HUISBEZOEKBOODSCHAP
Verheug u in de ZHV
Kies met een gebed in uw hart de teksten en leringen uit deze boodschap die aansluiten bij de behoeften van de zusters die u bezoekt. Vertel over eigen ervaringen en geef uw getuigenis. Nodig de zusters die u bezoekt uit om dat ook te doen.
De profeet Joseph Smith: ‘Deze vereniging moet instructie ontvangen volgens de orde die God heeft ingesteld — door middel van hen die als hun leidinggevenden zijn aangesteld — en nu geef ik u in naam van God de sleutel, en deze vereniging zal zich verheugen (…). Als u naar uw voorrechten leeft, kunnen de engelen er niet van weerhouden worden bij u te zijn.’ (Notulen ZHV maart 1842–maart 1844, pp. 38, 40, kerkarchief.)
Wat is de goddelijke rol van de ZHV in de herstelling van de kerk?
Bonnie D. Parkin, algemeen ZHV-presidente: ‘De ZHV behoort een veilige plek te zijn waar we de liefde van de Heer voelen en waar we leren om ons gezin te sterken, naastenliefde te hebben en onze verbonden op waarde te schatten. En als we heilige verbonden op waarde schatten, schatten we ook ons lidmaatschap in een organisatie, in een kerk, die ons tot Christus brengt, op waarde.’ (‘We hebben elkaar zo hard nodig!’, Liahona, maart 2004, p. 30.)
President Joseph Fielding Smith (1876–1972): ‘De profeet Joseph Smith is door de Heer geïnspireerd om de kerk zo’n fantastische organisatie te geven (…). Niet alleen om hen tot nut te zijn die geroepen zijn om er deel aan te hebben, maar tot nut van alle leden van de kerk (…). De organisatie van de Kerk van Jezus Christus zou beslist niet volledig zijn geweest zonder deze fantastische organisatie.’ (‘The Relief Society Organized by Revelation’, Relief Society Magazine, januari 1965, pp. 4, 6.)
Wat voor vreugde geeft het u bij de ZHV te horen?
President Joseph F. Smith (1838–1918): Deze organisatie is (…) op last van God opgericht om zich in te zetten voor de verlossing van de ziel van de mensen (…).
‘U bent geroepen door de stem van de profeet van God om de grootste en de beste, de reinste en meest toegewijde aan het goede te zijn, en het is uw plicht om uw voorrechten te genieten en alles te verkrijgen dat tot uw roeping behoort en wat u van de Heer en zijn gaven zou moeten beërven.’ (Zie Leringen van kerkpresidenten: Joseph F. Smith [1998], p. 184.)
President Gordon B. Hinckley: “Recht uw rug. Werk ijverig. Doe wat de kerk van u verwacht. Bid in geloof. We weten nooit hoeveel goeds we kunnen bereiken. Iemand zal door uw inspanningen gezegend worden.’ (‘Aan de vrouwen van de kerk’, Liahona, november 2003, p. 115.)
President Boyd K. Packer, waarnemend president van het Quorum der Twaalf Apostelen: ‘In het hart van elke vrouw moet het (…) gevoel worden aangekweekt dat ze tot de ZHV behoort, in plaats van slechts naar een les te gaan. Zusters, u moet af van het idee dat u de ZHV alleen maar bijwoont en moet het gevoel krijgen dat u erbij hoort !’ (Zie ‘De zustershulpvereniging’, De Ster, juli 1998, p. 82.)