Onder heiligen der laatste dagen
Om genade smeken
Onderweg naar een naburige stad in Estland zag ik een man om geld bedelen. Tot mijn verbazing herkende ik hem van de tijd dat ik als zendeling in die stad werkzaam was. Hij droeg een grote zak plastic flessen, net als toen, om het statiegeld te innen. Ik weet nog dat hij altijd om kleingeld vroeg, en als je hem wat gaf, dan vroeg hij om meer.
Ik was geschokt toen ik hem zag. Na tien jaar zag hij er nog hetzelfde uit (een beetje grijzer haar) en het leek alsof hij al die tijd hetzelfde leven als bedelaar geleid had. Ik dacht aan de geweldige tien jaar die ik had gehad, waarin ik onder andere in de tempel was getrouwd, een opleiding had voltooid, een goede baan had gevonden en gezond was.
Ik dacht dat dit misschien wel de laatste keer was dat ik hem zag en wilde hem iets geven. Het probleem was echter dat ik alleen een bankbiljet had dat meer waard was dan wat ik hem wilde geven. Ik baalde van de keus die ik had: hem niets geven of meer dan ik wilde geven. Ik concludeerde dat het voor mij niet zoveel uitmaakte en dat ik hem er heel blij mee zou maken, dus gaf ik hem het geld.
Nog geen twee dagen later bevond ik mij in een soortgelijke situatie, maar dit keer was ik het die om genade ‘bedelde’. Ik had een inleverdatum voor de aanvraag van een belangrijke beurs in mijn hoofd, die later verkeerd bleek te zijn. Ik dacht dat ik de aanvraag twee weken vóór de inleverdatum had ingestuurd, maar ik schrok me wild toen ik de datum nog eens controleerde en zag dat ik de aanvraag een dag te laat had ingezonden.
De beurs bedroeg precies 100 keer het bedrag dat ik aan de bedelaar had gegeven, en de ironie hiervan ontging me niet. Ik smeekte om genade, zowel aan mijn hemelse Vader in gebed als via e-mail aan de verantwoordelijke personen aan de universiteit. Ze zeiden dat ze de aanvraag nog zouden indienen, maar met een aantekening dat die te laat was.
Mijn gebed werd beantwoord en ik ontving de beurs, hetgeen een grote financiële zegen voor mijn vrouw en mij was. Bovenal leerde ik door die ervaring een waardevolle les: zijn wij niet allemaal bedelaars voor God? (Zie Mosiah 4:19.)