Wij spreken van Christus
De kracht tot verandering
Hoewel ik in de kerk ben opgevoed, en ik tot en met mijn vijftiende actief was, dwaalde ik in mijn jeugd van het evangelie af. In die tijd was ik op zoek naar iets dat me gelukkig kon maken, en ik probeerde drugs.
Ik worstelde met een erger wordende verslaving, en mijn leven voelde als een soort slechte film die ik niet uit kon zetten. Hoewel ik ermee op wilde houden, had ik nauwelijks enige controle over mijn gedachten of gedrag. Pas toen ik in de gevangenis zat voor een misdaad die met drugs te maken had, miste ik het evangelie. Ik had een exemplaar van het Boek van Mormon en stuitte op Alma 5:7: ‘Zie, Hij veranderde hun hart; ja, Hij wekte hen uit een diepe slaap en zij ontwaakten tot God. Zie, zij bevonden zich te midden van duisternis; niettemin werd hun ziel door het licht van het eeuwigdurende woord verhelderd.’
Ik wist dat ik in duisternis verkeerde en ik wilde graag een verandering van hart ondergaan.
Ik had echt wel eerder geprobeerd om te veranderen. Ik had aan verschillende herstelprogramma’s meegedaan. Ik had voor mezelf en mijn gezin geprobeerd om te stoppen. Dat werkte wel even, maar ik gleed altijd weer af. Dit vers in Alma bood mij hoop in Jezus Christus — de hoop dat zelfs als ik niet de kracht had om mijzelf te veranderen (en ik wist dat ik die niet had), Hij mij kon veranderen.
Ik herinner me dat ik de last van mijn verslaving op de Heiland legde. Ik bad en gaf aan mijn hemelse Vader toe: ‘Ik kan dit niet alleen.’
Ik begon aan het verslavingsherstelprogramma van de kerk, een twaalfstappencursus die werd gegeven door een zendingsechtpaar, een man en vrouw. Wat zij me toen leerden, heeft me gered. Zij voedden het zaadje van geloof dat vele jaren daarvoor was gezaaid toen ik als kind met mijn moeder naar de kerk ging. De zendelingen leerden me wat bekering en vergeving inhielden. Maar belangrijker nog was dat ze me liefde betoonden en me zeiden dat ik nog grotere liefde kon krijgen van mijn hemelse Vader en de Heiland. Ik voelde een ‘grote verandering in [mijn] hart’ (Alma 5:12) en ik ondervond dat het geluk waarnaar ik zo lang had gezocht, uiteindelijk toch in het evangelie te vinden was.
Het is zes jaar geleden dat ik besloot om mij tot de Heiland te wenden. Ik moest er lang en hard aan werken, maar met de kracht van de Heer heb ik veel hindernissen overwonnen.
Ik had me nooit kunnen indenken wat een geluk en vreugde ik nu met mijn vrouw en kinderen heb. Ik draag het Melchizedeks priesterschap en heb de tempelverordeningen ontvangen. Ik schrijf die positieve levenswendingen toe aan Jezus Christus. Hij bezit de kracht om te veranderen.
Ik getuig tot anderen die met hetzelfde worstelen als ik toen — en tot hun dierbaren — dat verandering mogelijk is en dat die echt kan plaatsvinden. Je hoeft de hoop niet op te geven. Er is een weg terug naar geluk, en dat is door Jezus Christus.