Mijn pad naar zelfredzaamheid

Bent u zelfredzamer aan het worden?

Duid aan in welke mate deze uitspraken op u van toepassing zijn om te kijken hoe het staat met uw zelfredzaamheid.

Deze test is geen volledige lijst met richtlijnen. Wanneer u deze vragenlijst onder gebed met uw gezin doorneemt en bespreekt, kan de Heilige Geest u influisteren wat u kunt verbeteren.

Overweeg na het invullen van de vragenlijst doelen te stellen op die gebieden waarin uw score te wensen overlaat.

Antwoorden: 1 = Nooit, 2 = Soms, 3 = Vaak, 4 = Bijna altijd, 5 = Altijd

Voorbereid zijn

1. Ik heb geld opzij gezet om te gebruiken in geval van nood.

2. Ik heb een noodpakket in voorraad, met materiaal zoals dekens, kaarsen en zaklantaarns.

3. Ik bewaar belangrijke documenten op een veilige plek, en mijn gezinsleden en ik weten waar ze die kunnen vinden.

4. Ik koop geregeld voedsel en water voor mijn voorraad.

5. Ik gebruik dat voedsel zodat de houdbaarheidsdatum niet overschreden wordt en vul de voorraad weer aan.

Werk

1. Ik lever inspanningen om mijn professionele talenten en mijn productiviteit te verbeteren door studiebijeenkomsten en bijscholing.

2. Ik kan goed met anderen samenwerken en zij vertrouwen mij.

3. Voor ik ga solliciteren, zorg ik ervoor dat mijn cv en mijn gespreksvaardigheden in orde zijn.

4. Wanneer ik op zoek ga naar werk, doe ik dat onder gebed en met een positieve instelling.

5. Ik probeer nieuwe contacten te leggen die me aan werk kunnen helpen.

Financiën

1. Ik bespaar door onnodige uitgaven te verminderen.

2. Ik zet geregeld geld opzij op een spaar- of beleggingsrekening.

3. Ik vermijd onnodige schulden.

4. Ik betaal een eerlijke tiende en een gulle vastengave.

5. Ik draag zorg voor mijn bezittingen zodat ze langer meegaan.

Lichamelijke gezondheid

1. Ik doe geregeld aan lichaamsbeweging.

2. Ik eet elke dag gezond en drink voldoende water.

3. Ik leef het woord van wijsheid na en moedig anderen aan om dat ook te doen.

4. Ik vermijd verslaving aan schadelijke middelen.

5. Ik slaap voldoende maar niet langer dan nodig is.

Opleiding

1. Ik benut kansen om in formele en informele situaties bij te leren.

2. Wanneer ik een opleiding wil volgen, onderzoek ik hulpmiddelen zoals studiebeurzen of het permanent studiefonds.

3. Ik sta open voor ideeën en opinies die niet overeenkomen met de mijne.

4. Ik vraag de hulp van de Heilige Geest om de waarheid te herkennen en te onthouden wat ik heb geleerd.

5. Ik bestudeer dagelijks het evangelie als onderdeel van mijn vorming.