2017
Op een tweesprong met mijn vrienden
February 2017


Op een tweesprong met mijn vrienden

Ik merkte dat ik het herhaaldelijk tegenover mijn ouders voor mijn vrienden opnam en tegenover mijn vrienden voor mijn ouders.

Illustration of young man at a crossroads

Illustraties Christopher Thornock

Toen ik veertien was, nam ik een besluit dat alles veranderde. Ik liep op een vrijdagavond met wat vrienden over straat en we hadden een leuke tijd, zoals gewoonlijk. Maar die avond was er een probleem en ik wist dat ik er iets aan moest doen. Ik wist alleen niet of ik ’t kon opbrengen.

De laatste paar jaar waren mijn vrienden sigaretten en alcohol aan het uitproberen. Dat ging eerst mondjesmaat, een of twee keertjes of zoiets. Maar tegen de tijd van deze vrijdag rookten en dronken ze regelmatig wanneer we er op uit waren.

Ik dacht dat ik wel gewoon rein kon blijven en nog steeds een leuke tijd met mijn vrienden kon hebben. Uiteraard hadden mijn ouders wel in de gaten dat er bij mijn vrienden iets niet in de haak was. En mijn vrienden hadden de afkeurende houding van mijn ouders wel in de gaten. Ik stond daardoor voor een dilemma. Ik merkte dat ik het herhaaldelijk tegenover mijn ouders voor mijn vrienden opnam en tegen mijn vrienden voor mijn ouders.

Daar liepen we die vrijdagavond dan over straat. Mijn vrienden begonnen met drinken en roken en ik besefte eindelijk hoe ik met hun gedrag in mijn maag zat. Ik maakte dan ook een keuze.

Ik ging aan de overkant van de weg lopen.

Mijn vrienden lachten me uit. Ze noemden me een ‘heilig boontje’. Ze zeiden ook dat als ik daar bleef, ik hun vriend niet meer was.

We bereikten het einde van de weg. Mijn vrienden gingen linksaf en ik ging rechtsaf. Ik was zo’n drie kilometer van huis, de langste drie kilometer die ik ooit gelopen heb. Je zou denken dat ik me wel goed voelde over dat moedige besluit, maar op dat moment voelde ik me afschuwelijk. Ik werd de volgende ochtend wakker in het beangstigende besef dat ik mijn vrienden kwijt was en dat ik nu alleen was. Voor een veertienjarige was dat verschrikkelijk.

Een nieuwe vriend

Niet al te lang daarna werd ik op een dag door een lid van de kerk gebeld. Ik kende hem wel, hij heette Dave. Hij vroeg of ik op zaterdagavond bij hem thuis wilde komen. Hij nodigde me ook uit om de volgende dag bij hem thuis te komen eten. Dat klonk veel leuker dan me alleen zonder vrienden zien te vermaken, dus ging ik akkoord.

Dave en ik hadden een fijne tijd samen, uiteraard zonder sigaretten of alcohol. Toen ik Davids vader voor het eten hoorde bidden, voelde ik me echt super. Ik begon te denken dat er misschien — heel misschien — betere tijden in het verschiet lagen.

Dave en ik werden de beste vrienden. We speelden samen football, gingen samen naar school en hielpen elkaar op zending te gaan. Daarna waren we in onze studententijd elkaars kamergenoot. We hielpen elkaar de juiste vrouw te vinden en hielden elkaar op het rechte en smalle pad, tot aan de tempel en verder toe. Na al die jaren zijn we nog steeds goede vrienden. En het begon allemaal met een eenvoudig telefoontje, net toen ik ’t nodig had.

Illustration of young men playing football

De invloed van een moeder

Tenminste, ik dacht dat ’t allemaal zo begonnen was. Stel je voor hoe verrast ik was toen ik er jaren later achter kwam dat mijn moeder achter de schermen onze vriendschap georkestreerd had! Kort nadat ik mijn oude vrienden was kwijtgeraakt, merkte ze dat er iets met me aan de hand was. Ze belde Daves moeder op om te zien of ze met iets voor mij op de proppen konden komen. Daves moeder haalde Dave vervolgens over om contact met me op te nemen en me uit te nodigen. Soms komen ingevingen om iemand in nood te helpen van de Heilige Geest; soms komen ze van een engel, zoals een moeder, die spreekt ‘door de macht van de Heilige Geest’ (2 Nephi 32:3).

Ik heb me vaak afgevraagd hoe anders het leven had kunnen lopen — voor mij en voor Dave — als mijn moeder mijn strijd niet had opgemerkt en geen actie ondernomen had. Doet je dat niet denken aan de manier waarop onze hemelse Vader ons zegent? Hij kent onze behoeften en Hij zendt ‘door hun oprechte liefdeblijk [zijn] zegen op ons neer’. (‘Elk die ons leven hier verrijkt’, Lofzangen, nr. 191.)

We trekken samen op

In ultieme zin zijn we allemaal verantwoordelijk voor onze eigen keuzes. Zoals president Thomas S. Monson herhaaldelijk gezegd heeft: ‘Onze keuzes bepalen onze bestemming’1. Veel van die keuzes zijn een persoonlijke, individuele aangelegenheid. Door onze beslissingen voelen we ons vaak geïsoleerd, zelfs eenzaam. Maar onze hemelse Vader heeft ons hier niet alleen naartoe gestuurd.

De beslissingen die ik op belangrijke momenten genomen heb, zijn me mijn hele leven tot zegen en leiding geweest. Maar die beslissingen werden door mijn moeders gebedvolle inspanningen en door Daves steun en vriendschap geïnspireerd en mogelijk gemaakt.

De toets van het aardse leven is anders dan de vele toetsen op school, waar je je ogen op je eigen toets gericht moet houden en degene naast je niet mag helpen. Nee, in deze toets mogen en moeten we elkaar helpen; dat is juist een onderdeel van de toets. Dus ook al beland je door je keuzes soms aan de eenzame kant van de weg, weet dan dat langs die hele weg anderen zijn die hun eigen moeilijke beslissing genomen hebben om aan de kant van de Heer te wandelen. Zij zullen met je optrekken en hebben het nodig dat jij met hen optrekt.

Noot

  1. Thomas S. Monson, ‘Keuzes’, Liahona, mei 2016, 86.