Ons prikbord
Mijn zusje Camilia en ik waren op een middag aan het spelen terwijl mijn vader het gras maaide. We besloten hem te helpen. Hoewel het erg warm was, was het leuk om samen iets te doen. Toen we klaar waren, gingen we samen met papa de grasmaaier terugbrengen naar onze bejaarde buurvrouw. Toen we bij haar deur kwamen, bood papa aan om haar gras ook te maaien. Mijn zusje en ik besloten om daar ook mee te helpen. Terwijl hij maaide, deden wij het gras in een zak. Toen we klaar waren, zei de buurvrouw: ‘Dank je wel, Sofia en Camilia, dat jullie het gras hebben opgeruimd. Jullie zijn lieve, zorgzame meiden.’ Toen gaf ze ons wat snoep. We gingen blij naar huis, niet alleen omdat we snoep hadden gekregen, maar omdat we onze naaste hadden gediend.
Sofia Carolina P. (9), Argentinië
Toen ik jonger was, gingen we in de pauze buiten spelen. Als het tijd was om binnen te komen, moesten we in de rij gaan staan. Als we dat deden, zong ik altijd ‘Ik kijk graag naar de tempel’ (Kinderliedjes, 99). Op een dag zei een meisje dat naast me stond: ‘Dat is een mooi liedje wat je aan het zingen bent. Waar heb je dat geleerd?’
Ik antwoordde: ‘In het jeugdwerk. Ik ben lid van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen, en ik geloof.’ Toen werd ze mijn beste vriendin!
Noémi D. (12), Frankrijk