn Vader;

‘en wie mijn Vader ontvangt, ontvangt mijn Vaders koninkrijk; daarom zal alles wat mijn Vader heeft, hem gegeven worden.

‘En dat is volgens de eed en het verbond die tot het priesterschap behoren’ (LV 84:33–35, 37–39).

Onze liefdevolle Vader wil dat al zijn kinderen alles ontvangen — een volheid, zijn volheid. Om deze volheid te ontvangen, ‘moet een mens tot deze orde van het priesterschap toetreden (namelijk het nieuw en eeuwigdurend huwelijksverbond)’ (LV 131:2).

Een eeuwig huwelijk en alles wat ons kennis en ervaring verschaft, zijn de sleutel om alle zegeningen te ontvangen die onze hemelse Vader voor zijn kinderen weggelegd heeft. Alleen een gezin — een man en een vrouw die waardig leven om het huis van de Heer te betreden en die aan elkaar verzegeld worden — kan daarvoor in aanmerking komen. De volledige zegeningen van het priesterschap worden als man en vrouw samen ontvangen, of helemaal niet.

Het is interessant dat de Heer in de eed en het verbond de werkwoorden verkrijgen en ontvangen gebruikt. Hij gebruikt het werkwoord ordenen niet. Alleen in de tempel verkrijgen en ontvangen man en vrouw — samen — de zegeningen en macht van zowel het Aäronisch als Melchizedeks priesterschap. Nadat een echtpaar die zegeningen in het huis van de Heer ontvangen heeft, ontwikkelen ze bovenal in huiselijke kring de nodige goddelijke eigenschappen en hoedanigheden. Ze offeren zich met een dienende houding voor elkaar op, hebben elkaar met volledige huwelijkstrouw lief, en zijn in hun liefde voor elkaar en voor God verenigd.

Volheid, priesterschap, gezin — die drie verwante woorden zijn allemaal in de realiteit van een eeuwig huwelijk vervat. Als we al het mogelijke doen om in ons aardse leven een eeuwig huwelijk te verwezenlijken, zorgen we ervoor dat we onze tijd op aarde niet verspillen.

Satan, de aartsbedrieger, is tegenwoordig overal bezig om de waarheden van het aardse leven te verdraaien en te verbuigen. Hij maakt overuren om de opvatting die mannen en vrouwen over de essentie en betekenis van het huwelijk hebben, teniet te doen. Sommigen overtuigt hij van de leugen dat het huwelijk niet nodig is, dat liefde volstaat. Anderen overstelpt hij met nieuwe juridische definities van het huwelijk om immorele relaties te rechtvaardigen. Wie in het huwelijk geloven zoals God het gedefinieerd heeft, haalt hij over om voorrang aan een opleiding en financiële zekerheid te geven. Hij maakt mensen bang voor de offers en moeilijkheden die met een huwelijk gepaard gaan. Velen verroeren zich niet omdat ze van angst verlamd zijn. Ze laten met zich handelen in plaats van voorwaarts te gaan en in geloof te handelen.

Sommigen, overweldigd door de vereisten van het werken aan een echte relatie, hebben wel de behoefte aan gezelschap en intimiteit, en laten zich door valse hoop in de virtuele wereld meelokken. Hun pogingen tot virtuele intimiteit kunnen alleen maar in meer leegte, begeerte en schaamte uitmonden. Velen worden steeds weer tot een holle zoektocht aangezet totdat hun patroon een verslaving wordt die nooit bevredigd kan worden.5 Ze komen in een vicieuze cirkel terecht die hun weerstand gaandeweg afbreekt. Ze beschikken nog wel over hun keuzevrijheid, maar niet over voldoende hoop in hun vermogen om weerstand te bieden. In dat web gevangen, riskeren zij dat ze de volheid en vreugde van een van de subliemste waarheden van het aardse leven, namelijk een eeuwig huwelijk, mislopen.

Als je in dat web verstrikt bent, vraag dan om hulp. Wacht er niet mee. Anders vertraag je je groei en vooruitgang in dit leven.

Neem je leven onder de loep. Onderzoek of je gedachten niet door valse denkbeelden over het huwelijk vertroebeld zijn. Bedenk dat een geslaagd huwelijk is gegrondvest op ‘geloof, gebed, bekering, vergeving, respect, liefde, mededogen, werk en gezonde ontspanning’.6

Begin die eigenschappen vandaag nog bij jezelf te ontwikkelen. De Heer zal dan de weg voor je openen om de volheid van de zegeningen te ontvangen die hij voor zijn kinderen bereid heeft — het nieuw en eeuwigdurend huwelijksverbond. Laat je aardse leven niet ‘volslagen worden verwoest’ (Geschiedenis van Joseph Smith 1:39).

Waarheid nummer 3: Kinderen krijgen en grootbrengen, draagt ertoe bij dat wij zoals God kunnen worden.

A young family in England.

Toen Hij Adam en Eva ‘zegende’, oftewel aan elkaar verzegelde, om het eerste gezin op aarde te stichten7, gaf God hun het gebod om vruchtbaar te zijn, talrijk te worden en de aarde te vervullen (zie Genesis 1:28; Mozes 2:28). Huwelijk en kinderen gaan samen. Het voortplantingsvermogen dat de aardse geboorte mogelijk maakt, dient alleen gebruikt te worden tussen een man en een vrouw die wettig met elkaar gehuwd zijn.8

Adam en Eva begrepen dat kinderen krijgen een belangrijke realiteit van het aardse leven was. Zij gehoorzaamden Gods gebod, ‘en Adam bekende zijn vrouw, en zij baarde hem zonen en dochters, en zij begonnen zich te vermenigvuldigen en de aarde te vervullen’ (Mozes 5:2). Hedendaagse profeten hebben verklaard dat ‘Gods gebod aan zijn kinderen om zich te vermenigvuldigen en de aarde te vervullen van kracht blijft’.9

In de huidige wereld zijn veel mensen echter niet meer van mening dat ‘kinderen een erfdeel des Heren’ zijn (Psalmen 127:3, NBG).

Enkele jaren geleden kwam er een stel naar me toe dat op het punt stond om te trouwen. Ze vroegen mij om advies aangaande kinderen. Ik verwees hun naar het gebod dat ze zouden krijgen wanneer ze verzegeld werden, en gaf ze de raad om dat gebod in samenspraak met de Heer na te komen. Ik vertelde hun dat het een gebod is, net als tiende betalen, de sabbat heiligen en andere geboden. Als we eenmaal een verbond zijn aangegaan, is de vraag niet óf we ons eraan houden, maar hóe we ons eraan houden, op een manier die de Heer behaagt en goedkeurt.

Ik lette op hoe ze hun huwelijk begonnen. Hij had nog een jaar van zijn bachelorstudie en zij nog een jaar in een masterprogramma voor de boeg. Ze voelden de aansporing om hun gezin direct uit te breiden, ondanks hun studielast en onzekerheid over toekomstig werk. Het was niet gemakkelijk en het kwam niet gelegen om zo snel een kind te krijgen. Hij moest een baan zoeken, ze moesten verhuizen en zij moest nog afstuderen. Ze worstelden met stress en opofferingen. Hij moest elke dag snel naar huis om op de baby te passen terwijl zij haar scriptie afmaakte en praktijkervaring opdeed. Zij studeerde en schreef tussen het voeden en luiers verschonen door.

De Heer heeft hun gezegend en voorspoedig gemaakt. Terwijl vele anderen hun baan in de economische crisis van 2008 kwijtraakten, kon hij zijn baan houden en promotie maken. Ze leefden zuinig en hebben daardoor, behalve een hypotheek, geen schulden opgebouwd. Bovendien hebben ze een masterprogramma volledig zonder schulden weten te bekostigen. Al die tijd hebben ze ook de waardevolle lessen geleerd die alleen aan het ouderschap verbonden zijn. Kinderen krijgen is niet gemakkelijk en komt evenmin gelegen, maar het is een gebod waardoor we de werkelijke zegeningen van het aardse leven kunnen verwezenlijken.

Een grote gave

Het aardse leven is een van de grootste gaven die onze Vader ons gegeven heeft. Hij heeft ons lief en wil dat wij die gave volledig en ten volle gebruiken. Alleen door de waarheden en omstandigheden te aanvaarden die God geopenbaard heeft, en die centraal te stellen, kunnen wij de doeleinden vervullen waarvoor we naar de aarde zijn gekomen. Satan weet dat hij niets kan doen om ons ervan te weerhouden een lichaam te krijgen, dus probeert hij ons af te leiden van de doeleinden waarvoor het geschapen is — om te werken, te huwen en kinderen te krijgen.

Laten we niet doelloos en stuurloos leven, om er uiteindelijk achter te komen dat we onze tijd op aarde aan andere zaken verspild hebben dan de geopenbaarde waarheden van het aardse leven, die cruciaal zijn om onze doeleinden hier te verwezenlijken. Laten we de illusies van de voorschriften van mensen terzijde schuiven en ons aan de geopenbaarde waarheden van God vasthouden, zodat onze levensreis overvloedig en werkelijk is.

Noten

  1. Zie Abraham 3:26, 28.

  2. Zie ‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’, Liahona, november 2010, 129.

  3. H. David Burton, ‘De zegeningen van werken’, Liahona, december 2009, 37.

  4. Neil L. Andersen, ‘Eerbied voor God is het begin van de wijsheid’, Liahona, januari 2013, 26; zie ook Robert D. Hales,‘In stoffelijk en geestelijk opzicht voorzorgen nemen’, Liahona, mei 2009, 7–10.

  5. Ouderling Robert D. Hales van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd dat ‘een verslaving een begeerte van de natuurlijke mens is die nooit volledig vervuld kan worden’. (‘In stoffelijk en geestelijk opzicht voorzorgen nemen’, 10.)

  6. ‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’.

  7. Zie Joseph Fielding Smith, Doctrines of Salvation, samengesteld door Bruce R. McConkie, 3 delen (1954–1956), 1:115, 2:71.

  8. ‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’.

  9. ‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’.