2016
Tijd voor familiegeschiedenis
October 2016


Onder heiligen der laatste dagen

Tijd voor familiegeschiedenis

a season for family history

Illustratie Wilson Ong

Als moeder van twee jonge dochters heb ik vaak het excuus gebruikt dat ik sommige dingen die ik wel graag wil doen simpelweg niet kan doen omdat de ‘tijd’ er nog niet rijp voor is. Familiegeschiedenis was een van die dingen.

Ik had vroeger op zondagen wel met plezier aan indexering gedaan, maar hield mezelf en anderen steevast voor dat ik de tijd en de kennis niet had om aan mijn eigen familiegeschiedenis te werken.

Op een vroege ochtend een paar maanden geleden onderging ik een verandering van hart terwijl ik in de tempel zat. Ik keek naar de namen van de overledenen op de tempelkaartjes en bad dat ze de tempelverordeningen zouden aannemen die voor ze verricht werden. Daarbij schoot de gedachte door me heen: zou het niet fijn zijn dat het om mijn eigen familieleden ging? Ik zou graag voor hen het werk doen. De Geest liet me weten dat als ik er werkelijk naar verlangde, de Heer me zou helpen om familiehistorisch werk te doen, in het bijzonder op de sabbatdag. Hij kon me helpen de tijd te vinden en de kennis op te doen om zijn doeleinden te volbrengen.

Die zondag kwam ik thuis en meldde me aan bij FamilySearch.org. Ik kreeg meteen tranen in de ogen toen ik de namen van mijn voorouders zag. Ik voelde me sterker met hen verbonden. Mijn liefde voor hen nam nog meer toe door de foto’s en documenten die mijn oma onlangs had toegevoegd. Mijn familieleden begonnen zo steeds meer voor me te leven. Het was heerlijk om mijn dochtertje van twee erbij te betrekken. Ze leerde foto’s van haar overgrootvader en betbetovergrootmoeder te herkennen en ze bij naam te noemen. Ik voelde me zoals president Russell M. Nelson, president van het Quorum der Twaalf Apostelen, het beschreven heeft: ‘De sabbat is een uitstekende gelegenheid om familiebanden aan te halen. Tenslotte wil God dat wij, zijn kinderen, als begiftigde heiligen bij Hem terugkeren en in de tempel als familie aan elkaar, onze voorouders en ons nageslacht verzegeld worden.’ (‘De sabbat is een verlustiging’, Liahona, mei 2015, 130.)

Na die eerste ervaring ben ik op de sabbat met familiehistorisch werk doorgegaan. Ik heb de zegen gesmaakt van tempelwerk voor enkele van mijn overleden familieleden doen. Ik ben meer over mijn verwanten te weten gekomen en heb een nauwere band met mijn grootouders gekregen die geen lid van onze kerk zijn. Ik voel me daardoor bijzonder gezegend. Ik heb een nog vaster voornemen om mijn verbonden na te komen en tot het einde te volharden, zodat ik een sterke schakel in mijn eeuwige familie mag zijn.

Hoewel er nog veel werk te doen valt, ben ik mijn hemelse Vader dankbaar voor de mogelijkheden die Hij me biedt zodat ik, in het bijzonder op zijn dag, aan zijn werk kan deelnemen. Voor mij is de sabbat echt een verlustiging.