Onze wapens van opstandigheid neerleggen en begraven
Mogen wij elke vorm van opstandigheid tegen God afleggen en diep, heel diep begraven, en vervangen door een gewillig hart en een gewillige geest.
In het Boek van Mormon staat dat de zonen van koning Mosiah ongeveer 90 jaar voor de geboorte van Christus aan een 14-jarige zending onder de Lamanieten begonnen. Gedurende vele generaties waren er vruchteloze pogingen gedaan om het Lamanitische volk tot geloof in de leer van Christus te brengen. Maar door de wonderbaarlijke werkingen van de Heilige Geest bekeerden nu duizenden Lamanieten zich en werden ze discipelen van Jezus Christus.
We lezen: ‘En zo zeker als de Heer leeft, zo zeker was het dat zovelen als er geloofden, ofwel zovelen als er tot de kennis van de waarheid waren gebracht door de prediking van Ammon en zijn broeders, volgens de geest van openbaring en van profetie, en de macht van God die wonderen onder hen werkte – ja, ik zeg u, zowaar de Heer leeft, zovelen van de Lamanieten als er geloofden in hun prediking en zich tot de Heer bekeerden, zijn nooit afvallig geworden.’
De sleutel tot de duurzame bekering van dit volk staat in het volgende vers: ‘Want zij werden een rechtvaardig volk; zij legden de wapens van hun opstand neer, zodat zij niet meer tegen God streden, noch tegen iemand van hun broeders.’
Die ‘wapens van hun opstand’ waren zowel letterlijk als figuurlijk. Het ging om hun zwaarden en andere oorlogswapens, maar ook om hun ongehoorzaamheid aan God en zijn geboden.
De koning van deze bekeerde Lamanieten verwoordde het als volgt: ‘En nu zie, mijn broeders, [dit is alles] wat wij konden doen om ons te bekeren van al onze zonden en de vele moorden die wij hebben gepleegd […] en om God ertoe te brengen ze uit ons hart te verwijderen, want dat was alles wat wij konden doen om ons voldoende voor het aangezicht van God te bekeren, zodat Hij onze smet zou verwijderen.’
Let op de woorden van de koning: hun oprechte berouw had niet alleen tot vergeving van hun zonden geleid, maar God had ook de smet van die zonden en zelfs het verlangen om te zondigen uit hun hart weggenomen. Zoals u weet, begroeven ze hun zwaarden liever dan het risico te lopen dat ze naar hun vroegere staat van opstandigheid tegen God zouden terugkeren. En terwijl ze hun fysieke wapens begroeven, begroeven ze met een veranderd hart ook hun neiging om te zondigen.
We kunnen ons afvragen hoe wij dit patroon kunnen volgen, om ‘de wapens van [onze] opstand’ neer te leggen, wat die ook mogen zijn, en ons zo ‘tot de Heer’ te bekeren dat de smet van zonde en het verlangen naar zonde uit ons hart worden weggenomen en we nooit afvallig worden.
Opstandigheid kan actief of passief zijn. Het klassieke voorbeeld van bewuste opstandigheid is Lucifer, die zich in de voorsterfelijke wereld tegen het verlossingsplan van de Vader verzette en anderen opriep om dat ook te doen, ‘en te dien dage volgden velen hem na’. Het is niet moeilijk om de invloed van zijn voortdurende opstandigheid in onze tijd te zien.
Het onheilige trio antichristen uit het Boek van Mormon – Sherem, Nehor en Korihor – vormt een klassiek voorbeeld van actieve opstandigheid tegen God. De algemene stelling van Nehor en Korihor was dat er geen zonde is; daarom is er geen noodzaak voor bekering en is er geen Verlosser. Zij beweerden ‘dat het ieder mens wél [gaat] naargelang zijn vaardigheid, en dat ieder mens [overwint] naargelang zijn capaciteit; en dat wat een mens ook [doet], het geen misdaad [is]’. De antichrist verwerpt godsdienstig gezag en karakteriseert verordeningen en verbonden als riten ‘die door priesters vanouds zijn vastgesteld om zich macht en gezag […] aan te matigen.’
Een hedendaags voorbeeld van bewuste opstandigheid met een gelukkiger einde is het verhaal van William W. Phelps. Phelps werd in 1831 lid van de kerk en werd aangesteld als drukker van de kerk. Hij redigeerde verschillende vroege kerkpublicaties, schreef talloze lofzangen en diende als schrijver voor Joseph Smith. Helaas keerde hij zich tegen de kerk en de profeet. In een rechtbank in Missouri legde hij zelfs een vals getuigenis af tegen Joseph Smith, waardoor de profeet in de gevangenis belandde.
Later schreef Phelps een brief aan Joseph waarin hij om vergeving vroeg. ‘Ik ken mijn situatie, u kent die en God kent die, en ik wil verlost worden als mijn vrienden me willen helpen.’
In zijn antwoord verklaarde de profeet: ‘Het klopt dat wij door uw gedrag veel geleden hebben. […] Maar de beker is leeggedronken, de wil van onze hemelse Vader is geschied en we leven nog. […] Kom, geliefde broeder, de oorlog is voorbij, we waren al eens vrienden, nu zijn we dat weer.’
Met oprechte bekering begroef William Phelps zijn ‘wapens van opstandigheid’. Hij werd opnieuw volledig in de kerk opgenomen en werd nooit meer afvallig.
Maar de verraderlijkste vorm van opstandigheid tegen God is misschien wel de passieve versie – het negeren van zijn wil in ons leven. Velen die nooit zouden overwegen om actief in opstand te komen, kunnen zich toch tegen de wil en het woord van God verzetten door hun eigen weg te volgen zonder acht te slaan op goddelijke leiding. Dat doet me denken aan het beroemde lied van Frank Sinatra waarin hij zingt: ‘I did it my way’ [Ik deed het op mijn manier]. Natuurlijk is er in het leven veel ruimte voor persoonlijke voorkeuren en individuele keuzes. Maar als het om zaken als verlossing en eeuwig leven gaat, zou ons lied moeten luiden: ‘Ik deed het op Gods manier’, want er is echt geen andere manier.
Neem nu het voorbeeld van de Heiland met betrekking tot de doop. Hij liet Zich dopen als teken van trouw aan de Vader en als voorbeeld voor ons:
‘Hij [toont] de mensenkinderen dat Hij Zich naar het vlees verootmoedigt voor de Vader, en getuigt tot de Vader dat Hij Hem gehoorzaam wil zijn in het onderhouden van zijn geboden. […]
‘En Hij zei tot de mensenkinderen: Volg Mij. Welnu, mijn geliefde broeders, kunnen wij Jezus volgen indien wij niet gewillig zijn de geboden van de Vader te onderhouden?’
Er is geen ‘mijn manier’ als we het voorbeeld van Christus willen volgen. Een andere koers naar de hemel proberen te vinden is als het nutteloze werk aan de toren van Babel doen in plaats van naar Christus en zijn verlossing op te kijken.
De zwaarden en andere wapens die de Lamanitische bekeerlingen begroeven, waren wapens van opstandigheid vanwege de manier waarop ze die hadden gebruikt. Dezelfde wapens in de handen van hun zonen, die ze gebruikten om hun familie en vrijheid te verdedigen, waren geenszins wapens van opstandigheid tegen God. Hetzelfde gold voor dergelijke wapens in de handen van de Nephieten: ‘Zij vochten niet voor monarchie of macht, maar zij vochten voor huis en haard, voor hun vrijheid, hun vrouwen en hun kinderen en hun alles, ja, voor hun aanbiddingsriten en hun kerk.’
Zo zijn er dingen in ons leven die op zich neutraal of zelfs goed kunnen zijn, maar bij verkeerd gebruik ‘wapens van opstandigheid’ worden. Onze woorden kunnen bijvoorbeeld opbouwend of kwetsend zijn. Jakobus heeft gezegd:
‘Maar de tong kan [kennelijk] geen mens temmen. Ze is een niet te bedwingen kwaad, vol dodelijk vergif.
‘Door haar loven wij God en de Vader, en door haar vervloeken wij de mensen, die naar de gelijkenis van God gemaakt zijn.
‘Uit dezelfde mond komen zegen en vervloeking voort. Dit behoort niet zo te zijn, mijn broeders.’
Op maatschappelijk en persoonlijk vlak is het taalgebruik tegenwoordig vaak kwaadaardig en platvloers. In conversaties komen vaak grove en godslasterlijke woorden voor, zelfs bij jongeren. Dergelijke taal is een ‘wapen van opstandigheid’ tegen God, ‘vol dodelijk vergif’.
Een ander voorbeeld van iets dat in wezen goed is, maar iemand van goddelijke aanwijzingen kan afleiden, is een carrière. Iemand kan echt voldoening vinden in een baan, beroep of dienstverlening, en we hebben allemaal baat bij wat toegewijde en getalenteerde mensen op veel gebieden hebben bereikt en tot stand hebben gebracht.
Toch kan dergelijke toewijding aan een carrière de belangrijkste prioriteit in iemands leven worden. Dan komt al het andere op de tweede plaats, waaronder de Heiland die een beroep op zijn of haar tijd en talenten wil doen. Wanneer mannen of vrouwen afzien van mogelijkheden om te trouwen, hun huwelijkspartner niet liefhebben en ondersteunen, hun kinderen niet opvoeden, of zelfs opzettelijk de zegen en verantwoordelijkheid van het ouderschap vermijden, alleen maar omwille van een carrière, kan een prijzenswaardige prestatie in een vorm van opstandigheid veranderen.
Een ander voorbeeld betreft ons lichaam. Paulus herinnert ons eraan dat we God in lichaam en geest moeten verheerlijken, en dat ons lichaam een tempel is van de Heilige Geest, ‘Die u van God hebt ontvangen, en dat u niet van uzelf bent’. Daarom hebben we er terecht belang bij om zo goed mogelijk voor ons lichaam te zorgen. Weinigen van ons zullen de topprestaties leveren die we onlangs bij de Olympische en Paralympische Spelen hebben gezien. Sommigen van ons ondervinden de gevolgen van ouderdom, of wat president M. Russell Ballard ‘de klinknagels die loskomen’ noemde.
Toch geloof ik dat het onze Schepper behaagt als we ons best doen om voor zijn prachtige gave van een stoffelijk lichaam te zorgen. Het zou een teken van opstandigheid zijn als we ons lichaam zouden verminken, ontsieren, misbruiken of niet doen wat we kunnen om een gezond leven te leiden. Daarentegen kunnen ijdelheid en overmatige aandacht voor ons lichaam, ons uiterlijk of onze kleding een vorm van opstandigheid zijn, waarbij we Gods gave aanbidden in plaats van God zelf.
Uiteindelijk betekent het neerleggen en begraven van onze wapens van opstandigheid tegen God dat we ons overgeven aan de ingevingen van de Heilige Geest, de natuurlijke mens afleggen, en ‘een heilige word[en] door de verzoening van Christus, de Heer’. Het betekent dat we het eerste gebod op de eerste plaats zetten. Het betekent dat we God laten zegevieren. Als onze liefde voor God en onze vastberadenheid om Hem met al onze macht, ons verstand en onze kracht te dienen, de maatstaf worden waarmee we alles beoordelen en al onze beslissingen nemen, dan hebben we onze wapens van opstandigheid begraven. Door de genade van Christus zal God onze zonden en opstandigheid uit het verleden vergeven en de smet van zonde en opstandigheid uit ons hart verwijderen. Na verloop van tijd zal Hij zelfs elk verlangen naar het kwade wegnemen, net zoals Hij met de Lamanitische bekeerlingen uit het verleden heeft gedaan. Daarna zullen ook wij ‘nooit afvallig’ worden.
Onze wapens van opstandigheid neerleggen en begraven, leidt tot ongekende vreugde. Met iedereen die zich ooit tot de Heer heeft bekeerd, worden wij ‘ertoe gebracht de verlossende liefde te bezingen’. Onze hemelse Vader en zijn Zoon, onze Verlosser, bevestigen hun oneindige toewijding aan ons ultieme geluk met hun diepe liefde en offer. Die liefde ervaren we elke dag. Laten wij Hun op onze beurt dan onze liefde en trouw betonen. Mogen wij elke vorm van opstandigheid tegen God afleggen en diep, heel diep begraven, en vervangen door een gewillig hart en een gewillige geest. In de naam van Jezus Christus. Amen.