Algemene conferentie
De dingen van mijn ziel
Algemene oktoberconferentie 2021


13:4

De dingen van mijn ziel

Welke dingen overweegt u? Welke dingen zijn echt belangrijk voor u? Wat zijn de dingen van uw ziel?

Broeders en zusters, nu ik weer in ons geliefde Conferentiecentrum sta, moet ik denken aan de woorden van de apostel Petrus: ‘Heere, het is goed dat wij hier zijn.’1

Ik wil het vandaag hebben over de woorden van de profeet Nephi, die de kroniek van zijn volk bijhield na de dood van zijn vader, Lehi. Nephi zegt: ‘En op deze schrijf ik de dingen van mijn ziel.’2

Toen ik dit vers vroeger las, vond ik dat het woord dingen niet erg elegant of geestelijk was, niet gewichtig genoeg om ‘mijn ziel’ te vergezellen. Maar ik heb ontdekt dat dingen zo’n tweeduizend keer in de Schriften voorkomt.3 In Mozes bijvoorbeeld: ‘Ik ben het begin en het einde, de almachtige God; door mijn Eniggeborene heb ik deze dingen geschapen.’4 En Nephi zegt: ‘Zie, mijn ziel verheugt zich in de dingen van de Heer, en mijn hart overweegt voortdurend de dingen die ik heb gezien en gehoord.’5

Nephi’s uitspraak roept vragen op: ‘Welke dingen overweegt u?’ ‘Welke dingen zijn echt belangrijk voor u?’ ‘Wat zijn de dingen van uw ziel?’

De dingen van onze ziel worden vaak verduidelijkt en versterkt als we vragen stellen.

Ouderling Rasband in een videoconferentie
Devotional voor jongeren
Uitzending voor jongvolwassenen

Tijdens de pandemie heb ik gesproken met jongeren uit de hele wereld in grote en kleine devotionals, via uitzendingen en op sociale media, waarbij we hun vragen bespraken.

De 14-jarige Joseph Smith zat met een belangrijke vraag die hij aan de Heer voorlegde. President Russell M. Nelson heeft beklemtoond: ‘Leg uw vragen aan de Heer voor, en raadpleeg andere betrouwbare bronnen. Studeer met het verlangen om te geloven, in plaats van te hopen dat u een fout in het leven van de profeet of een discrepantie in de Schriften kunt ontdekken. Houd op uw twijfels te vergroten door ze met […] twijfelaars te bespreken. Laat u door de Heer op uw geestelijke ontdekkingsreis leiden.’6

Jongeren vragen me vaak wat ik geloof en waarom ik geloof.

Op een dag sprak ik virtueel met een jonge vrouw. Ik vroeg of dit de eerste keer was dat er een apostel bij haar op bezoek kwam. Ze glimlachte en antwoordde snel: ‘Ja.’ Ze had een interessante vraag: ‘Wat zijn de belangrijkste dingen die ik moet weten?’

Ik beantwoordde haar vraag met de dingen van mijn ziel, de dingen die me in staat stellen om ingevingen te horen, die mijn visie verder dan het wereldse verruimen, en die mijn evangeliewerk en mijn leven zin geven.

Ik wil graag enkele dingen van mijn ziel bespreken. Deze dingen zijn van toepassing op iedereen die ernaar streeft een ware discipel van Jezus Christus te zijn. Tien is een mooi, rond getal, maar ik geef u er zeven in de hoop dat u er zelf nog drie uit uw eigen ervaring aan toevoegt.

Ten eerste, heb God de Vader en Jezus Christus, onze Heiland, lief.

Jezus heeft ons het eerste grote gebod gegeven: ‘U zult de Heere, uw God, liefhebben met heel uw hart, met heel uw ziel en met heel uw verstand.’7

Toen president Nelson geroepen werd om de kerk van de Heer te leiden, verklaarde hij zijn toewijding aan God, onze eeuwige Vader, en aan zijn Zoon, Jezus Christus: ‘Ik ken Hen, ik heb Hen lief, en ik beloof om Hen – en u – te dienen met elke ademtocht die ik nog in me heb.’8

Dus ten eerste, heb de Vader en de Zoon lief.

Ten tweede, heb uw naaste lief.9

Dat is niet enkel een goed idee; het is het tweede grote gebod. Uw naasten zijn uw man of vrouw en uw familieleden, wijkleden, collega’s, kamergenoten, andersdenkenden, mensen in nood – eigenlijk iedereen. De kerngedachte van ‘heb uw naaste lief’ staat in de lofzang ‘Houd van elkander’ beschreven.10

President Nelson heeft uitgelegd: ‘Als we God met heel ons hart liefhebben, richt Hij ons in een prachtige, heilzame cyclus op het welzijn van anderen.’11

Ten derde, heb uzelf lief.

Dat vinden velen moeilijk. Is het niet bizar dat we het makkelijker vinden om van anderen te houden dan van onszelf? En toch zegt de Heer: ‘U zult uw naaste liefhebben als uzelf.’12 Hij schat onze goddelijkheid op waarde; en dat moeten wij ook doen. Als onze fouten, smarten, gevoelens van onbekwaamheid, teleurstelling, boosheid of zonden op ons wegen, kan de kracht van de verzoening van de Heiland, volgens Gods plan, onze ziel verheffen.

Ten vierde, onderhoud de geboden.

De Heer spreekt duidelijke taal: ‘Als u Mij liefhebt, neem dan Mijn geboden in acht.’13 Probeer elke dag een beetje vooruitgang te maken en in rechtschapenheid voorwaarts te streven.

Ten vijfde, wees altijd tempelwaardig.

Ik noem dat aanbevolen bij de Heer zijn. Of u nu naar de tempel kunt of niet, als u een geldige tempelaanbeveling waardig bent, blijft u gericht op de dingen die ertoe doen: het verbondspad.

Ten zesde, wees opgewekt en blij.

‘Welnu, wees welgemoed en vrees niet’,14 zegt de Heer. Waarom? Hoe doen we dat als we voortdurend tegenspoed kennen? Door de belofte van Jezus Christus: ‘Ik, de Heer, ben met u en zal u bijstaan.’15

President Nelson omschrijft het herstelde evangelie als ‘een boodschap van vreugde’.16 En hij legt uit: ‘De vreugde die we voelen heeft weinig te maken met onze omstandigheden in het leven en alles met waar we ons in het leven op richten.’17

Ten zevende, volg Gods levende profeet.

Dit is dan wel het zevende punt op mijn lijstje, maar het is in deze tijd het allerbelangrijkste.

Er is nu een profeet van God op aarde! Onderschat het belang daarvan niet. Denk even terug aan de jonge vrouw die ik noemde. Ze wilde weten welke dingen het belangrijkste waren. Ik zei toen: ‘Volg de levende profeet’, en ik herhaal dat vandaag.

Wij onderscheiden ons van andere kerken doordat we geleid worden door profeten, zieners en openbaarders die God voor deze tijd heeft geroepen. Ik beloof u dat u nooit zult afdwalen als u aan hun raad gehoor geeft. Nooit!

We worden in deze tijd ‘heen en weer geslingerd’.18 Spiritualiteit, fatsoen, integriteit en respect liggen onder vuur. We moeten keuzes maken. De stem van de Heer bij monde van zijn profeet kan onze angsten bedaren en ons opbeuren, want als president Nelson spreekt, spreekt hij namens de Heer.

We zijn gezegend met Schriftteksten en leringen die ons hieraan herinneren: ‘Mijn gedachten zijn niet uw gedachten, en uw wegen zijn niet Mijn wegen, spreekt de Heere.’19

Dat leerde ook Naäman, een groot bevelhebber in Syrië die melaats was. Hij kreeg te horen dat de profeet Elisa hem kon genezen. Elisa stuurde een boodschapper om tegen Naäman te zeggen dat hij zich zeven keer in de Jordaan moest wassen om genezen te worden. Belachelijk, vond Naäman. Er waren toch zeker grotere rivieren dan de Jordaan? En waarom stuurde Elisa een dienstknecht? Naäman verwachtte dat de profeet hem zou genezen. Naäman ging weg, maar liet zich door zijn dienstknechten ompraten: ‘Als die profeet u iets moeilijks opgedragen had, zou u dat niet gedaan hebben?’20 Naäman dompelde zich uiteindelijk zeven keer onder in de Jordaan en werd genezen.

Het verhaal van Naäman leert ons dat we risico’s nemen als we alleen naar de stukjes profetische raad luisteren die met onze denkwijze, verwachtingen of hedendaagse normen overeenkomen. Onze profeet wijst ons voortdurend de weg naar onze eigen Jordaan, waar we kunnen genezen.

De belangrijkste woorden die we kunnen horen, overpeinzen en volgen, zijn de woorden die door onze levende profeet worden geopenbaard. Ik getuig dat ik bij het bespreken van gewichtige kerkelijke en wereldse kwesties met president Nelson, heb gezien dat hem openbaring toevloeide. Hij kent de Heer, hij kent zijn wegen en hij verlangt dat al Gods kinderen de Heer Jezus Christus horen.

Jarenlang heeft de profeet ons twee keer per jaar in de algemene conferentie toegesproken. Maar met de complexe kwesties van deze tijd spreekt president Nelson veel vaker op forums,21 sociale media,22 devotionals23 en zelfs persconferenties.24 Ik heb hem diepzinnige boodschappen zien voorbereiden en presenteren, waarin hij ons heeft aangespoord om dankbaarder te zijn en al onze broeders en zusters op aarde meer te betrekken, en waardoor onze gemoedsrust, hoop, vreugde, gezondheid en genezing zijn toegenomen.

President Nelson is een begaafd spreker, maar belangrijker nog: hij is een profeet van God. Dat is eigenlijk verbazingwekkend. Maar het is cruciaal om te beseffen dat zijn duidelijke raad ons allen beschermt tegen het bedrog, de listigheid en de wereldse mentaliteit die almaar toenemen.25

De profetische mantel draait om openbaring. ‘De herstelling van de volheid van het evangelie van Jezus Christus: een proclamatie aan de wereld in het 200e gedenkjaar’, gegeven in de algemene aprilconferentie van 2020, beklemtoont dat de Heer dit werk leidt. In deze proclamatie zeggen het Eerste Presidium en het Quorum der Twaalf Apostelen: ‘Wij verklaren verheugd dat de beloofde herstelling door voortschrijdende openbaring doorgaat. De aarde zal nooit meer hetzelfde zijn, omdat God “alles weer in Christus bijeen [zal] brengen” (Efeze 1:10).’26

‘Alles […] in Christus’27 en ‘de dingen van mijn ziel’28 – daar draaien deze kerk, dit evangelie en dit volk om.

Ik vraag u tot slot om stil te staan bij de zeven ‘dingen van mijn ziel’: heb God de Vader en Jezus Christus, onze Heiland, lief; heb uw naaste lief; heb uzelf lief; onderhoud de geboden; wees altijd tempelwaardig; wees opgewekt en blij; en volg Gods levende profeet. Ik vraag u om daar zelf nog drie punten aan toe te voegen. Bedenk hoe u de ‘dingen’ van uw hart met anderen kunt delen, en ze kunt aanmoedigen om te bidden, te overpeinzen en naar de leiding van de Heer te streven.

De dingen van mijn ziel zijn mij even dierbaar als de uwe voor u. Die dingen versterken ons werk in de kerk en op alle gebieden van ons leven. Ze verbinden ons met Jezus Christus, herinneren ons aan onze verbonden en zorgen ervoor dat we ons veilig in de armen van de Heer voelen. Ik getuig dat Hij verlangt dat onze ziel ‘nimmermeer [zal] hongeren of dorsten, maar verzadigd [zal] zijn’29 van zijn liefde, doordat wij ernaar streven om zijn ware discipelen te worden, en om één met Hem te zijn, zoals Hij één met de Vader is. In de naam van Jezus Christus. Amen.