Een belofte van genezing en verzegeling
Dankzij onze getrouwheid in het evangelie en door onze voorouders op te zoeken, werden mijn moeder en ik op een totaal onverwachte manier gezegend.
Sinds mijn doop ben ik geïnteresseerd in familiegeschiedenis en tempelwerk. Ik vond het een geweldig idee dat ik voor eeuwig met mijn familie verbonden kon worden, maar ik dacht dat dit nooit zou gebeuren omdat veel van mijn familieleden, onder wie mijn vader, aan alcohol verslaafd waren.
Ik groeide ook op in dat milieu, maar dankzij de goede raad van mijn lieve moeder ging ik niet dezelfde weg op. Zij liet zich een jaar na mij dopen.
Toen ik 18 jaar werd, besloot ik op zending te gaan. Ik werd geroepen om te dienen in Arizona (VS). Het was een van de beste ervaringen van mijn leven. Toen ik thuiskwam, ontdekte ik dat mijn vaders verslaving volledig uit de hand was gelopen. Ik weet nog dat ik me hardop afvroeg of er eigenlijk wel iets goeds uit mijn zending was gekomen, nu het er thuis zo slecht voor stond.
Tijdens de algemene aprilconferentie van 2018 hoorde ik ouderling Dale G. Renlund van het Quorum der Twaalf Apostelen zeggen: ‘Als u uw familie ontdekt, vergadert en er een band mee krijgt, zult u genezing vinden voor wat genezing behoeft.’1
Mijn moeder bleef bidden, de Schriften lezen, en inspiratie zoeken om mijn vader te helpen. Uiteindelijk kon ze hem overtuigen om hulp te zoeken. Hij zat negen maanden in een afkickcentrum. We mochten maar één keer per maand op bezoek. Dat was niet gemakkelijk, vooral in het begin niet, maar mijn moeder en ik bleven trouw in het evangelie, maand na maand, en zochten naar onze voorouders. Daarbij werden we enorm gezegend, op een manier die we ons niet hadden kunnen voorstellen.
Na zijn behandeling kwam mijn vader weer thuis. Hij heeft sindsdien nog geen druppel gedronken. Hij sprak met de zendelingen, maar kon het evangelie nog niet omarmen. Mijn moeder stelde voor om naar de tempeltuin te gaan, om de Geest daar te voelen.
Korte tijd later kregen de zendelingen de ingeving om bij ons langs te gaan en mijn vader te bezoeken. Hij vertelde dat hij zich wilde laten dopen. Die avond vertelden mijn vader en moeder mij het grote nieuws.
De Heer had zijn belofte vervuld. Wat genezing behoefde, was ook genezen. Mijn vader was genezen van zijn verslaving, en mijn twijfels waren genezen met hernieuwd geloof. We bereiden ons nu als gezin voor om aan elkaar te worden verzegeld.