De dingen zoals ze werkelijk zijn
Uit een toespraak tijdens een haardvuuravond van de kerkelijke onderwijsinstellingen, 3 mei 2009, aan de Brigham Young University–Idaho.
Ik verhef mijn apostolische stem ter waarschuwing voor de mogelijk verstikkende, onderdrukkende en inperkende uitwerking op onze ziel van sommige soorten interacties en ervaringen in cyberspace.
Ik heb uitgekeken naar deze avond om samen met jullie te leren. Bij mijn voorbereidingen heb ik meer begrip gekregen van de sterke gevoelens die Jakob, de broer van Nephi, had. Hij zei: ‘Heden (…) ga ik gebukt onder een [groot] verlangen naar en [grote] bezorgdheid over het welzijn van uw ziel’ (Jakob 2:3). De boodschap die ik vanavond aan jullie wil overbrengen, heeft zich in de loop der tijd als dauw uit de hemel op mijn ziel gevormd (zie LV 121:45). Ik nodig jullie uit om aandachtig te luisteren naar een serieus onderwerp met zowel directe als eeuwige gevolgen. Ik bid dat de Heilige Geest met ons zal zijn en wij in deze bijeenkomst van Hem zullen leren.
Ik ben altijd onder de indruk van de eenvoudige en heldere definitie van waarheid in het Boek van Mormon: ‘De Geest spreekt de waarheid en liegt niet. Daarom spreekt Hij van de dingen zoals ze werkelijk zijn en van de dingen zoals ze werkelijk zullen zijn; daarom worden deze dingen ons duidelijk geopenbaard voor het behoud van onze ziel’ (Jakob 4:13; zie ook LV 93:24).
Vandaag zullen wij ons richten op het eerste belangrijke element van waarheid dat in dit vers wordt geïdentificeerd: ‘de dingen zoals ze werkelijk zijn.’ Eerst bespreken we enkele aspecten van het plan van geluk van onze hemelse Vader, die essentieel zijn voor de leerstellige basis van onze kennis en begrip van de dingen zoals ze werkelijk zijn. Daarna komen de diverse aanvalstactieken van de tegenstander aan de orde die ons ervan weerhouden om de dingen te onderscheiden zoals ze werkelijk zijn. En tot slot ga ik in op de verantwoordelijkheden die jullie als het opkomende geslacht hebben. Je zult gehoorzaam moeten zijn, heilige verbonden moeten nakomen en voortdurend de dingen moeten onderscheiden zoals ze werkelijk zijn in deze wereld, die steeds verwarder en slechter wordt.
Onze goddelijke bestemming
In ‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’ verklaren het Eerste Presidium en de Raad der Twaalf Apostelen dat wij als geestzonen en -dochters van God zijn plan aanvaardden ‘waardoor zijn kinderen een stoffelijk lichaam konden krijgen en aardse ervaringen konden opdoen om vooruitgang te maken op weg naar volmaking en om uiteindelijk [onze] goddelijke bestemming als erfgenaam van het eeuwige leven te verwezenlijken.’1 Let op het grote belang van het verkrijgen van een stoffelijk lichaam om vooruitgang te maken op weg naar onze goddelijke bestemming.
De profeet Joseph Smith heeft het belang van ons stoffelijk lichaam duidelijk uiteengezet:
‘We zijn naar deze aarde gekomen om een lichaam te ontvangen, dat wij in zuivere staat aan God in het celestiale koninkrijk moeten presenteren. Het grote beginsel van geluk ligt in het bezitten van een lichaam. De duivel heeft geen lichaam en dat is zijn straf. Hij is tevreden als hij een lichaam van een mens kan innemen, en toen hij door de Heiland werd uitgedreven, vroeg hij of hij in een kudde zwijnen mocht gaan, wat aangeeft dat hij het lichaam van een zwijn verkiest boven helemaal geen lichaam. Alle mensen die een lichaam bezitten, hebben macht over hen die dat niet bezitten. (…)
‘De duivel heeft alleen macht over ons als wij dat toelaten. Zodra wij ons verzetten tegen iets dat van God komt, neemt de duivel de macht over.’2
Ons stoffelijk lichaam zorgt dat we ervaringen kunnen opdoen die we in ons voorsterfelijk bestaan nooit in die omvang of intensiteit konden hebben. President Boyd K. Packer, president van het Quorum der Twaalf Apostelen, heeft gezegd: ‘Onze geest en ons lichaam zijn dusdanig gecombineerd dat ons lichaam een werktuig van ons verstand wordt, en het fundament van ons karakter.’3 Onze relaties met andere mensen, ons vermogen om waarheid te herkennen en ernaar te leven en gehoorzaam te zijn aan de beginselen en verordeningen van het evangelie van Jezus Christus, worden versterkt door ons stoffelijk lichaam. In deze aardse leerschool ervaren we tederheid, liefde, vriendelijkheid, geluk, verdriet, teleurstelling, pijn en zelfs lichamelijke beperkingen die ons voorbereiden op de eeuwigheid. Eenvoudig gezegd zijn er lessen die we moeten leren en ervaringen die we moeten opdoen ‘naar het vlees’ (1 Nephi 19:6; Alma 7:12–13).
Apostelen en profeten hebben ons voortdurend gewezen op het tijdelijke en eeuwige belang van ons lichaam. Paulus heeft verklaard:
‘Weet gij niet, dat gij Gods tempel zijt en dat de Geest Gods in u woont?
‘Zo iemand Gods tempel schendt, God zal Hem schenden. Want de tempel Gods, en dat zijt gij, is heilig’ (1 Korintiërs 3:16–17).
En in deze bedeling heeft de Heer geopenbaard: ‘De geest en het lichaam zijn de ziel van de mens’ (LV 88:15). Een waarheid die voor altijd vaststaat, is dat het lichaam en de geest onze werkelijke identiteit uitmaken. Als lichaam en geest onscheidbaar zijn verbonden, kunnen wij een volheid van vreugde ontvangen. Wanneer ze zijn gescheiden, kunnen wij geen volheid van vreugde ontvangen (zie LV 93:33–34).
Onze Vader in de hemel heeft zijn plan ontwikkeld om zijn kinderen leiding te geven, hun geluk te bevorderen en ze veilig naar hun hemels huis te loodsen met een herrezen, verheerlijkt lichaam. Lucifer werkt hard om verwarring en onheil te stichten onder de zoons en dochters van God en om hun eeuwige vooruitgang tegen te houden. De achterliggende bedoeling van deze aartsleugenaar is iedereen net zo ongelukkig te maken als hijzelf is (2 Nephi 2:27). Hij wil dat wat hij het meeste haat aan het plan van de Vader vervormen.
Satan heeft geen lichaam en hij is gestopt in zijn eeuwige vooruitgang. Net zoals water in een rivier door een dam wordt tegengehouden, is de eeuwige vooruitgang van de tegenstander onmogelijk geworden omdat hij geen stoffelijk lichaam heeft. Vanwege zijn opstand heeft Lucifer zichzelf van alle aardse zegeningen en ervaringen beroofd die in een tabernakel van vlees en beenderen mogelijk zijn. Hij kan de lessen niet leren die alleen een belichaamde geest kan leren. Hij kan niet trouwen of nakomelingen en een gezinsleven hebben. Hij kan niet deelnemen aan de letterlijke en universele opstanding van de hele mensheid. Een van de schriftuurlijke betekenissen van het woord verdoemd blijkt uit zijn onvermogen om vooruitgang te maken en meer op onze hemelse Vader te lijken.
Een stoffelijk lichaam speelt dus een wezenlijk rol in het plan van geluk van onze Vader en in onze geestelijke vooruitgang. Het is dan ook geen verrassing dat Lucifer onze vooruitgang probeert te dwarsbomen door ons te verleiden ons lichaam op ongepaste wijze te gebruiken. In eeuwig opzicht is het uiterst ironisch dat de tegenstander, die ongelukkig is omdat hij zelf geen lichaam heeft, ons aanspoort en verleidt om ook zo ongelukkig te worden door ons lichaam op ongepaste wijze te gebruiken. Aldus is het werktuig dat hij zelf niet bezit noch kan gebruiken, zijn primaire doelwit om ons tot lichamelijke en geestelijke vernietiging te verleiden.
De aanvallen van de tegenstander
De tegenstander probeert ons te beïnvloeden ons stoffelijk lichaam zowel te misbruiken als het belang ervan te onderschatten. Deze twee aanvalsmethoden dienen we te herkennen en af te slaan.
Als kinderen van onze hemelse Vader hun tabernakel van vlees misbruiken door de wet van kuisheid te overtreden, door drugs en verslavende middelen te gebruiken, door hun lichaam of gezicht te ontsieren of verminken, of door het eigen lichaam of dat van een ander als afgod te aanbidden, verheugt Satan zich. Voor wie het heilsplan kennen en begrijpen, is elke schending van het lichaam een daad van openlijke opstand en ontkenning van onze ware identiteit als zoons en dochters van God (zie Mosiah 2:36–37; LV 64:34–35).
Welnu, broeders en zusters, ik kan jullie niet alle manieren vertellen waarop je je lichaam kunt misbruiken; ‘want er zijn allerlei wegen en wijzen, ja, zovele dat ik ze niet tellen kan’ (Mosiah 4:29). Jullie weten wat goed en verkeerd is en zijn zelf verantwoordelijk om ‘door studie en ook door geloof’ (LV 88:118) zelf uit te zoeken welke dingen je wel en niet behoort te doen en wat daarvoor de leerstellige redenen zijn. Ik getuig dat als je op die manier wilt leren, als je ‘op [jezelf] let, en op [je] gedachten en op [je] woorden en op [je] daden, en de geboden Gods (…) onderhoudt, en (…) volhardt in het geloof in hetgeen [je] hebt gehoord over de komst van onze Heer, ja, tot het einde van [je] leven’ (Mosiah 4:30), je geestelijk verlicht en beschermd zult zijn. En volgens je gehoorzaamheid en ijver zul je in staat zijn de misleiding en de aanvallen van de tegenstander te onderkennen en af te slaan als hij je verleidt om je stoffelijk lichaam te misbruiken.
Satan probeert de zoons en dochters van God ook te verleiden om het belang van hun stoffelijk lichaam te onderschatten. Deze aanvalstactiek is uitermate subtiel en duivels. Ik zal enkele voorbeelden geven van hoe de tegenstander ons kan sussen en paaien tot een gevoel van vleselijke gerustheid (zie 2 Nephi 28:21) en ons kan overhalen de aardse leerschool op het spel te zetten, waarover wij in het vooraardse leven juichten en jubelden (zie Job 38:7).
Wij kunnen ons bijvoorbeeld allemaal vermaken met uiteenlopende gezonde, ontspannende en leuke bezigheden. Maar we tonen weinig waardering voor ons lichaam en brengen ons lichamelijke welzijn in gevaar als we tot ongewone en gevaarlijke uitersten gaan, op zoek naar steeds meer opwinding en adrenaline in onze aderen. We kunnen onszelf wel voorhouden dat er niets mis is met dergelijke onschuldige praktijken en avonturen. Maar als we het werktuig dat God ons heeft gegeven om in dit leven ervaring op te doen opzettelijk in gevaar brengen — uit pure sensatiezucht of voor het zogenaamde plezier, of om onszelf te bewijzen of erbij te horen — onderschatten we het belang van ons stoffelijk lichaam.
Helaas negeren sommige jongemannen en -vrouwen in de kerk tegenwoordig ‘de dingen zoals ze werkelijk zijn’ en laten zich door voorbijgaande digitale afleidingen misleiden en wegleiden van eeuwige relaties. Het doet mij pijn als een jong echtpaar — voor tijd en alle eeuwigheid in het huis des Heren verzegeld door het heilig priesterschap — huwelijksproblemen ondervindt vanwege het verslavende effect van eindeloze videospelletjes of ongepaste sociale contacten op internet. Een jongeman of -vrouw kan ontelbare uren verkwisten, kansen op werk of een opleiding laten liggen en uiteindelijk dierbare banden met anderen opofferen vanwege videospelletjes en online games die het verstand afstompen en de geest verdoven. Zoals de Heer heeft gezegd: ‘Welnu, Ik geef hun een gebod (…) : Gij zult uw tijd niet verbeuzelen, noch zult gij uw talent verbergen, opdat het niet bekend zal zijn’ (LV 60:13).
Nu vragen jullie je misschien af: ‘Maar broeder Bednar, u begon uw toespraak vanavond met het belang van een stoffelijk lichaam voor onze eeuwige vooruitgang. Bedoelt u te zeggen dat we door videospelletjes en allerlei vormen van computercommunicatie het belang van ons stoffelijk lichaam kunnen gaan onderschatten?’ Dat is precies wat ik bedoel. En ik zal uitleggen waarom.
We leven in een technologische tijd waarin we de werkelijkheid kunnen nabootsen of uitvergroten, dan wel een virtuele werkelijkheid creëren. Een chirurg kan bijvoorbeeld met simulatiesoftware een gecompliceerde operatie uitvoeren en zo waardevolle ervaring opdoen, zonder daarbij een patiënt in gevaar te brengen. Een piloot kan in een vluchtsimulator noodlandingsprocedures oefenen waardoor vele levens gered kunnen worden. En architecten en ingenieurs kunnen met innovatieve technologieën modellen maken van geavanceerde ontwerp- en constructiemethoden, waardoor minder mensenlevens en gebouwen worden verwoest bij aardbevingen en andere natuurrampen.
In al deze voorbeelden zorgt een hoge mate van weergavegetrouwheid in de simulatie of het model voor de doeltreffendheid van de ervaring. De term weergavegetrouwheid duidt dan op de overeenkomst tussen de werkelijkheid en een weergave van de werkelijkheid. Afhankelijk van de graad van de weergavegetrouwheid en het doel kan een dergelijke simulatie erg positief zijn, waardoor men de nodige ervaring kan opdoen om levens te redden of om de kwaliteit van het leven te verbeteren.
Jullie zien hoe getrouw de weergave van de werkelijkheid op de computerafbeelding (pagina 26) is ten opzichte van de werkelijke kamer op de foto op de volgende pagina.
In deze voorbeelden wordt met een hoge mate van getrouwheid een belangrijk doel nagestreefd: het ontwerp en de bouw van een heilige en prachtige tempel. Een simulatie of model kan echter tot geestelijk verval en gevaar leiden als de mate van getrouwheid hoog is maar de doeleinden verwerpelijk zijn. Dat kan bijvoorbeeld zijn: het experimenteren met handelingen die tegen de geboden van God ingaan of die ons ertoe aanzetten dingen te denken of te doen die we anders niet zouden denken of doen, omdat het ‘toch maar een spelletje’ is.
Ik verhef mijn apostolische stem ter waarschuwing voor de mogelijk verstikkende, onderdrukkende en inperkende uitwerking op onze ziel van sommige soorten interacties en ervaringen in cyberspace. De zorgen die ik uit zijn niet nieuw en net zo goed van toepassing op andere soorten media, zoals televisie, film en muziek. Maar in een virtuele wereld zijn deze problemen intenser en indringender. Ik smeek jullie om op te passen voor de afstompende en geestdodende invloed van cyberspacetechnologieën die een hoge mate van overeenkomst met de werkelijkheid leveren, maar die lage en kwade bedoelingen hebben.
Als de tegenstander ons niet kan overhalen om ons stoffelijk lichaam te misbruiken, gaat hij over op een van zijn krachtigste tactieken. Hij zal ons als belichaamde geesten verleiden om ons stapsgewijs en fysiek los te maken van de dingen zoals ze werkelijk zijn. In wezen moedigt hij ons aan om te denken en te handelen alsof we in onze voorsterfelijke, onbelichaamde staat zijn. En als wij hem dat toestaan, zal hij heel geslepen sommige aspecten van onze moderne technologie aanwenden om zijn doeleinden te bereiken. Zorg alsjeblieft dat je niet zo opgaat in pixels, sms’en, oortelefoons, twitteren, online sociaal netwerken en potentieel verslavend media- en internetgebruik dat je het belang van je stoffelijk lichaam vergeet en verrijkende persoonlijke contacten gaat missen. Pas op voor de digitale displays en data in de vele vormen van computerinteractie ter vervanging voor de vermogens en ervaringen die we met ons lichaam kunnen hebben.
Luister alsjeblieft goed naar het volgende citaat over een intense romantische relatie van een vrouw met een internetminnaar. En let op hoe het communicatiemedium zorgde dat het belang van het stoffelijk lichaam werd onderschat. ‘En zo werd PFSlider (de online naam van de man) mijn dagelijks leven. Al het tastbare viel weg. Mijn lichaam bestond niet meer. Ik had geen huid, geen haar, geen beenderen. Al mijn verlangens waren samengevloeid tot een stroom gedachten die niet verder kwamen dan mijn voorste hersenkwab. Ik kwam niet buiten, had geen sociaal leven, en het weer deed er niet toe. Er waren alleen nog het computerscherm en de telefoon, mijn stoel en misschien een glas water.’4
In tegenstelling daarmee dienen we dan ook acht te slaan op de aansporing van Paulus: ‘Dat ieder uwer in heiliging en eerbaarheid zijn vat wete te verwerven’ (1 Tessalonicenzen 4:4).
Denk nog eens aan het eerdere voorbeeld van het jonge echtpaar dat pas in het huis des Heren was getrouwd. Een onvolwassen of misleide echtgenoot kan buitensporig veel tijd besteden aan videospelletjes, chatten op internet of andere digitale zaken die de dingen domineren zoals ze werkelijk zijn. Deze tijdsbesteding kan aanvankelijk onschuldig lijken en worden goedgepraat als een paar minuten ontspanning in de alledaagse drukte en hectiek. Maar belangrijke kansen blijven liggen, zoals het ontwikkelen van intermenselijke vaardigheden, samen lachen en huilen en het smeden van een fijne en blijvende band van emotionele intimiteit. Schijnbaar onschuldig vertier kan ontaarden in een verderfelijke vorm van verslaving.
Het warme gevoel van een tedere omhelzing door een eeuwige partner of de oprechtheid in de ogen van iemand die zijn getuigenis uit — al die dingen die we ervaren zoals ze werkelijk zijn met ons stoffelijk lichaam — gaan mogelijk aan je voorbij als je kiest voor een gefantaseerde kopie zonder blijvende waarde. Als we niet oppassen, kunnen we ‘gevoelloos’ worden (1 Nephi 17:45) zoals Laman en Lemuël lang geleden.
Ik geef nog een voorbeeld van hoe je stapsgewijs en fysiek verwijderd kunt raken van de dingen zoals ze werkelijk zijn. Tegenwoordig kan iemand een virtuele wereld binnenstappen, zoals ‘Second Life’, en een nieuwe identiteit aannemen. Die persoon maakt dan een avatar, of virtuele persoonlijkheid, met zijn of haar eigen uiterlijk en gedrag. Of iemand kan een nepidentiteit verzinnen die in de verste verte niet lijkt op de dingen zoals ze werkelijk zijn. Hoe goed de aangenomen nieuwe identiteit ook lijkt op die van de persoon, dergelijk gedrag is een goed voorbeeld van de dingen zoals ze in werkelijkheid niet zijn. Ik heb eerder de weergavegetrouwheid van een simulatie of model gedefinieerd. Ik onderstreep nu het belang van persoonlijke getrouwheid — de overeenkomst tussen een feitelijke persoon en een aangenomen virtuele identiteit. Let op het gebrek aan persoonlijke getrouwheid in het volgende verhaal in de Wall Street Journal:
Ric Hoogestraat is ‘een forse [53-jarige] man met een lange grijze paardenstaart, dikke bakkebaarden en een gespikkelde krulsnor. (…) [Ric is] zes uur per avond en in de weekenden vaak veertien uur aan één stuk Dutch Hoorenbeek, zijn gespierde, twee meter lange (…) virtuele zelf. Het typetje lijkt op een jongere, fysiek verbeterde versie van [Ric]. (…)
“… [Hij] zit achter zijn computer met de gordijnen dicht. (…) Terwijl zijn vrouw, Sue, televisie zit te kijken in de woonkamer, is de heer Hoogestraat aan het chatten met iemand die op het scherm voor een lange, slanke roodharige doorgaat.
Hij heeft de vrouw nog nooit buiten de computerwereld van Second Life, een veel beschreven digitaal fantasieland, ontmoet. (…) Hij heeft haar zelfs nooit via de telefoon gesproken. Maar hun relatie heeft een merkwaardige dimensie van werkelijkheidswaarde gekregen. Ze hebben twee honden, hebben samen een hypotheek en brengen uren door [in hun virtuele wereld] in het winkelcentrum en maken lange tochten op hun motorfiets. (…) Hun band is zo sterk dat de heer Hoogestraat Janet Spielman, de 38-jarige Canadese vrouw die de roodharige bestuurt, heeft gevraagd zijn virtuele vrouw te worden.
‘De vrouw met wie hij wettig is getrouwd, is er niet blij mee. “Het is echt verschrikkelijk”, zegt Sue Hoogestraat (…) die zeven maanden geleden met de heer Hoogestraat is getrouwd.’5
Nu broeders en zusters, begrijp me alstublieft goed. Ik zeg niet dat alle technologie op zich slecht is; dat is niet zo. Ik zeg ook niet dat we de vele mogelijkheden ervan niet op gepaste wijze moeten gebruiken om te leren en te communiceren, om levens te redden en op te beuren en de kerk op te bouwen; natuurlijk moeten we dat doen. Maar ik laat een waarschuwende stem horen dat we echte relaties niet moeten verkwanselen en beschadigen door er obsessieve onechte relaties op na te houden. ‘Bijna 40 procent van de mannen en 53 procent van de vrouwen die online gamen, zeggen dat hun virtuele vrienden minstens zo goed of beter waren dan hun echte vrienden, volgens een onderzoek onder 30.000 gamers door (…) een student die onlangs afstudeerde aan de Stanford University. Meer dan een kwart van de gamers [die hadden deelgenomen gaf aan dat] hun emotionele hoogtepunt van de afgelopen week zich in een computerwereld had afgespeeld.’6
Hoe belangrijk, hoe bestendig en hoe toepasselijk is de definitie die de Heer van waarheid geeft: ‘de dingen zoals ze werkelijk zijn.’ ‘De profeet Alma vroeg: ‘O, is dat dan geen werkelijkheid?’ (Alma 32:35.) Hij sprak van licht en goedheid die zo waarneembaar zijn dat je ze kunt proeven. Het is echt zo dat ‘zij die in [de Vaders] tegenwoordigheid wonen, (…) zien zoals zij worden gezien, en kennen zoals zij worden gekend, want zij hebben van zijn volheid en van zijn genade ontvangen’ (LV 76:94).
Mijn geliefde broeders en zusters, pas op! In zoverre in computercommunicatie de overeenkomst met de reële persoon afneemt en de doeleinden van die communicatie verkeerd voorgesteld worden, dan wel verdorven of ronduit slecht zijn, is het gevaar van een geestelijke ramp uitermate groot. Ik smeek jullie je direct en voorgoed af te wenden van dergelijke plaatsen en activiteiten (zie 2 Timoteüs 3:5).
Nu wil ik nog een kenmerk van de aanvallen van de tegenstander bespreken. Satan biedt vaak een aanlokkelijke illusie van anonimiteit. Lucifer heeft zijn werk altijd het liefst in het geheim gedaan (zie Mozes 5:30). Bedenk echter dat afvalligheid niet anoniem is simpelweg omdat een blog of een verzonnen identiteit in een chatroom of virtuele wereld aan de orde is. Immorele gedachten, woorden en daden blijven immoreel, ook in cyberspace. Bedrieglijke activiteiten die zogenaamd in het geheim plaatsvinden, zoals het illegaal downloaden van muziek van internet of het kopiëren van cd’s of dvd’s voor familie en vrienden, blijven bedrog. Wij zijn allemaal rekenschap verschuldigd aan God, en uiteindelijk zullen we door Hem worden geoordeeld naar onze werken en de verlangens van ons hart (zie Alma 41:3). ‘Want zoals iemand in zijn hart overweegt, zo is hij’ (Spreuken 23:7, naar de King James-bijbel).
De Heer weet wie we werkelijk zijn, wat we werkelijk denken, wat we werkelijk doen en wie we werkelijk aan het worden zijn. Hij heeft ons gewaarschuwd dat ‘de weerspannigen (…) met veel smart [zullen] worden doorboord; want hun ongerechtigheden zullen van de daken worden verkondigd, en hun geheime handelingen zullen worden onthuld’ (LV 1:3).
Ik heb dus vanavond een waarschuwende stem laten klinken over slechts enkele geestelijke gevaren in onze technologische en snel veranderende wereld. Ik herhaal: technologie en snelle veranderingen op zich zijn niet goed of slecht. Waar het om gaat, is dat we beide zien in het licht van het eeuwige plan van geluk. Lucifer zal je ertoe aanzetten om je stoffelijk lichaam te misbruiken en het belang ervan te onderschatten. Hij zal proberen de eentonigheid van virtuele herhaling in de plaats te stellen van de oneindige variatie in Gods scheppingen, en ons laten geloven dat we slechts stoffelijke objecten zijn om met ons te laten handelen in plaats van eeuwige zielen met de morele keuzevrijheid om zelfstandig te handelen. Op slinkse wijze brengt hij belichaamde geesten zo ver om de zegeningen en leerschool ‘naar het vlees’ (1 Nephi 19:6; Alma 7:12–13) te verspelen die ons door het plan van geluk van onze Vader en de verzoening van zijn eniggeboren Zoon worden aangeboden.
Met het oog op jullie geluk en bescherming nodig ik je uit om de leer van het heilsplan ijveriger te bestuderen — en de waarheden die we hebben besproken gebedvol te overdenken. Ik geef jullie twee vragen ter overweging mee in jullie persoonlijke overpeinzingen en gebedvolle studie:
1. Bevorderen of hinderen de verschillende technologieën en media die je gebruikt het voortdurende gezelschap van de Heilige Geest in je leven?
2. Vergroot of beperkt de tijd die je aan de verschillende technologieën en media besteedt je vermogen om te leven, lief te hebben en anderen op zinvolle manieren te dienen?
Je zult antwoorden, inspiratie en aanwijzingen ontvangen van de Heilige Geest die zijn afgestemd op jouw individuele omstandigheden en behoeften. Ik herhaal en onderstreep de lering van de profeet Joseph Smith: ‘Alle mensen die een lichaam bezitten, hebben macht over hen die dat niet bezitten. De duivel kan geen macht over ons uitoefenen als wij hem dat niet toestaan.’
Deze eeuwige waarheden over het belang van ons stoffelijk lichaam zullen jullie sterker maken tegen de misleiding en aanvallen van de tegenstander. Een van mijn diepste verlangens voor jullie is dat je een steeds groter getuigenis en grotere waardering voor de opstanding zult krijgen — met name van je eigen opstanding met een celestiaal, verheerlijkt lichaam ‘wegens [je] geloof in [de Heer Jezus Christus] volgens de belofte’ (Moroni 7:41).
De opkomende generatie
Nu wil ik speciaal tot jullie spreken zoals jullie werkelijk zijn. Jullie zijn werkelijk het opkomende geslacht in De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. In oktober 1997 bracht ouderling Neal A. Maxwell (1926–2004) van het Quorum der Twaalf Apostelen een bezoek aan Brigham Young University–Idaho om een spreekbeurt te vervullen. Op de dag die hij op de campus doorbracht, spraken we samen over diverse evangelieonderwerpen in het algemeen en over de jeugd van de kerk in het bijzonder. Ik herinner me nog een uitspraak van ouderling Maxwell die veel indruk op mij heeft gemaakt. Hij zei het volgende: ‘De jeugd van deze generatie heeft een groter vermogen tot gehoorzaamheid dan enige voorgaande generatie.’
Hij gaf aan dat zijn uitspraak was gebaseerd op een waarheid die president George Q. Cannon (1827–1901), eerste raadgever in het Eerste Presidium, eens naar voren heeft gebracht: ‘God heeft geesten voor deze bedeling bewaard die de moed en vastberadenheid hebben om de wereld en alle machten van de boze, zichtbare en onzichtbare, tegemoet te treden, om het evangelie te verkondigen en de waarheid hoog te houden en het Zion van onze God te vestigen en op te bouwen zonder bang te zijn voor de gevolgen. Hij heeft deze geesten in deze generatie gestuurd om het fundament van Zion te leggen, dat nooit meer zal worden overweldigd, en om rechtschapen nakomelingen groot te brengen die God uitermate zullen eren en Hem onder alle omstandigheden gehoorzamen.’7
Ouders en leidinggevenden in de kerk beklemtonen geregeld dat de jongemannen en jongevrouwen van deze generatie zijn bewaard voor deze periode in de geschiedenis van de wereld, en tot de kloekmoedigste kinderen van onze hemelse Vader behoren. Die uitspraken zijn inderdaad waar. Maar ik vraag me wel eens af of de jonge mensen deze beschrijving niet zo vaak hebben gehoord dat het een cliché is geworden — en dat de werkelijke betekenis en verregaande implicaties ervan niet meer tot ze doordringen. Wij weten dat ‘van hem aan wie veel is gegeven, (…) veel [wordt] geëist’ (LV 82:3). En de leringen van president Cannon en ouderling Maxwell helpen ons beter te begrijpen wat er nu van ons wordt verwacht. Wij moeten kloekmoedig zijn en God ‘onder alle omstandigheden gehoorzamen’. Gehoorzaamheid is dus het belangrijkste wapen dat het opkomende geslacht in de hedendaagse strijd tussen goed en kwaad dient te hanteren.
Wij zijn blij dat de Heer door zijn bevoegde dienstknechten ‘de lat hoger’ heeft gelegd voor de jongemannen en jongevrouwen in deze tijd. In het licht van onze kennis van wie we zijn en waarom we hier op aarde zijn, is die geïnspireerde richtlijn meer dan welkom. En we moeten niet vergeten dat Lucifer onophoudelijk ‘de lat lager legt’ door ons ertoe te bewegen ons stoffelijk lichaam te misbruiken en het belang ervan te onderschatten.
De Heiland heeft ons herhaaldelijk gewaarschuwd voor misleiding door de tegenstander:
‘En Jezus zeide tot hen: Ziet toe dat niemand u misleide! (…)
‘Want in die dagen zullen er ook valse christussen en valse profeten opstaan, en grote tekenen en wonderen tentoonspreiden, zodat zij zo mogelijk zelfs de uitverkorenen zullen misleiden, die volgens het verbond de uitverkorenen zijn. (…)
‘En wie mijn woord als een schat verzamelt, zal niet worden verleid’ (Matteüs naar Joseph Smith 1:5, 22, 37).
Gehoorzaamheid opent de deur naar het voortdurende gezelschap van de Heilige Geest. En met de geestelijke gaven en vermogens die de macht van de Heilige Geest ontsluit, zijn wij gewapend tegen misleiding — en zien, voelen, weten, begrijpen en gedenken wij de dingen zoals ze werkelijk zijn. Jullie en ik zijn juist daarom begiftigd met een groter vermogen tot gehoorzaamheid. Moroni riep uit:
‘Luistert naar de woorden des Heren en vraagt de Vader in de naam van Jezus om alle dingen die gij nodig hebt. Twijfelt niet, doch weest gelovig en begint zoals in vroegere tijden en komt tot de Heer met geheel uw hart en bewerkt uw eigen behoudenis met vrees en beven voor zijn aangezicht.
‘Weest wijs in de dagen van uw proeftijd; ontdoet u van alle onreinheid; vraagt niet om iets om het in uw hartstochten door te brengen, doch vraagt met onwrikbare vastberadenheid dat gij voor geen enkele verzoeking zult zwichten, maar de ware en levende God zult dienen’ (Mormon 9:27–28).
Als wij die geïnspireerde raad opvolgen, kunnen en zullen wij de aanvallen van de tegenstander herkennen en afslaan — nu en in de toekomst. Wij kunnen en zullen ons van onze voorgeordende taken kwijten en een bijdrage leveren aan het werk van de Heer in de hele wereld.
Ik getuig dat God leeft en onze hemelse Vader is. Hij is de Auteur van het heilsplan. Jezus is de Christus, de Verlosser wiens lichaam verwond, gebroken en doorboord werd toen Hij het zoenoffer voor ons bracht. Hij is opgestaan. Hij leeft en Hij staat aan het hoofd van zijn kerk in deze laatste dagen. ‘Voor eeuwig in de armen van zijn liefde gesloten’ worden (2 Nephi 1:15) zal een werkelijke en geen virtuele gebeurtenis zijn.
Ik getuig dat wij de moed en vastberadenheid kunnen en zullen hebben om de wereld en alle machten van de boze tegemoet te treden. Rechtschapenheid zal zegevieren. Geen onheilige hand kan de vooruitgang van het werk stuiten. Ik getuig van deze dingen zoals ze werkelijk zijn en zoals ze werkelijk zullen zijn, in de heilige naam van de Heer Jezus Christus. Amen.