2016
Door een mist van duisternis heen de weg vinden
Januari 2016


Door een mist van duisternis heen de weg vinden

Juventa Vezzani, Californië (VS)

illustration of a book of scriptures on a table by a window

Illustratie Stan Fellow

Enkele jaren geleden maakte ik een heel duistere periode door. Ik had veel moeilijkheden. Ik was gedeprimeerd en door zware lasten overstelpt.

Op een zondag keek ik om mij heen naar alle gelukkige gezinnen die aan het zingen waren en van Gods liefde genoten. Ik wilde me net zo voelen, maar ik had de indruk dat er fysiek iets mis met me was.

Ik had in het verleden de Geest gevoeld, maar dat was me al enige tijd niet meer gelukt. Zoals in Lehi’s visioen van de boom des levens, had ik het gevoel dat ik volledig door een mist van duisternis omgeven was — ik kon de boom niet eens zien (zie 1 Nephi 8:2–24).

Toen de avondmaalsgebeden begonnen, sloot ik mijn ogen en smeekte ik mijn hemelse Vader om de geruststelling van zijn liefde. Ik vroeg Hem waarom ik niet in staat was om de vrucht van de boom des levens te proeven.

Terwijl ik nadacht over Lehi’s droom, kwam ik tot een diepzinnig besef. Waarom heb ik daar niet eerder aan gedacht?, dacht ik. Door de mist van duisternis reizen, is een heel normaal onderdeel van Gods plan. Hij laat toe dat we van tijd tot tijd problemen hebben zodat we volledig op Hem en zijn Zoon kunnen bouwen. De sleutel is je vastklampen aan de ijzeren roede. Ik verkeerde nog steeds in een mist van duisternis, maar ik had hoop.

Toen ik dit had bedacht, voelde ik een heerlijke geruststelling van de Heilige Geest dat mijn beproevingen over zouden gaan. De Geest getuigde dat mijn hemelse Vader er was. Ik veegde de tranen uit mijn ogen, dankbaar dat ik de Geest weer had kunnen voelen.

Ik ging me in de Schriften verdiepen. Ik had nog steeds veel duistere dagen, maar ik had het geloof dat ik, als ik me stevig vasthield aan de ijzeren roede — het woord van God (zie 1 Nephi 11:25) — van de mist van duisternis bevrijd zou worden. Ik weet niet precies hoe lang het duurde, maar er kwam een dag waarop ik de liefde van God weer kon proeven. Het was als warm zonlicht na een lange winter.

Ondanks mijn levensworstelingen heb ik mijn belofte niet vergeten dat ik mij stevig aan de Schriften en de woorden van de levende profeten vast zou houden. Ik weet dat ik, als de mist van duisternis komt, de nodige middelen heb om mij er een weg doorheen te banen en dat er de belofte van een warme ontvangst aan de andere kant is.