Kom dan en volg Mij: Boek van Mormon
Waar richt u zich op?
3–9 augustus
Opperbevelhebber Moroni en Amalickiah richtten zich op verschillende dingen. Terwijl Amalickiah door misleiding en bedrog macht had verkregen, had Moroni de gedachten van het volk erop voorbereid de Heer, hun God, getrouw te zijn (zie Alma 48:7).
Wat kunnen we leren van de verschillen tussen Moroni en Amalickiah?
Moroni:
-
Hij was ‘door de opperrechters en door de stem van het volk […] aangesteld’ (Alma 46:34).
-
Hij maakte zijn overtuigingen bekend ‘met luide stem’ en nodigde anderen uit om het goede te doen (zie Alma 46:19–20). Zijn hart zwol op ‘van dankbaarheid jegens zijn God’ (Alma 48:12).
-
Hij had een eed gezworen om zijn volk, zijn rechten en zijn land en godsdienst te verdedigen, maar geloofde niet in bloedvergieten (zie Alma 48:13, 16).
-
Hij verheugde zich in vrijheid (zie Alma 48:11) en zijn hart roemde in het ‘bewaren van zijn volk’ (Alma 48:16).
Amalickiah:
-
Hij wilde de koning van de Lamanieten onttronen en zelf koning worden (zie Alma 47:8).
-
Hij was ‘zeer listig […] in het bedrijven van het kwade’ en smeedde in zijn hart een plan (zie Alma 47:4).
Bovendien vervloekte hij God (zie Alma 49:27).
-
Hij hitste de Lamanieten op tot oorlog en zwoer dat hij Moroni’s bloed zou drinken (zie Alma 47:1; 49:27).
-
Hij vocht om anderen tot slavernij te brengen (zie Alma 49:26) en ‘gaf niet om het bloed van zijn volk’ (Alma 49:10).