De triomf van hoop
Hoop is een levende gave, een gave die groeit naarmate ons geloof in Jezus Christus toeneemt.
Lieve broeders en zusters over de hele wereld, aan het begin van deze algemene conferentie, een uiterst bijzondere tijd, zijn de ogen van de hemel ongetwijfeld op ons gericht. We zullen de stem van de Heer bij monde van zijn dienstknechten horen. We zullen de ‘leidende, troostende’ invloed van de Heilige Geest voelen, en ons geloof zal gesterkt worden.
Drie jaar geleden zei president Russell M. Nelson aan het begin van de algemene conferentie: ‘Zuivere openbaring voor de vragen in uw hart [zal] deze conferentie lonend en onvergetelijk maken. Als u nog niet naar de bediening van de Heilige Geest hebt gestreefd om beter te horen wat de Heer wil dat u deze twee dagen hoort, dan nodig ik u uit om dat alsnog te doen. Maak alstublieft van deze conferentie een tijd om u te vergasten aan de boodschappen die de Heer bij monde van zijn dienstknechten brengt.’
De Schriften verbinden drie woorden krachtig met elkaar: geloof, hoop en naastenliefde. De gave van hoop is een onschatbare begiftiging van God.
We gebruiken het woord hoop als we willen dat iets gebeurt. Bijvoorbeeld: ‘Ik hoop dat het droog blijft’ of ‘Ik hoop dat ons team wint.’ Ik wil het hebben over onze heilige, eeuwige hoop die op Jezus Christus en het herstelde evangelie is gericht, en over onze ‘zekere verwachting van […] de beloofde zegeningen van de rechtvaardigheid’.
Onze hoop op het eeuwige leven
Onze hoop op het eeuwige leven is verzekerd door de genade van Christus en onze eigen keuzes. Daardoor kunnen we naar ons hemelse thuis terugkeren en voor eeuwig in vrede en geluk wonen bij onze hemelse Vader, zijn geliefde Zoon, onze getrouwe familieleden en dierbare vrienden, en de rechtschapen mensen uit alle werelddelen en tijdperken.
In deze aardse proeftijd ondervinden we vreugde en verdriet. Door geloof in Jezus Christus kunnen we zegevieren en onze zonden, moeilijkheden, verleidingen, oneerlijkheid en de uitdagingen van dit sterfelijk leven overwinnen.
Versterken we ons geloof in Jezus Christus, dan kijken we verder dan onze problemen en richten we ons op eeuwige zegeningen en beloften. Net als een licht dat steeds helderder schijnt, verlicht hoop de sombere wereld, zodat we onze heerlijke toekomst zien.
Hoop komt van God
Onze hemelse Vader en zijn geliefde Zoon hebben de rechtschapenen altijd maar wat graag met de kostbare gave van hoop gezegend.
Na het vertrek van Adam en Eva uit de hof onderwees een engel hen over Jezus Christus. De gave van hoop verlichtte hun leven. Adam zei: ‘Mijn ogen [zijn] opengegaan, en in dit leven zal ik vreugde hebben.’ Eva sprak over ‘de vreugde van [hun] verlossing en het eeuwige leven dat God geeft aan alle gehoorzamen’.
Net zoals de Heilige Geest Adam hoop gaf, verlicht de macht van de Geest van de Heer de getrouwen in deze tijd en geeft Hij ons stralende hoop op het eeuwige leven.
De Heiland stuurt ons een Trooster, de Heilige Geest, een metgezel die ons geloof, hoop en vrede brengt, ‘niet zoals de wereld die geeft’.
‘In de wereld’, zei de Heiland, ‘zult u verdrukking hebben, maar heb goede moed [of stralende hoop]: Ik heb de wereld overwonnen.’
In moeilijke tijden kiezen we ervoor met geloof op de Heer te vertrouwen. We bidden stilletjes: ‘Laat niet mijn wil, maar de Uwe geschieden.’ We voelen de goedkeuring van de Heer voor onze zachtmoedige gewilligheid en wachten op de beloofde vrede die de Heer ons op zijn tijd zal brengen.
De apostel Paulus heeft gezegd: ‘De God nu van de hoop [zal] u vervullen met […] blijdschap en vrede […], opdat u overvloedig bent in de hoop’. ‘Verblijd u in de hoop. Wees geduldig in de verdrukking’ ‘door de kracht van de Heilige Geest’.
Een les over hoop
De profeet Moroni wist uit eigen ervaring wat hoop in Christus in tijden van beproeving inhield. Hij legde zijn schrijnende situatie uit:
‘Ik ben alleen […] en kan nergens heen.’
‘Ik maak mij niet bekend […], zodat zij mij niet zullen vernietigen.’
Opmerkelijk genoeg tekende Moroni in die sombere, eenzame tijd de hoopvolle woorden van zijn vader op:
‘Indien een mens geloof heeft, moet hij wel hoop hebben; want zonder geloof kan er geen hoop zijn.’
‘Waar zult u op hopen? […] U [zult] door de verzoening van Christus en de kracht van zijn opstanding hopen tot het eeuwige leven te worden opgewekt.’
Broeders en zusters, hoop is een levende gave, een gave die groeit naarmate ons geloof in Jezus Christus toeneemt. ‘Het geloof nu is een vaste grond van de dingen die men hoopt.’ We bouwen die vaste grond – de bewijsblokken van ons geloof – op wanneer we bidden, tempelverbonden sluiten, de geboden onderhouden, ons voortdurend aan de Schriften en de woorden van hedendaagse profeten vergasten, aan het avondmaal deelnemen, anderen dienen en wekelijks met onze medeheiligen aanbidden.
Een huis van hoop
Om onze hoop in een tijd van toenemende goddeloosheid te versterken, heeft de Heer zijn profeet opgedragen in de hele wereld tempels te bouwen.
In het huis des Heren voelen we de Geest van God, die onze hoop bevestigt.
De tempel getuigt van het lege graf en dat het leven aan de andere kant van de sluier voor iedereen voortgaat.
Voor hen die geen eeuwige metgezel hebben, bevestigen de verordeningen krachtig dat iedere rechtschapene elke beloofde zegening zal ontvangen.
Er is sublieme hoop voor een jong paar dat aan het altaar knielt om niet alleen voor tijd, maar voor de eeuwigheid verzegeld te worden.
Er schuilt oneindig veel hoop in de beloften aan onze nakomelingen, wat hun huidige omstandigheden ook zijn.
Er is geen pijn, ziekte, onrecht, leed – helemaal niets dat onze hoop kan wegnemen als we in onze verbonden met God in het huis des Heren geloven en ons er stevig aan vastklampen. Het is een huis van licht, een huis van hoop.
Als hoop wordt verworpen
Met pijn in het hart zien we het verdriet en de wanhoop van mensen die geen hoop in Christus hebben.
Onlangs volgde ik van een afstand de perikelen van een echtpaar dat geloof in Christus had gehad, maar had besloten hun geloof vaarwel te zeggen. Ze genoten werelds succes en vonden voldoening in hun intellect en de verwerping van hun geloof.
Alles leek goed te gaan totdat de echtgenoot, een jonge energieke man, plots ziek werd en stierf. Zoals bij een verduistering van de zon hadden ze het licht van de Zoon geblokkeerd, en het resultaat was een verduistering van hoop. Zonder haar geloof was de vrouw de kluts kwijt, pijnlijk onvoorbereid, niet in staat om haar kinderen te troosten. Haar intellect had haar wijsgemaakt dat haar leven op rolletjes liep, maar toen zag ze plots geen toekomst meer. Haar wanhoop leidde tot duisternis en verwarring.
Hoop bij een hartverscheurend voorval
Haar pijnlijke wanhoop staat in schril contrast met de hoop in Christus van een ander gezin dat iets hartverscheurends meemaakte.
21 jaar geleden werd het pasgeboren zoontje van mijn neef Ben Andersen en zijn vrouw, Robbie, met spoed van het platteland in Idaho naar Salt Lake City gevlogen. Toen ik in het ziekenhuis aankwam, legde Ben uit dat hun baby ernstige, levensbedreigende hartcomplicaties had. We legden onze handen op Treys hoofdje. De Heer hield hem in leven.
Trey onderging de eerste week van zijn leven een hartoperatie, waarna nog meer operaties volgden. Na verloop van jaren werd het duidelijk dat Trey een harttransplantatie nodig had. Hoewel hij lichamelijke beperkingen had, nam zijn geloof toe. Hij schreef: ‘Ik heb me nooit in zelfmedelijden gewenteld, omdat ik weet hoe belangrijk geloof in Jezus Christus en een getuigenis van het heilsplan zijn.’
Trey had dit bekende citaat van president Nelson op zijn telefoon: ‘De vreugde die we voelen heeft weinig te maken met onze omstandigheden in het leven en alles met waar we ons in het leven op richten.’
Trey schreef: ‘Ik heb altijd op zending willen gaan, maar […] ik mag van mijn artsen pas een jaar na mijn transplantatie vertrekken. […] Ik vertrouw op Jezus Christus.’
Trey was erg blij toen hij vernam dat hij dit semester zijn studie boekhouden aan de BYU mocht beginnen, maar hij was helemaal in de wolken toen hij eind juli het langverwachte telefoontje kreeg om voor zijn harttransplantatie naar het ziekenhuis te komen.
‘Nog één jaar’, zei Trey, ‘en ik ga op zending.’
De verwachtingen waren hooggespannen toen hij de operatiekamer binnenging. Tijdens de operatie traden er echter vreselijke complicaties op en Trey kwam nooit meer bij bewustzijn.
Zijn moeder, Robbie, zei: ‘Vrijdag was een hartverscheurende dag. […] We konden het maar niet vatten. […] Ik bleef laat op en probeerde alles te verwerken. […] Maar zaterdag werd ik wakker met totale vreugde. Het was niet alleen vrede; het was geen ontkenning. Ik was blij voor mijn zoon, blij dat ik zijn moeder was. […] Ben was veel eerder opgestaan dan ik, en toen we eindelijk de kans kregen om te praten, zei hij dat hij met precies hetzelfde gevoel wakker was geworden.’
Ben legde uit: ‘Ik ontving helderheid in mijn ziel toen God me door zijn Heilige Geest onderwees. Ik werd om 4 uur ’s ochtends wakker en was met onbeschrijflijke vrede en vreugde vervuld. Hoe is dit mogelijk? […] Het overlijden van Trey is zo pijnlijk en ik mis hem zo erg. Maar de Heer troost ons altijd. […] Ik kijk uit naar onze vreugdevolle hereniging.’
De belofte van hoop
Trey had deze woorden uit een conferentietoespraak van president Nelson in zijn dagboek geschreven: ‘Het [lijkt] niet mogelijk om vreugde te voelen als je kind ongeneeslijk ziek is of als je je baan verliest, of als je partner je ontrouw is. En toch is dat precies de vreugde die de Heiland biedt. Zijn vreugde is constant, wat ons de verzekering geeft dat onze “ellende […] slechts van korte duur [zal] zijn” [Leer en Verbonden 121:7] en voor ons welzijn zal worden geheiligd.’
Broeders en zusters, misschien komt de vrede waarnaar u verlangt niet zo snel als u zou willen, maar ik beloof u dat de vrede van de Heer zal komen als u op Hem vertrouwt.
Laten wij ons dierbare geloof voeden en met volmaakt stralende hoop voorwaarts streven. Ik getuig dat onze Heiland Jezus Christus onze hoop is. Dankzij Hem zullen al onze rechtschapen dromen in vervulling gaan. Hij is de God van hoop – de triomf van hoop. Hij leeft en houdt van u. In de naam van Jezus Christus. Amen.