Handen, een hart en een glimlach
De auteur woont in Utah (VS).
Lydia keek toe hoe mama zich klaarmaakte om naar haar werk te gaan. Mama bracht mooie roze lippenstift aan. Ze zag er prachtig uit.
Lydia keek in de spiegel. Ze was verdrietig. ‘Ik heb geen lippenstift’, zei Lydia. ‘Dus ik ben niet mooi.’
Mama gaf haar een dikke knuffel. ‘Je bent niet mooi omdat je lippenstift draagt. Je bent mooi omdat je sterk en vriendelijk bent.‘Je bent sterk en vriendelijk als je handen andere mensen helpen.
‘Je bent sterk en vriendelijk als je hart van iedereen houdt.
‘En je bent sterk en vriendelijk als je glimlacht. Daardoor worden de mensen om je heen gelukkig.
Sterk en vriendelijk zijn maken je vanbinnen, en niet alleen vanbuiten, mooi.’
Lydia wilde sterk en vriendelijk zijn!
Ze gebruikte haar handen om opa de post te geven. Ze gaf haar laatste koekje aan haar neef.
Ze voelde liefde in haar hart toen ze met een nieuw buurkind speelde. Ze voelde liefde in haar hart toen ze een meisje dat geld voor daklozen inzamelde wat centjes gaf.
Ze glimlachte naar iedereen die ze tegenkwam. Ze glimlachten allemaal terug.
Die avond zei Lydia tegen mama: ‘U had gelijk! Ik voel me sterk en vriendelijk. Ik heb vandaag mijn handen, hart en glimlach gebruikt.’
Mama glimlachte. ‘Je bent sterk en vriendelijk, zoals Jezus wil dat je bent!’