Wat moest er gebeuren?
Voordat het eerste visioen en de herstelling van het evangelie konden plaatsvinden, moest de wereld erop voorbereid worden.
De herstelling van de kerk vond niet plaats bij de eerste verschijning van onze hemelse Vader en zijn Zoon aan Joseph Smith. Net als de grond moet worden voorbereid voordat die ingezaaid kan worden, had de aarde de juiste voeding nodig voordat de Kerk van Jezus Christus met succes hersteld kon worden.
In de eeuwen na de grote afval (zie ‘Wat is er met Christus’ kerk gebeurd?’, Liahona , februari 2005, p. 12), bereidde de Heer de aarde voor zodat Hij zijn kerk kon inzaaien. Hij bereidde een plek waar de kerk zou kunnen groeien, en een tijd waarin de mensen bereid zouden zijn om haar te aanvaarden.
Renaissance en reformatie
Toen in de veertiende eeuw de Renaissance aanving, begonnen de mensen los te breken uit de oude manieren van denken. Wetenschap, kunst, literatuur en andere studiegebieden kwamen in Europa tot bloei. De deur naar nieuwe ideeën, onderzoeken en uitvindingen ging open.
Al die nieuwe denkbeelden, en het feit dat de Bijbel door de nieuwe druktechnieken meer mensen ter beschikking stond, zetten velen ertoe aan om eens goed na te denken wat ze eigenlijk wisten en wat ze van godsdienst vonden. Mensen zoals John Wycliffe in Engeland en Johannes Calvijn in Zwitserland begonnen de gebruiken van de gevestigde kerk in twijfel te trekken. Zij zagen in dat de kerk in hun tijd verschilde van de kerk in de tijd van het Nieuwe Testament.
Maarten Luther was ook een van die mensen, die we hervormers noemen, die inzagen dat sommige gebruiken van de gevestigde kerk niet juist waren. Hij was een godsdienstig, geschoold man die de gebruiken van de kerk die niet overeenkwamen met de leringen in de Bijbel wilde veranderen. In 1517 schreef Luther een document om een discussie op gang te brengen over de gebruiken van de kerk, een geschrift dat ook wel de 95 stellingen genoemd wordt, en spijkerde het aan de deur van een kerk in Wittenberg (Duitsland). Daarmee luidde hij het begin in van de protestantste reformatie.
Luther werd wegens zijn protestdaad geëxcommuniceerd als lid van de katholieke kerk, maar zijn verlangen om zich te houden aan de leringen in de Bijbel bleef. Door zijn jarenlange inzet en zijn Duitse vertaling van de Bijbel zette hij de deur open voor het werk van andere hervormers. Velen volgden Luther en gelijkgestemden die zich inzetten om de gevestigde kerk te hervormen of een nieuwe kerk te stichten. Die mensen werden protestanten genoemd.
Enkele protestanten en andere groeperingen wilden meer godsdienstige en economische vrijheid. De geest van de ontdekkingsreizigers bloeide nog volop en velen verlieten Europa om elders kolonies te stichten. Een van hun bestemmingen was Amerika.
Het land van de vrijheid
Vanaf de tijd dat Christoffel Columbus naar Amerika was gevaren, hadden de mensen al interesse om erheen te gaan. Kolonisten in Noord-Amerika stichtten dertien kolonies en richtten uiteindelijk een unie op die zich vrijmaakte van Groot-Brittannië en alle andere landen. Dat nieuwe land, de Verenigde Staten van Amerika, had een grondwet waarin godsdienstvrijheid werd gegarandeerd.
Laat achttiende, begin negentiende eeuw — rond de tijd dat de Verenigde Staten een vrij land werd — kwam er in het noordoosten van de Verenigde Staten een godsdienstige opleving. De profeet Joseph Smith heeft een beschrijving gegeven van die opleving: ‘In de plaats waar wij woonden, [ontstond er] een ongebruikelijke godsdienstige opwinding. (…) Het hele gebied leek er wel door aangetast, en grote menigten sloten zich aan bij de verschillende godsdienstige groeperingen, wat onder de mensen de nodige opschudding en verdeeldheid veroorzaakte’ (Geschiedenis van Joseph Smith 1:5).
Vanwege de godsdienstige verwarring om hem heen, en vanwege zijn geloof in de Schriften, ging Joseph in 1820 in de omgeving van zijn ouderlijk huis naar een bos. Hij bad om antwoorden op zijn vragen. Het antwoord op zijn gebed had uiteindelijk tot gevolg dat de ware Kerk van Jezus Christus in onze tijd werd hersteld.
Het juiste tijdstip
De herstelling van de ware Kerk van Jezus Christus kon pas plaatsvinden toen onze hemelse Vader alles had geregeld dat zijn kerk in staat zou stellen om op te bloeien in een land dat daarvoor was voorbereid. De renaissance, de protestantse reformatie, de vestiging van de Verenigde Staten als een vrij land, en de voorbereiding van een veertienjarige jongen, Joseph Smith, maakten alle deel uit van het plan van de Heer om de volheid van zijn evangelie terug naar de aarde te brengen zodat zijn kinderen behouden konden worden.
DE BIJBEL
Vóór de renaissance, werden bijbels langzaam met de hand gekopieerd, waren ze duur in aanschaf, en bestonden ze alleen maar in talen die de meeste mensen niet goed lezen konden. Daardoor konden alleen rijken, geschoolden en geestelijken de Schriften aanschaffen en lezen.
Met de uitvinding van de drukpers in ongeveer 1450 werd het mogelijk om de Bijbel in massaproductie te nemen. Door die massaproductie werden bijbels goedkoper. En door de lagere prijs en nieuwe vertalingen kregen veel mensen toegang tot de Schriften.
De officiële Engelse uitgave die gebruikt wordt in De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen, is de King Jamesvertaling van de Bijbel. Ongeveer zeven jaar lang werkten meer dan vijftig geleerden aan de King Jamesvertaling. Ze gebruikten daarvoor de beste bronnen die ze tot hun beschikking hadden. De vertaling werd in 1611 uitgegeven.
Joseph Smith was in 1820 in de Bijbel aan het lezen toen hij geïnspireerd werd om tot God te bidden (zie Jakobus 1:5). Nadat de toegang tot de Schriften honderden jaren lang beperkt was geweest, kon iedereen — zelfs een veertienjarige boerenjongen — de Bijbel lezen en er van leren.
Maarten Luther
Maarten Luther, geboren in 1483, is een van de belangrijkste hervormers uit de geschiedenis, hoewel hij niet de eerste was. Het is niet de bedoeling van zijn vader dat hij theoloog wordt. Hij wil dat Maarten rechten gaat studeren, maar zijn zoon laat zijn rechtenstudie vallen en gaat bij een kloosterorde.
Hij bestudeert de Bijbel grondig en komt tot de conclusie dat de mens alleen door geloof wordt verlost, niet door zijn goede werken (een overtuiging die men in de Lutherse kerk nog steeds heeft). Zijn bijbelkennis leidt er ook toe dat hij het gedrag van kerkleiders aan de kaak stelt, want zij zijn volgens hem corrupt. Wat hem vooral boos maakt, is de verkoop van aflaten, waarmee mensen zogenaamd vergeving kunnen kopen.
Maarten Luthers studie leidt tot het opstellen van een document dat de 95 Stellingen genoemd wordt, waarin hij de gebruiken van de kerk aanvecht. Hij legt daarmee het fundament voor toekomstige hervormers, die zich inzetten voor godsdienstvrijheid in Europa.
CHRISTOFFEL COLUMBUS
De profeet Nephi zag Columbus in een visioen en schreef het volgende over hem: ‘En ik keek en zag een man onder de andere volken, die door de vele wateren van het nageslacht van mijn broeders was gescheiden; en ik zag de Geest Gods, en dat Hij neerdaalde en op de man inwerkte; en hij ging uit op de vele wateren, ja, naar het nageslacht van mijn broeders dat zich in het beloofde land bevond’ (1 Nephi 13:12).
In zijn dagboek en in brieven aan anderen schreef Columbus hoe hij zich op de reis naar Amerika geïnspireerd voelde: ‘Onze Heer ontsloot mijn verstand, stuurde mij de zee op en gaf mij vuur voor die daad. (…) Wie kan eraan twijfelen dat de Heilige Geest mij inspireerde?’ (Geciteerd door Mark E. Petersen in The Great Prologue [1975], p. 26.)
Toen ze enkele weken gevaren hadden, was Columbus’ bemanning het beu dat ze maar geen land vonden. Columbus zei de bemanning dat ze zouden omdraaien en terugkeren als ze niet binnen twee dagen land zagen. Vervolgens bad hij tot de Heer. De volgende dag zagen ze land — ze hadden Amerika gevonden. Er zouden nog veel mensen volgen. Zij stichtten een land van vrijheid.
DE GRONDLEGGERS
De Heer inspireerde mensen in de oorspronkelijke dertien Amerikaanse kolonies om een grondwet op te stellen en een regering te stichten. In Leer en Verbonden 101:80 zegt de Heer dat Hij ‘de grondwet van dit land gevestigd [heeft] door de hand van wijze mannen die Ik juist voor dat doel heb doen opstaan, en het land door middel van bloedvergieten losgekocht.’
President Wilford Woodruff (1807–1898) heeft het volgende gezegd over de goede mannen die bij hebben gedragen tot de vestiging van de Verenigde Staten van Amerika: ‘De mannen die het fundament van deze Amerikaanse regering hebben gelegd (…) waren de beste geesten die de God des hemels op aarde kon vinden. Zij waren uitverkoren geesten [en] werden geïnspireerd door de Heer.’ (Conference Report, april 1898.)
‘De hervormers waren pioniers die een weg baanden in de wildernis, wanhopig zoekend naar de aanknopingspunten die, zo meenden zij, de mensheid terug konden leiden naar de waarheid die Jezus had geleerd.
‘John Wycliffe, Maarten Luther, Johannes Hus, Zwingli, Knox, Calvijn en Tyndale waren allen pioniers uit de hervormingsperiode. Van belang was de uitspraak van Tyndale tegen zijn critici: “Ik zal ervoor zorgen dat een jongen die een ploeg stuurt meer van de Schriften weet dan u.” [Zie Roger Hillas, ‘The History of the Book’, Washington Post, 10 april 1996.]
‘Zo waren de leringen en het leven van de grote hervormers. Hun daden waren heldhaftig, hun bijdragen talrijk, hun offers groot — maar ze herstelden het evangelie van Jezus Christus niet.’
Præsident Thomas S. Monson, førsterådgiver i Det Første Præsidentskab, »De viste vej«, Stjernen, juli 1997, s. 51.