Profetische woorden op een onverwachte plek
De auteur woonde in Argentinië toen haar echtgenoot daar als zendingspresident werkzaam was.
Een achtergelaten tijdschrift zou Oscar Castro’s leven voorgoed veranderen.
De dag waarop Oscars vrouw hem en zijn twee jonge kinderen verliet, was een van de moeilijkste in zijn leven. Er moesten allerhande beslissingen genomen worden. Hij was al op zoek naar een baan, en nu moest hij ook nog eens een nieuw onderkomen zien te vinden. Hij dacht dat zijn leven in puin lag. Hij wilde er eigenlijk de brui aan geven, maar omwille van zijn twee prachtige kinderen zette hij toch maar door.
In San Juan (Argentinië) waren er niet veel woningen te huur in Oscars prijsklasse. Maar er was net een bescheiden woonruimte in een veilige omgeving vrijgekomen die door een groepje jonge mannen bewoond geweest was. Oscar besloot de ruimte te huren en daar met zijn kinderen een nieuwe start te maken.
In hun nieuwe woning lagen nog wat boeken en tijdschriften op de vloer. Na een hele dag schoonmaken en opruimen ging Oscar zitten en keek hij eens naar een van de tijdschriften. De omslag intrigeerde hem om de een of andere reden. Onder de titel, Liahona, was een oude man op een toren afgebeeld die de mensen toesprak. De man deed hem aan afbeeldingen van Bijbelse profeten denken.
Oscar sloeg het tijdschrift open en begon te lezen: ‘Wij weten allemaal wel dat we de mensen van wie we houden ook moeten zeggen dat we van ze houden. Maar wat we weten, wordt niet altijd weerspiegeld in wat we doen.’1 Oscar dacht aan de scherpe woorden die hij en zijn vrouw vele malen uitgewisseld hadden. Hij wilde zijn kinderen een betere manier van leven meegeven. Oscar las verder in het tijdschrift en voelde de hoop in hem opwellen. Binnen een week had hij alle artikelen gelezen en wilde hij meer weten.
Een maand later zag Oscar twee zendelingen in de buurt rondlopen. Oscar ging op hen af, vroeg of ze zendelingen van de kerk waren en hoeveel het zou kosten om meer van die kerktijdschriften te krijgen. De zendelingen zeiden dat het hem maar twintig minuten van zijn tijd zou kosten.
De volgende dag kwamen de twee zendelingen bij Oscar langs. Oscar vertelde dat hij er pas was komen wonen en oude boeken, tijdschriften en brochures aangetroffen had, waardoor hij met de kerk in aanraking gekomen was. Hij legde uit dat het eerste artikel dat hij gelezen had, helemaal op zijn leven op dat moment sloeg. Hij wist al dat het gezin belangrijk was en wilde meer over gezinsavond en gezinsgebed weten. Hij vertelde de zendelingen wat hij nog meer over de kerk te weten gekomen was, onder andere over Joseph Smith en de herstelling van het evangelie.
Hij keek de zendelingen recht in de ogen en sprak de woorden die iedere zendeling graag hoort: ‘Ik geloof dat Joseph Smith een profeet van God was.’ De zendelingen nodigden hem uit om zich te laten dopen. Oscar stemde daar met tranen in zijn ogen mee in. Een paar weken later liet Oscar zich dopen en als lid van de kerk bevestigen.
De Heer had Oscar voorbereid, zijn geest was nederig gestemd en hij was bereid om te leren en te groeien. Op die gedenkwaardige, ingrijpende verhuisdag raakten de boodschappen in het conferentienummer van de Liahona Oscars hart. De vorige bewoners hadden geen idee van de gevolgen die een paar achtergelaten kerktijdschriften zouden hebben, maar de evangelieboodschappen in die tijdschriften bleken een belangrijk zendingsmiddel. Ze leidden Oscar naar de waarheden waar hij naar op zoek was en veranderden zijn leven voorgoed.