Generaties in liefde aaneengeschakeld
Aan ons ingeboren verlangen naar familieverbanden wordt voldaan als we door de heilige verordeningen van de tempel aan onze voorouders worden geschakeld.
De post die we in de kerst- of paastijd ontvangen, brengt herinneringen terug aan goede vrienden en verwanten. In een paar van die brieven bleken dierbare familiefoto’s te zitten. Deze hier trok vooral mijn aandacht.
Dit is een van onze achterkleindochters. Ik noem haar ‘Lieve Ruby’. Deze foto deed mij denken aan haar moeder toen die van dezelfde leeftijd was. Uit mijn collectie viste ik deze foto van de moeder van Lieve Ruby op — een van onze kleindochters.
Ik heb deze foto van de moeder van Lieve Ruby 29 jaar geleden genomen. Haar ogen zijn nog net zo blauw.
Er kwamen fijne herinneringen van een halve eeuw oud naar boven, toen de grootmoeder van Lieve Ruby — een van onze dochters — net ons gezin was komen versterken. Dit is een foto van haar als baby. Nu is ze een schattige grootmoeder, en ik ben de overgrootvader van Lieve Ruby. (Ik zal u mijn foto als baby maar niet laten zien. Dat zou niet echt helpen.) Deze foto’s illustreren de liefde die onze vier generaties samensmeedt.
Als ik denk aan de liefde die ik voor ieder lid van onze familie voel, word ik mij, in geringe mate, bewust van de liefde die onze hemelse Vader voor zijn kinderen heeft. Terwijl het gezin wereldwijd onder vuur ligt, verkondigt, propageert en verdedigt De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen de waarheid dat de verwezenlijking van het eeuwige plan van de Schepper voor zijn kinderen staat of valt met het gezin. ‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’ en de activiteiten die wij op het gebied van familiegeschiedenis ontplooien, zijn slechts twee bewijzen van hoe deze kerk het gewijde instituut gezin hoop biedt en te hulp komt.
Wij verkondigen dat de liefde van God voor zijn kinderen oneindig is. Hij heeft ze allemaal lief, ongeacht ras, nationaliteit of geslacht.1 Dat is vanaf het begin zo geweest en zal altijd zo blijven. Hij nodigt iedereen uit om de eeuwige verhoging van zijn of haar eigen gezin te verwerven. Het is zijn werk en zijn heerlijkheid om de onsterfelijkheid en het eeuwige leven — de verhoging — van zijn kinderen tot stand te brengen.2 ‘Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe.’3
De verzoening van zijn geliefde Zoon heeft de verwezenlijking van deze beide doelen van de Vader mogelijk gemaakt. Zonder de verzoening zou er geen onsterfelijkheid zijn. Zonder de verzoening zouden we niet meer in de tegenwoordigheid van de Vader kunnen terugkeren en zou het gezin over het graf heen niet meer bestaan.
Dankzij de verzoening komen deze ultieme zegeningen binnen het bereik van ieder kind van God dat zijn eeuwige wetten gehoorzaamt. Door de eeuwen heen hebben veel van zijn kinderen de hand gelegd op de zegeningen van het evangelie, maar nog veel meer van zijn kinderen niet. Vóór de grondlegging van de wereld heeft onze hemelse Vader de verordening van de doop ingesteld voor wie zonder kennis van het evangelie sterven.4 Hij houdt ook van die kinderen.
Hij heeft ook voor hen in de mogelijkheid voorzien om deel uit te maken van een eeuwige familie. Iedere mens die op aarde komt, is het product van generaties aan ouders. We hebben een aangeboren verlangen om met onze voorouders te worden verbonden. Dat verlangen zetelt in ons hart, ongeacht onze leeftijd.
Denk eens na over de geestelijke verbanden die ontstaan als een jongevrouw haar grootmoeder helpt met familiegegevens in een computer invoeren, of als een jongeman de naam van zijn overgrootvader op een volkstellingslijst ziet staan. Als ons hart zich tot onze voorouders wendt, verandert er iets in ons. We voelen dat we deel uitmaken van iets dat groter is dan onszelf. Aan ons ingeboren verlangen naar familieverbanden wordt voldaan als we door de heilige verordeningen van de tempel aan onze voorouders worden geschakeld.
Omdat dit werk zo belangrijk is, bouwt de kerk de tempels dichter bij de mensen,5 en kan men veel makkelijker dan voorheen familiehistorisch onderzoek doen. Ook is de methode van namen zoeken en klaarmaken voor tempelverordeningen vereenvoudigd. In de algemene conferentie van oktober 2005 heeft president Gordon B. Hinckley een grote stap voorwaarts op het gebied van familiegeschiedenis en tempelwerk aangekondigd. Hij zei: ‘Een van de lastigste aspecten van ons tempelwerk is dat nu we steeds meer tempels over de hele aarde krijgen, er dubbel werk wordt gedaan in de plaatsvervangende verordeningen. (…) Daarom werken wij al enige tijd aan een uiterst moeilijke onderneming. (…) De oplossing ligt in geavanceerde computertechnologie.’6
Sindsdien is niet alleen veel dubbel werk verminderd, maar zijn ook de procedures vereenvoudigd, zodat nagenoeg ieder lid van de kerk nu aan familiehistorisch en tempelwerk kan meedoen. De tijd dat dit heilige werk alleen voor deskundigen was weggelegd, ligt achter ons. Wat uw situatie ook is, u kunt nu direct aan uw familiegeschiedenis beginnen. Jeugdwerkkinderen kunnen een stamboom tekenen. Jongeren kunnen zich plaatsvervangend laten dopen. Ze kunnen de oudere generaties ook wegwijs maken op de computer. Ouders kunnen verhalen uit hun leven aan hun kinderen en kleinkinderen vertellen. Volwassen waardige leden van de kerk kunnen een tempelaanbeveling krijgen en tempelverordeningen voor eigen verwanten verrichten.
De profeet Joseph Smith heeft gezegd: ‘De grootste plicht in deze wereld die door God op onze schouders is geplaatst, is het zoeken naar onze doden.’7 De nieuwe technologieën maken het eenvoudiger om aan deze plicht te voldoen. Het familiehistorisch en tempelwerk wordt nu vergemakkelijkt met een programma dat de nieuwe ‘FamilySearch’8 heet. Met behulp van dit nieuwe internetprogramma kunnen de leden hun voorouders traceren, vaststellen welk verordeningswerk zij nodig hebben, en hun namen klaarmaken voor de tempel. U kunt er thuis mee aan de slag, of in een centrum voor familiegeschiedenis,9 of waar ook maar een computer met internetverbinding is. De stappen zijn eenvoudig.10
Eerst stelt u vast voor welke mensen u tempelwerk wilt doen.
Dan drukt u een zogeheten Family Ordinance Request (verzoek tot verordening) af. Op deze afdruk staan de gegevens die de tempel nodig heeft. U hoeft dus geen diskette meer mee naar de tempel te nemen.
Op basis van dit verzoek tot verordening worden er in de tempel verordeningskaartjes aangemaakt. Als de verordening is verricht, wordt die ingevoerd en diezelfde dag nog in de nieuwe FamilySearch geregistreerd.
Maar hoe staat het met hen die geen computer hebben of deze technologie liever niet gebruiken? Maakt u zich geen zorgen! Neem één stap tegelijk. Begin thuis. Begin met een lege kartonnen doos, zoals president Boyd K. Packer heeft geopperd.11 Bewaar in die doos belangrijke informatie over uzelf en uw gezin. Voeg verdere gegevens toe over andere familieleden. Vraag daarna hulp aan de consulent of consulente familiegeschiedenis in uw wijk of gemeente. De nieuwe FamilySearch staat een consulent toe om in uw stamboom alle noodzakelijke gegevens in te voeren en namen klaar te maken voor de tempel.Er zijn wereldwijd zo’n zestigduizend consulenten werkzaam. De consulent(e) in uw wijk of gemeente zal u graag van dienst zijn.
De nieuwe FamilySearch verandert de gang van zaken van het familiehistorisch werk door in één gemeenschappelijke stamboom te voorzien. In het verleden werkte iedereen apart aan zijn of haar genealogie. Men wist in een en dezelfde familie vaak niet wie wat deed. Nu kan iedereen in overleg met anderen gegevens toevoegen aan de stamboom van de familie.
Hoewel de nieuwe FamilySearch een grote stap voorwaarts is, is het slechts een stap in de goede richting. Er zijn nog meer stappen nodig. Daar in het programma alle gegevens bijeen zijn gebracht die decennialang bij de kerk zijn ingediend, kan het gebeuren dat de nieuwe FamilySearch melding geeft van dubbel werk of van fouten die niet eerder zijn opgemerkt. Deze functie is in het bijzonder nuttig voor mensen met 19e-eeuwse pioniers in hun geslachtslijn. Duplicaten en fouten moeten gecorrigeerd worden, en niemand kan dat beter doen dan een lid van de desbetreffende familie.
Deze hindernissen zullen misschien tot frustraties leiden. Wees ervan overtuigd dat we begrijpen op welke problemen u stuit. De kerk doet, onder de geïnspireerde leiding van president Thomas S. Monson, zoveel mogelijk om een oplossing te vinden voor die problemen. Samen streven we ernaar om de stamboom van al Gods kinderen uit te zoeken. Dat is een enorme taak met enorme beloningen.
Het is vreugdevol werk. Kijk eens naar deze foto van nieuwe bekeerlingen die tempelwerk voor verwanten doen. Deze goede heiligen uit de ring San Salvador-Ilopango (El Salvador) bezoeken voor de eerste keer de Guatemala-Stadtempel. Zij hebben hun tempelkaartjes, elk met de naam van een overleden familielid, in hun hand, voor wie zij zich plaatsvervangend hebben laten dopen.
Wil het familiehistorisch werk van de kerk slagen, dan is het van essentieel belang dat de priesterschapsleiders daar leiding aan geven. Die leiders onderwijzen in en getuigen van de leer waarop dit heilige werk gebaseerd is.12 Zij verlenen roepingen en zien erop toe dat er instructiemateriaal beschikbaar is.13 Zij beschouwen familiegeschiedenis en tempelwerk als een uitstekende manier om de geest in hun wijk te verbeteren, het geestelijke fundament van nieuwe leden te versterken en alle leden tot zegen te zijn.
Het is waar dat het familiehistorisch werk een grote zegen in zich draagt voor wie zich in het geestenrijk bevinden. Maar het werk is de levenden evenzeer tot zegen. Het heeft een louterende invloed op wie eraan werken. Zij werken letterlijk aan de verhoging van hun familie.
We hebben de verhoging bereikt als we samen met onze familie in de tegenwoordigheid van de almachtige God wonen. De profeet Joseph Smith heeft onze taak voorzien: ‘De grote dag des Heren is nabij’, zei hij. ‘Laten wij daarom als kerk en als volk en als heiligen der laatste dagen de Heer in gerechtigheid een offerande brengen; en laten wij in zijn heilige tempel (…) een boek aanbieden met de geslachtslijsten van onze doden dat alleszins aannemelijk zal zijn.’14
De voorbereiding van dat boek met geslachtslijsten is onze individuele en collectieve plicht. Door er gezamenlijk aan te werken, kunnen wij het alleszins aannemelijk maken. Die geslachtslijsten stellen ons in staat om verordeningen te verrichten voor onze overleden voorouders, die zij naar eigen keuze kunnen accepteren. Die verordeningen brengen bevrijding aan de gevangenen in het geestenrijk.15
Onze kinderen, kleinkinderen, ‘Lieve Ruby’ en al onze achterkleinkinderen zijn in liefde aaneengeschakeld. Zij zijn ook in liefde aan hun voorouders geschakeld. Die schakels, door heilige verordeningen aaneengeklonken, leiden tot de verhoging van onze families.16 Ik bid dat dit heilige doel voor ieder van ons zal worden verwezenlijkt. In de naam van Jezus Christus. Amen.