2007
Extra ideeën voor de participatieperiode, januari 2007
Januari 2007


Extra ideeën voor de participatieperiode, januari 2007

Jeugdwerkleidsters kunnen de volgende ideeën gebruiken als aanvulling op de participatieperiode in deze uitgave van de Liahona. Voor de les, de instructies en de activiteit die overeenkomen met deze ideeën, raadpleegt u ‘Wees niet bevreesd’ op pp. K4 en K5 van De Kindervriend in deze uitgave.

  1. Als ik bid, wordt mijn geloof in Jezus Christus versterkt. Met toestemming van de bisschop of gemeentepresident nodigt u een broeder uit de wijk of gemeente uit om eenvoudig verkleed Joseph Smith uit te beelden en het verhaal van het eerste visioen te vertellen. (Zie Geschiedenis van Joseph Smith 1:5–20.) Laat hem nadruk leggen op het geloof dat Joseph Smith had toen hij Jakobus 1:5 las en wist dat hij ‘God daarom’ moest bidden. Laat hem beschrijven dat Joseph Smith vastberaden naar het bos ging om een antwoord op zijn vragen te ontvangen. Terwijl de gast het verhaal vertelt, laat u de pianiste op de achtergrond zachtjes ‘Joseph Smiths eerste gebed (lofzang 26) spelen, of een andere lofzang over de profeet. Laat de gast zijn getuigenis van Joseph Smith en de kracht van het gebed geven. Zorg voor voldoende zangbundels en laat de kinderen ‘Joseph Smiths eerste gebed’ zingen.

  2. Ik heb geloof in de Heer Jezus Christus. Hij zal me de geboden helpen onderhouden. Laat zien hoe een mosterdzaadje er uitziet. Loop rond zodat de kinderen kunnen zien hoe klein het is. (Als er in uw gebied geen mosterdzaadjes te krijgen zijn, neem dan een ander zaadje dat in iets groots kan uitgroeien, zoals een pit die tot een boom kan uitgroeien.) Laat de kinderen Lucas 17:5–6 opzoeken. Lees die teksten samen. Herformuleer de teksten door uit te leggen dat de apostelen meer geloof wilden hebben. Jezus zei dat ze zelfs met een klein beetje geloof een grote boom konden verplaatsten. Ouderling David B. Haight (1906–2004) van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd: ‘President Hinckley bespreekt vaak met ons dat hij graag meer geloof onder ons volk zou zien groeien. Dat geloof is een resultaat van het naleven van de beginselen van het evangelie, leven zoals we moeten.’ (‘Het geloof van onze profeten’, Liahona, januari 2002, p. 26.) Als wij de geboden onderhouden, zal ons geloof toenemen. Als ons geloof toeneemt, zullen we een groter verlangen krijgen om de geboden te onderhouden.

    Zing ‘Wees gehoorzaam aan de geboden’ (lofzang 197). Geef ieder kind potlood en papier. Laat de kinderen het vel papier in vieren vouwen. Laat ze een tekening maken van vier geboden die ze kunnen onderhouden. (Zie ‘Tekenen’, Onderwijzen — geen grotere roeping [1999], pp. 174–175.) Om ze ideeën te geven wat ze kunnen tekenen, laat u de pianiste verscheidene jeugdwerkliedjes over specifieke geboden spelen, zoals over doop, gebed, tiende enzovoort. Geef de kinderen de kans om hun tekeningen te laten zien. Leg uit hoe geloof hen zal helpen bij het onderhouden van de geboden. Geef uit eigen ervaring een voorbeeld dat u door uw geloof in de Heer in staat was om zijn geboden te onderhouden, en getuig van zijn liefde voor u.

  3. Lied: ‘Ik volg Hem in geloof’ (Liahona, februari 2003, p. K16; of het Kinderprogramma voor de avondmaalsdienst en overzicht participatieperiode 2007 [2006], p. 11.) «Leg uit dat het lied ‘Ik volg Hem in geloof’ een opsomming is van wat God voor ons doet. Zet 1, 2, 3 en 4 op het bord. (U kunt het lied in twee gedeelten behandelen — één couplet per week. Zet alle vier cijfers op het bord, maar behandel de eerste week alleen de eerste twee dingen.) Laat de kinderen opletten wat God als eerste doet. Zing ‘Omdat de Heer mij gezegend heeft’, en zing ‘la la la’ in plaats van de volgende twee regels. Als de kinderen antwoord geven, zet dan ‘gezegend’ achter 1. Laat de kinderen de woorden met u mee zingen en dan ‘la la la’ in plaats van de volgende twee regels, net als u. Volg dat patroon voor ‘De Heer verhoort mijn gebeden stil.’ Leg uit dat in het gedeelte waar ze ‘la la la’ zingen, meer over de zegen staat. Als u de rest van de regels doorneemt, laat de kinderen dan in de verschillende gedeelten op woorden letten die rijmen (heeft/leeft, stil/wil). Zeg hoe dankbaar u bent voor alle zegeningen die u van onze hemelse Vader ontvangt. Geef uw getuigenis van Gods liefde en hoe belangrijk het is om Hem in geloof te volgen.

Afdrukken