2007
Dierbare lofzang vijftig jaar oud
Januari 2007


Dierbare lofzang vijftig jaar oud

De lofzang ‘Ik ben een kind van God’ (lofzang 195) heeft over de hele aarde geklonken. Sinds 1957 zijn de muziek en de woorden over de hele wereld door volwassenen en jeugdwerkkinderen ten gehore gebracht.

Nu het lied vijftig jaar bestaat, en in ruim negentig talen is vertaald, blijft het vele harten beroeren.

De boodschap van de lofzang met drie coupletten gaat over de evangeliewaarheid dat iedereen een zoon of dochter van God is en met een eeuwig doel op aarde is gekomen. Er wordt van ouders en leerkrachten verwacht dat zij de kinderen helpen bij het nemen van rechtschapen beslissingen, die tot eeuwig leven en geluk kunnen leiden.

De woorden van het lied luiden:

1. Ik ben een kind van God,

door Hem op aard’ gebracht.

Hij heeft mij met een veilig thuis

en ouders lief bedacht.

[Refrein]

Leid mij, help mij, blijf dicht bij mij,

vraag ik hun steeds weer,

leer mij al wat ik moet doen,

dat ik tot Hem wederkeer.

2. Ik ben een kind van God,

toch voel ik mij heel klein;

begrijpen wil ik heel zijn plan,

een voorbeeld altijd zijn.

3. Ik ben een kind van God.

Hij geeft mij toch zoveel,

als ik maar leer zijn wil te doen,

wordt zaligheid mijn deel.

Naomi W. Randall, die lid van het algemeen jeugdwerkbestuur en raadgeefster in het algemeen jeugdwerkpresidium was, schreef op verzoek van het algemeen jeugdwerkbestuur ‘Ik ben een kind van God’. Mildred T. Pettit, die ook lid van het algemeen jeugdwerkbestuur was, componeerde de muziek.

Zuster Randall heeft de manier waarop ze de woorden heeft geschreven als volgt weergegeven:

‘Die avond ging ik op mijn knieen en bad hardop. Ik smeekte onze hemelse Vader om me de juiste woorden in te geven. Rond twee uur werd ik wakker en begon ik weer over het lied na te denken. Ik kreeg woorden in mijn gedachten. (…) Ik stond meteen op en begon de woorden op te schrijven die in mijn gedachten kwamen. Al snel had ik drie coupletten en een refrein geschreven. Ik las het werk dankbaar door, liet de woorden tot me doordringen en ging terug naar mijn slaapkamer waar ik neerknielde om mijn hemelse Vader te bedanken.’ (Karen Lynn Davidson, Our Latter-day Hymns (1988), pp. 303–304.)

Zuster Randall stuurde de woorden naar zuster Pettit, die vele uren aan de muziek werkte.

De woorden in het refrein waren eerst: ‘Leer mij al wat ik moet weten.’ Nadat het lied was geschreven, woonde president Spencer W. Kimball een conferentie bij waar een jeugdwerkkoor het lied zong. Later vroeg hij aan zuster Randall of ze er bezwaar tegen zou hebben om ‘Leer mij al wat ik moet weten’ te veranderen in ‘Leer mij al wat ik moet doen’, en zo klinkt het refrein nog steeds.

‘Weten is niet voldoende’ zei president Kimball. ‘De duivels weten en huiveren; zij weten alles. Wij moeten iets doen.’ (‘New Verse Is Written for Popular Song’, Church News, 1 april 1978, p. 16.)

Er is ooit een vierde couplet geschreven voor een jeugdwerkkoor dat tijdens de algemene aprilconferentie in 1957 heeft gezongen. Toen de huidige lofzangenbundel werd samengesteld, besloten het algemeen muziekcomité en de afdeling coördinatie dat het vierde couplet niet officieel deel uitmaakte van het lied en niet werd opgenomen.

Toen later het boek Kinderliedjes werd samengesteld, besloot het algemeen jeugdwerkbestuur om het wel op te nemen. Het vierde couplet is vertaald in de twintig talen waarin het boek Kinderliedjes is vertaald. Het couplet luidt:

4. Ik ben een kind van God.

Hij is vaak heel dichtbij.

Hij wil graag dat ik bij Hem kom, ja, eens verwacht Hij mij.

De lofzang is voor het eerst opgenomen in Zing maar mee, een liederenbundel die in 1969 is uitgegeven, en in 1989 in Kinderliedjes, waarbij Darwin Wolford de muziek heeft bewerkt.

‘Ik ben een kind van God’ is een van de lofzangen en kinderliedjes die in het lesboek Evangeliebeginselen staan. Dat houdt in dat als er in een nieuwe taal kerkmateriaal wordt geïntroduceerd, ‘Ik ben een kind van God’ een van de lofzangen is die de leden vanaf het begin ontvangen.

In de Schriften, lesboeken, bewerkingen voor instrument of koor, toespraken van algemene autoriteiten; op cd’s, stickers ‘Ik ben een kind van God’ en ander materiaal; overal klinkt de boodschap van de woorden en de melodie van deze geliefde lofzang. Ze heeft culturen, achtergronden en tradities doordrongen om alle mensen de waarheid bij te brengen dat iedereen een kind van God is.

Ouderling Robert D. Hales van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft in 1978 als lid van de Zeventig het volgende over het lied gezegd: ‘Onze Vader in de hemel houdt meer van ons dan wij kunnen begrijpen. Hij heeft gezegd dat Hij zijn volk telt (zie Alma 26:37) en dat eenieder van ons belangrijk in zijn ogen is. Hij wil dat wij bij Hem en Jezus terugkeren. Hij wil dat wij door middel van gebed met Hem communiceren, zeggen dat wij Hem liefhebben en die liefde bekrachtigen door zijn geboden te onderhouden. Door gehoorzaamheid kunnen we meer op Hem gaan lijken en de karaktereigenschappen ontwikkelen die wij volgens Hem moeten hebben.’ (‘I Am a Child of God’, Tambuli, November 1978, p. 21; Friend, maart 1978, p. 7.)