2016
Met vreugde leren
October 2016


Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland

Met vreugde leren

Als we toegewijde leerlingen worden, ervaren we de goddelijke vreugde die uit de kennis en naleving van het evangelie van Jezus Christus voortvloeit.

young woman reading her scriptures

Er was eens een man die als de dorpsluiaard bekendstond. Hij wilde niet werken en geen baan zoeken. Hij teerde gewoon op anderen. De dorpelingen hadden er uiteindelijk schoon genoeg van. Ze besloten hem naar de rand van het dorp te brengen en hem te verbannen. Toen een van de dorpelingen de man in een wagen naar de rand van het dorp begeleidde, kreeg de bestuurder medelijden met hem. Misschien moest de schooier nog één kans krijgen. Hij vroeg dan ook: ‘Zou je een voorraadje maïs willen om een nieuwe start te maken?’

De schooier antwoordde: ‘Zijn de schutbladeren er al afgepeld?’1

Leerkrachten en leerlingen: gelijke verantwoordelijkheid in de les

We komen wel eens mensen tegen die in Schriftuurlijk opzicht op anderen teren — ze willen de Schriften afgepeld hebben en er zelf geen moeite in steken. Ze willen het evangelie in een reeks onderhoudende soundbites of videoclips voorgeschoteld krijgen. Ze willen dat de zondagsschoolleerkracht zich voorbereidt en voor hen de les oplepelt zonder al te veel voorbereiding of deelname van hun kant.

De Heiland droeg zijn leerlingen daarentegen op om naar huis gaan, omdat ze zijn woorden niet konden begrijpen. Hij gaf ze de opdracht om te bidden, na te denken en hun ‘gemoed voor [te bereiden] op morgen’, wanneer Hij ‘wederom bij [hen]’ zou komen (zie 3 Nephi 17:2–3).

De les is als volgt: niet alleen de leerkracht, maar ook de leerling heeft de plicht zich voor te bereiden. Zoals de leerkracht de taak heeft om door de Geest te onderwijzen, heeft de leerling de taak om door de Geest te leren (zie LV 50:13–21).

In het Boek van Mormon staat: ‘De prediker was niet beter dan de toehoorder, evenmin was de leraar beter dan de leerling; en aldus waren zij allen gelijk’ (Alma 1:26; cursivering toegevoegd).

Hierna volgen enkele suggesties om de vreugde te ervaren die voortvloeit als we ons deel doen om het evangelie te leren en na te leven.

Thuis leren

woman studying at home

Bestudeer de Schriften

Ieder lid is verantwoordelijk voor zijn of haar eigen evangeliestudie; we kunnen die verantwoordelijkheid niet op anderen afschuiven. We leren het meest door regelmatige Schriftstudie. President Harold B. Lee (1899–1973) heeft gezegd: ‘Als we niet dagelijks in de Schriften lezen, zal ons getuigenis verzwakken.’2 De apostel Paulus merkte op dat de Joden in Berea ‘edeler van gezindheid [waren] dan die in Thessalonica, want zij ontvingen het Woord met grote bereidwilligheid’, waarna hij de reden voor die ontvankelijkheid noemde: ‘[Zij] onderzochten dagelijks de Schriften’ (Handelingen 17:11; cursivering toegevoegd).

Dagelijkse Schriftstudie levert een wezenlijke bijdrage aan onze geestelijke instelling. Niets anders kan het eventuele gebrek daaraan in onze dagelijkse bezigheden volledig opvullen. Om die reden moet Schriftstudie vooraf gereserveerde tijd en geen nog resterende tijd zijn.

Sommigen zeggen misschien: ‘Maar ik heb naast al mijn andere verplichtingen geen tijd voor dagelijkse Schriftstudie.’ Die uitspraak heeft iets weg van het verhaal van twee houthakkers die een wedstrijd hielden wie de meeste bomen op een dag kon omhakken. Bij zonsopgang ving de wedstrijd aan. De kleinste van de twee liep elk uur een minuut of tien verder het bos in. Zijn tegenstander glimlachte en knikte dan telkens, zelfverzekerd dat hij aan de winnende hand was. De grootste van de twee kwam de hele dag niet van zijn plek af, onderbrak het hakken niet en nam geen pauze.

Aan het einde van de dag was de grote man geschokt dat zijn tegenstander, die schijnbaar zoveel tijd verkwistte, veel meer bomen dan hij geveld had. ‘Hoe heb je dat nou voor elkaar gekregen, je hebt heel vaak pauze genomen?’ vroeg hij.

De winnaar antwoordde: ‘O, ik was mijn bijl aan het slijpen.’

Telkens wanneer we de Schriften bestuderen, scherpen we onze geestelijke bijl. En het wonderbaarlijke is dat we de rest van onze tijd dan verstandiger kunnen gebruiken.

Voorbereiding

Uit onderzoek blijkt dat slechts een klein deel van de kerkleden vooraf de Schriftteksten leest die in de zondagsschoolklassen aan de orde komen. Daar kunnen we allemaal verandering in aanbrengen. We kunnen ons deel van de leerervaring op ons nemen en beter voorbereid aan de les meedoen, met kennis van de Schriftteksten en bereid om inzichten aan te dragen. Onze voorbereiding kan een geestelijke gave zijn waarmee we alle aanwezigen in de klas verrijken.

Leren in de klas

participating in class

Doe mee met de les

De opdracht om onze mond open te doen (zie LV 60:2–3) geldt niet alleen voor zendingsgelegenheden, maar ook tijdens de zondagse lessen. Als we actief meedoen, nodigen we de Geest uit. Hij kan dan van de waarheid van onze opmerkingen getuigen en ons verstand met meer inzichten verlichten. Bovendien kan onze deelname een ander inspireren en zo zijn of haar inbreng stimuleren.

Op die manier volgen wij een onderwijsbeginsel van de Heer: ‘Laat één tegelijk spreken en laten allen luisteren naar wat hij zegt, opdat wanneer allen gesproken hebben, allen door allen opgebouwd zullen zijn’ (LV 88:122; cursivering toegevoegd). Soms is deelname aan de les niet makkelijk; we moeten dan buiten onze comfortzone treden. Maar het zal iedereen in de les ten goede komen.

Noteer indrukken

Ik neem al een tijdje wat lege indexkaartjes mee naar de kerk en noteer dan leerstellige inzichten of geestelijke indrukken die ik krijg. Ik moet eerlijk zeggen dat ik rijkelijk beloond ben. Deze aanpak heeft mij een ander perspectief gegeven; ik ben er doelgerichter en sneller door gaan leren; ik ben er meer door naar de kerk gaan uitkijken.

Waarom is het zo belangrijk om geestelijke ervaringen in de kerk en op andere plaatsen vast te leggen? Veronderstel eens dat een moeder haar tienerzoon toespreekt en dat hij op een gegeven moment zegt: ‘Mam, dat is echt goede raad.’ Vervolgens pakt hij een notitieboekje en begint de indrukken op te schrijven die hij door hun gesprek opgedaan heeft. Nadat de moeder van de schok is bekomen, zou ze hem dan niet nog meer willen geven?

Datzelfde beginsel gaat ongetwijfeld ook voor raad van onze Vader in de hemel op. Als wij de ingevingen noteren die Hij ons geeft, zal Hij ons eerder verdere openbaring geven. Bovendien lijken de ingevingen die we krijgen vaak eerst kleine eikeltjes aan gedachten, maar als wij ze koesteren en overdenken, groeien ze wellicht tot geestelijke eikenbomen uit.

De profeet Joseph Smith heeft over het belang van het noteren van inzichten en indrukken gezegd: ‘Als u […] ertoe overgaat om belangrijke vragen te bespreken […] en er geen aantekeningen van maakt, […] kan het zijn dat de Geest Zich terugtrekt omdat u die dingen niet opschrijft wanneer God ze geopenbaard heeft en ze niet van voldoende waarde acht. […] Er is, of was, een berg aan kennis, van oneindige waarde, die nu verloren is.’3

Met vreugde leren

boy reading scriptures

Leren is veel meer dan een heilige plicht. Het is ook als intense vreugde bedoeld.

Een oude wiskundige, Archimedes genaamd, werd eens door zijn koning gevraagd om vast te stellen of de nieuwe kroon van de koning van puur goud was of dat de goudsmid er op slinkse wijze wat zilver in plaats van goud in verwerkt had. Archimedes dacht over de oplossing na en kwam uiteindelijk met een antwoord. Hij was zo blij met die ontdekking dat hij, volgens de legende, door de stad liep en riep: ‘Eureka! Eureka!’ — oftewel ‘Ik heb het gevonden! Ik heb het gevonden!’

Hoe groot zijn vreugde over de ontdekking van een wetenschappelijk beginsel ook was, er schuilt nog veel meer vreugde in de ontdekking van de waarheden van het evangelie van Jezus Christus: waarheden die ons niet alleen kennis, maar ook eeuwig heil verschaffen. Daarom heeft de Heiland ook gezegd: ‘Deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat […] uw blijdschap volkomen zal worden’ (Johannes 15:11). En daarom is het dat ‘al de kinderen van God juichten’ (Job 38:7) toen zij over het heilsplan hoorden. Net zoals zaadjes het inherente vermogen hebben om te groeien, hebben evangeliewaarheden het inherente vermogen om vreugde voort te brengen.

‘Zoekt kennis’ (LV 88:118) is niet alleen een hemelse opdracht, maar ook een zoektocht naar onze goddelijke bestemming. Telkens wanneer we de Schriften bestuderen, iets beter voorbereid naar de les komen, aan besprekingen in de klas meedoen, vragen stellen en heilige indrukken noteren, lijken we meer op God en neemt ons vermogen om de vreugde te ervaren die Hij voelt, toe.

Mogen wij er allen naar streven om toegewijde leerlingen te worden, leerlingen die ons goddelijke potentieel willen verwezenlijken — thuis, in de klas en waar we ook zijn. Als we dat doen, ervaren we de hemelse vreugde die uit kennis en naleving van het evangelie van Jezus Christus voortvloeit.

the joy of learning

Noten

  1. Ouderling D. Todd Christofferson heeft in de algemene oktoberconferentie van 2014 een soortgelijk verhaal verteld.

  2. Harold B. Lee, instructiebijeenkomst voor regionale vertegenwoordigers, 12 december 1970.

  3. Joseph Smith, in History of the Church, deel 2, 199.