Boodschap van het Eerste Presidium
De zegeningen van gehoorzaamheid
President Thomas S. Monson heeft gezegd: ‘De grootste les die wij in het sterfelijk leven kunnen leren, is dat als God spreekt en de mens gehoorzaamt, die persoon altijd gelijk heeft.’1
We zullen ook gezegend worden. President Monson heeft onlangs tijdens een algemene conferentie ook verklaard: ‘Als we de geboden onderhouden, zal ons leven gelukkiger en minder gecompliceerd zijn en ons meer voldoening schenken. Onze moeilijkheden en problemen zullen draaglijker zijn en we zullen de beloofde zegeningen [van God] ontvangen.’2
In de volgende selectie leringen van president Monson als president van de kerk, herinnert hij ons eraan dat gehoorzaamheid aan de geboden gegarandeerd tot geluk en vrede leidt.
Richtlijnen voor de reis
‘God geeft ons geen geboden om ons te frustreren of ons geluk in de weg te staan. Het tegendeel is waar. Hij die ons geschapen heeft en ons volmaakt liefheeft, weet precies hoe we moeten leven om het grootst mogelijke geluk te bereiken. Hij heeft ons richtlijnen gegeven die ons veilig door deze vaak verraderlijke sterfelijke reis kunnen leiden. U kent de woorden van deze bekende lofzang: ‘Wees toch gehoorzaam aan de geboden, want dat is veilig, brengt vrede en rust’ (zie ‘Wees gehoorzaam aan de geboden’, Lofzangen, nr. 197].3
Kracht en kennis
‘Gehoorzaamheid is een kenmerk van profeten. Ze heeft hun door de eeuwen heen kracht en kennis gegeven. Het is van essentieel belang dat wij beseffen dat wij ook in aanmerking komen voor deze bron van kracht en kennis. Ze staat ieder van ons ter beschikking als we Gods geboden gehoorzamen. […]
‘De kennis waar wij naar streven, de antwoorden waar wij naar verlangen, en de kracht die wij in deze tijd wensen om de moeilijkheden van een gecompliceerde, veranderende wereld tegemoet te treden, kunnen wij krijgen als we bereidwillig de geboden van de Heer gehoorzamen.’4
Kies ervoor om te gehoorzamen
‘De vrije moraal is een trend van deze tijd. In tijdschriften en op de televisie zien we de idolen van het witte doek, de helden van het sportveld — idolen die veel jonge mensen willen nadoen — die Gods wetten negeren en pronken met hun zondige levenswijze, schijnbaar zonder nare gevolgen. Geloof het niet! Er komt een afrekening — een vereffening van de rekening. Voor elke assepoester slaat de klok eens twaalf uur — is het niet in dit leven, dan toch in het volgende. De dag des oordeels komt voor iedereen. […] Ik smeek jullie om voor gehoorzaamheid te kiezen.’5
Vreugde en vrede
‘Het lijkt er soms op dat men in de wereld veel meer plezier heeft dan u. Sommigen van u voelen zich misschien beperkt door de gedragscode waaraan we ons in de kerk houden. Mijn broeders en zusters, ik zeg u, dat er niets is wat meer vreugde of meer vrede in onze ziel kan brengen dan de Geest die tot ons kan komen als we de Heiland volgen en de geboden naleven.’6
Wees oprecht
‘Ik getuig tot u dat de beloofde zegeningen onmetelijk zijn. Hoewel de onweerswolken samenpakken en de regen op ons neerklettert, zullen onze kennis van het evangelie en onze liefde voor onze hemelse Vader en onze Heiland ons troost en steun geven en vreugde brengen in ons hart, als wij oprecht wandelen en de geboden onderhouden. Er is dan niets in deze wereld dat ons kan verslaan.’7
De Heiland volgen
‘Wie was die Man van smarten, vertrouwd met ziekte? Wie is de Koning van heerlijkheid, deze Heer der heren? Hij is onze Meester. Hij is onze Heiland. Hij is de Zoon van God. Van Hem gaat ons heil uit. Hij wenkt ons: “Volg mij.” Hij geeft ons de opdracht: “Ga heen, doe gij evenzo.” Hij smeekt: “Onderhoud mijn geboden.”
‘Laten wij Hem volgen. Laten wij zijn voorbeeld volgen. Laten wij zijn woord gehoorzamen. Daarmee schenken wij Hem de goddelijke gave van dankbaarheid.’8