2005
De boodschap op een etiket
Maart 2005


LUISTER NAAR DE STEM VAN EEN PROFEET

De boodschap op een etiket

De National Gallery in Londen is een van de belangrijkste kunstmusea in de hele wereld. Toen ik er een keer was, zag ik dat er prachtige portretten en landschappen hingen waar de naam van de kunstenaar niet op stond. Toen zag ik de volgende uitleg: ‘De informatie bij de schilderijen kan vaak (…) onze mening beïnvloeden; en hier hebben we dat opzettelijk minder belangrijk gemaakt, in de hoop dat de bezoekers de informatie pas zullen lezen nadat ze het kunstwerk bekeken hebben en hun eigen mening erover hebben gevormd.’

Net als de naambordjes op schilderijen is het uiterlijk van mensen vaak misleidend. Er zijn mensen die ogenschijnlijk geen talent hebben. Typerend was de aanduiding onder een schilderij van de jonge Abraham Lincoln voor zijn bescheiden geboortehuis — een eenvoudige blokhut. Er stond: ‘Slecht behuisd, slecht gekleed en ondervoed.’ Maar de echte aanduiding van de jongen was niet beschreven: ‘Tot onsterfelijke roem voorbestemd.’

Een dichter heeft geschreven:

Niemand weet wat een jongen waard is;

dat moeten we afwachten.

Maar elke man die een hoge positie bekleedt,

is ooit een jongen geweest.

De jonge Samuel moet er als iedere jongen van zijn leeftijd hebben uitgezien toen hij onder leiding van Eli in dienst van de Heer werkzaam was. Toen Samuel naar bed was gegaan en de stem van de Heer hoorde, die hem riep, dacht Samuel dat het de bejaarde Eli was die hem riep en hij antwoordde: ‘Hier ben ik’ (1 Samuel 3:4). Maar toen Eli naar het verhaal van de jongen had geluisterd en hem verteld had dat het de Heer was, volgde Samuel de raad van Eli op en beantwoordde de oproep van de Heer met de gedenkwaardige woorden: ‘Spreek, want uw knecht hoort’ (1 Samuel 3:10). Vervolgens staat er: ‘Samuel nu groeide op, en de Here was met hem. (…)

‘En geheel Israël van Dan tot Berseba kwam tot de erkenning, dat aan Samuel door de Here het ambt van profeet was toevertrouwd’ (1 Samuel 3:19–20).

In zijn jeugd was Jezus in de tempel te vinden, ‘te midden der leraren’, en zij luisterden naar Hem en stelden Hem vragen.

‘Allen nu, die Hem hoorden, waren verbaasd over zijn verstand en zijn antwoorden’ (Lucas 2:46–47). De schriftgeleerden in de tempel mogen de jongen dan wel het etiket ‘intelligent’ hebben opgeplakt, maar zeker niet dat van ‘Zoon van God en toekomstige Verlosser van het hele mensdom’.

De boodschap op het etiket van een nederig hart luidt: ‘Heer, hier ben ik.’ Dat gold voor de jonge Samuel; en dat was de ervaring van Jezus. Moge het altijd het etiket zijn dat eenieder van ons wordt opgeplakt.

Aangepast overgenomen uit ‘Etiketten’, Liahona, september 2000, pp. 2–7.

Afdrukken