De Here gewijd in het dagelijks leven
De Here gewijd zijn maakt het dagelijks leven heilig. Het brengt ons nader en gelukkiger tot de Heer en tot elkaar.
Op onze recente Gong-familiereünie hielden we een leuke talentenshow, met onder meer een flauwe-grappenwedstrijd.
Maar deze wedstrijd ging anders dan anders. In het ene team zaten opa (ik) en twee kleinkinderen (12 en 11 jaar). In het andere team zat een AI-programma dat van een neef instructies kreeg om flauwe grappen, oftewel dad jokes, te vertellen in de stijl van Gerrit W. Gong. Opa Gerrit Gong versus AI Gerrit Gong.
De kleinkinderen en ik waren eerst aan de beurt.
Hoe noem je een dinosaurus die aan yoga doet? Tyrannosaurus Flex.
AI Gerrit Gong kreeg de instructie: denk als Gerrit W. Gong. Praat zoals hij.
AI Gerrit Gong: ‘Hier is een dad joke in de liefdevolle, doordachte en opbouwende spreekstijl van Gerrit W. Gong: Waarom doet de nederige boom mensen glimlachen? Omdat die geworteld is in liefde en zich vertakt met vriendelijkheid. Net als die boom kunnen wij ook kracht putten uit onze wortels en vreugde vinden door vriendelijk voor anderen te zijn.’
Wat vindt u ervan? Daarom noemen we ze ook dad jokes.
Er is volop gelegenheid om te lachen, blij te zijn en met dankbare ogen te zien. Het evangelie verweeft vreugde en heiligheid in het dagelijks leven. Heiligheid is iets wijden voor heilige doeleinden. Maar heiligheid werkt ook door in ons dagelijks leven – zo verheugen we ons in ons dagelijks brood te midden van de distels en doornen in deze wereld. Om met de Heer te wandelen, moeten we heilig worden, want Hij is heilig. De Heer vraagt ons met name om met Hem te wandelen, zodat Hij ons heilig kan helpen worden.
We hebben allemaal een verhaal. Mijn vrouw en ik spreken altijd graag met u – kerkleden en vrienden in vele plaatsen en omstandigheden. Uw verhalen over de Here gewijd zijn in het dagelijks leven inspireren ons dan. Uw leven kenmerkt zich door contact met God, betrokkenheid en medeleven met elkaar, toewijding en verbondenheid met God, familie en vrienden, en Jezus Christus als het middelpunt van uw leven.
Er zijn steeds meer aanwijzingen voor dit opmerkelijke feit: gelovigen zijn gemiddeld gelukkiger, gezonder en tevredener dan mensen zonder spirituele toewijding of affiliatie. Geluk en voldoening in het leven, mentale en lichamelijke gezondheid, betekenis en zingeving, karakter en deugd, hechte sociale relaties, zelfs financiële en materiële stabiliteit – op al die aspecten scoren actieve gelovigen goed.
Hun betere lichamelijke en mentale gezondheid en voldoening in het leven zien we in alle leeftijds- en demografische groepen terug.
Wat onderzoekers ‘religieuze structurele stabiliteit’ noemen, biedt duidelijkheid, zingeving en inspiratie in alle onverwachte wendingen van het leven. Het huisgezin van geloof en de gemeenschap van heiligen voorkomen isolement en eenzaamheid in de massa. Als we de Here gewijd zijn, zeggen we nee tegen het godslasterlijke, nee tegen snauwerige betweterigheid ten koste van anderen, nee tegen algoritmen die van boosheid en polarisatie een verdienmodel maken. Als we de Here gewijd zijn, zeggen we ja tegen wat heiligheid en eerbied uitstraalt, ja tegen Hem in geloof volgen zodat we de meest vrije, gelukkige, authentieke en beste versie van onszelf worden.
Hoe ziet de Here gewijd zijn in het dagelijks leven eruit?
De Here gewijd zijn in het dagelijks leven ziet eruit als twee gelovige jongvolwassenen die een jaar getrouwd zijn, en oprecht en kwetsbaar evangelieverbonden, opoffering en dienstbaarheid in hun nieuwe gezamenlijke leven nastreven.
Zij zegt: ‘Op de middelbare school was ik somber. Ik had het gevoel dat God er niet voor me was. Op een avond kreeg ik een berichtje van een vriendin: “Hé, heb je Alma 36 weleens gelezen?”
‘Toen ik begon te lezen,’ zegt ze, ‘werd ik opeens overspoeld door vrede en liefde. Ik had het gevoel dat ik een dikke knuffel kreeg. Toen ik Alma 36:12 las, wist ik dat mijn hemelse Vader me zag, en precies wist hoe ik me voelde.’
Ze vervolgt: ‘Voordat we trouwden, zei ik eerlijk tegen mijn verloofde dat ik geen groot getuigenis van tiende had. Waarom wilde God dat wij geld gaven terwijl anderen zoveel te geven hadden? Mijn verloofde legde uit dat het niet om geld ging, maar om het naleven van een gebod, iets wat van ons gevraagd werd. Hij moedigde me aan om tiende te gaan betalen.
‘Ik heb mijn getuigenis echt zien groeien’, zegt ze. ‘Soms zitten we krap bij kas, maar we ontvingen heel veel zegeningen, en op de een of andere manier was ons salaris genoeg.’
En ‘in mijn opleiding tot verpleegkundige’, zegt ze, ‘was ik het enige lid van de kerk en de enige die getrouwd was. Vaak ging ik gefrustreerd of huilend de klas uit, omdat ik het gevoel had dat klasgenoten de pik op me hadden en negatieve opmerkingen maakten over mijn geloof, het feit dat ik garments droeg of zo jong getrouwd was.’
Toch zegt ze verder: ‘Het afgelopen semester heb ik geleerd hoe ik mijn geloof beter kan verwoorden en een goed evangelievoorbeeld kan zijn. Mijn kennis en getuigenis zijn toegenomen doordat mijn vermogen om alleen te staan en sterk te zijn in wat ik geloof op de proef werd gesteld.’
De jonge echtgenoot voegt daaraan toe: ‘Vóór mijn zending kreeg ik aanbiedingen van verschillende universiteiten om honkbal te spelen. Ik nam de moeilijke beslissing om die aanbiedingen af te slaan en ging de Heer dienen. Ik had die twee jaar voor geen goud willen missen.
‘Toen ik weer thuis was,’ zegt hij, ‘verwachtte ik een moeilijke overgang, maar ik merkte dat ik sterker, sneller en gezonder was. Ik wierp harder dan toen ik wegging. Ik kreeg meer aanbiedingen om te spelen dan toen ik vertrok, ook van mijn droomschool. En, het allerbelangrijkste,’ zegt hij, ‘ik vertrouw meer dan ooit op de Heer.’
Hij besluit met: ‘Als zendeling leerde ik anderen dat onze hemelse Vader ons kracht in onze gebeden belooft, maar soms vergeet ik dat voor mijzelf.’
De Here gewijd zijn in het zendingsleven levert een rijke en goedgevulde schat aan zegeningen op. Financiën, timing en andere omstandigheden maken het vaak niet makkelijk. Maar als zendelingen van alle leeftijden en achtergronden de Here gewijd zijn, komt het doorgaans op de tijd en wijze van de Heer goed.
Een seniorzendeling kijkt 48 jaar terug in de tijd: ‘Mijn vader wilde dat ik ging studeren en niet op zending zou gaan. Kort daarna kreeg hij een hartaanval en stierf hij op 47-jarige leeftijd. Ik voelde me schuldig. Hoe kon ik het goedmaken met mijn vader?
‘Later,’ gaat hij verder, ‘toen ik had besloten om op zending te gaan, zag ik mijn vader in een droom. Hij leek vredig en tevreden, en was blij dat ik ging dienen.’
Deze seniorzendeling vervolgt: ‘Zoals in Leer en Verbonden 138 staat, geloof ik dat mijn vader een zending in de geestenwereld zou kunnen vervullen. Ik zie voor me dat mijn vader ervoor zorgt dat onze overgrootvader, die op 17-jarige leeftijd uit Duitsland was vertrokken en die de familie nooit meer heeft teruggezien, wordt teruggevonden.’
Zijn vrouw voegt daaraan toe: ‘Van de vijf broers in het ouderlijk gezin van mijn man hebben de vier die op zending zijn geweest een hogere opleiding genoten.’
De Here gewijd zijn in het dagelijks leven ziet eruit als een jonge zendeling aan het eind van zijn zending die heeft geleerd om God in zijn leven te laten zegevieren. Toen hem eerder was gevraagd om iemand te zalven die erg ziek was, zei deze zendeling: ‘Ik heb geloof; ik zal hem zegenen met herstel. Maar’, zegt de zendeling nu, ‘ik zag op dat moment in dat ik niet moest bidden om wat ik wilde, maar om wat de Heer wist dat de persoon nodig had. Ik zegende de broeder met gemoedsrust en troost. Hij ging later vredig heen.’
De Here gewijd zijn in het dagelijks leven voelt als een straaltje licht door de sluier heen dat verbondenheid, troost en kracht biedt. Een bestuurder van een grote universiteit zegt dat hij voelt dat mensen die hij alleen van reputatie kent, voor hem bidden. Die mensen hebben hun leven gewijd aan de universiteit en blijven zich bekommeren om haar missie en studenten.
Een zuster doet elke dag haar best sinds haar echtgenoot haar en de kinderen ontrouw is geweest. Ik heb grote bewondering voor haar, en anderen zoals zij. Op een dag vouwde ze de was en verzuchtte ze stilletjes met haar hand op een stapel garments: ‘Wat heeft het voor zin?’ Ze voelde een zachte stem haar geruststellen: ‘Jouw verbonden zijn met Mij.’
Een andere zuster verlangde vijftig jaar lang naar een goede band met haar vader. ‘Toen ik opgroeide’, zegt ze, ‘hoorden mijn broers en mijn vader bij elkaar, en dan was ik er nog – de enige dochter. Ik wilde niets liever dan “goed genoeg” zijn voor mijn vader.
‘Toen overleed mijn moeder! Zij was de enige schakel tussen mijn vader en mij.
‘Op een dag’, zegt deze zuster, ‘hoorde ik een stem zeggen: “Nodig je vader uit om samen naar de tempel te gaan.” Daarmee begon onze traditie om twee keer per maand samen naar het huis des Heren te gaan. Ik zei tegen mijn vader dat ik van hem hield. Hij zei dat hij ook van mij hield.
‘Tijd doorbrengen in het huis des Heren heeft voor genezing gezorgd. Mijn moeder kon ons op aarde niet helpen. Zij moest kennelijk aan de andere kant van de sluier zijn om te helpen herstellen wat gebroken was. De tempel voltooide onze heling als eeuwig gezin.’
De vader zegt: ‘De tempelinwijding was een geweldige geestelijke ervaring voor mij en mijn enige dochter. Nu gaan we samen naar de tempel en voelen we onze liefdesband sterker worden.’
De Here gewijd zijn in het dagelijks leven zorgt ook voor tedere momenten wanneer dierbaren overlijden. Eerder dit jaar is mijn lieve moeder, Jean Gong, enkele dagen voor haar 98e verjaardag vredig het hiernamaals ingegaan.
Als je mijn moeder vroeg: ‘Wil je hazelnootijs met marshmallows, wittechocolade-ijs met gember, of aardbeienijs?’, zei ze altijd: ‘Ja, graag, mag ik ze allemaal proeven?’ Wie kan er nee zeggen tegen z’n moeder, vooral als ze van alle smaken in het leven houdt?
Ik vroeg mijn moeder eens welke beslissingen haar het meest hadden gevormd.
Ze zei: ‘Me laten dopen als lid van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen en verhuizen van Hawaï naar het vasteland, waar ik je vader leerde kennen.’
Mijn moeder liet zich als 15-jarige dopen, de enige in haar grote familie die lid van onze kerk werd. Haar verbondsgeloof en vertrouwen in de Heer zijn haar en al onze familiegeneraties tot zegen geweest. Ik mis mijn moeder, zoals u dierbaren in uw familie mist. Maar ik weet dat mijn moeder niet voorgoed weg is. Ze is nu gewoon niet hier. Ik eer haar en allen die dappere voorbeelden van alledaagse heiligheid voor de Heer zijn.
De Here gewijd zijn in het dagelijks leven houdt uiteraard ook in dat we vaker tot de Heer in zijn heilig huis komen. Dat geldt voor leden én vrienden van de kerk.
Drie vrienden bezochten de open dagen van de Bangkoktempel (Thailand).
‘Dit is een superhelende plek’, zei een van hen.
In de doopruimte zei een ander: ‘Nu ik hier ben, wil ik schoongewassen worden en nooit meer zondigen.’
De derde zei: ‘Voel je die geestelijke kracht?’
Zeven heilige woorden op onze tempels wenken ons en verklaren:
‘De Here gewijd.
De Here gewijd zijn maakt het dagelijks leven heilig. Het brengt ons nader en gelukkiger tot de Heer en tot elkaar. Het bereidt ons ook voor op het leven bij God onze Vader, met Jezus Christus en onze dierbaren.
Net als mijn vriendin vraagt u zich misschien af of uw hemelse Vader van u houdt. Het antwoord daarop is een volmondig ja! We voelen zijn liefde als we de Here dagelijks gewijd willen zijn, eeuwig en gelukkig. Dat we daarnaar zullen streven, bid ik in de heilige naam van Jezus Christus. Amen.