2012
Huisbezoek: de macht om hulp te bieden
Maart 2012


Huisbezoek

de macht om hulp te bieden

Onze hemelse Vader vraagt ons een hogere weg te volgen en ons discipelschap te tonen door oprecht naar zijn kinderen om te zien.

Christus bekommerde Zich om anderen tijdens zijn aardse bediening. Als wij discipelen van Hem willen zijn, moeten wij naar Hem opzien als ons voorbeeld. Hij zei: ‘De werken die gij Mij hebt zien doen, die zult gij eveneens doen’ (3 Nephi 27:21). Het Nieuwe Testament staat vol voorbeelden van Christus’ bediening. Hij openbaarde aan de vrouw uit Samaria dat Hij de Messias was. Hij genas de schoonmoeder van Petrus. Hij wekte het dochtertje van Jaïrus op uit de dood en gaf haar terug aan haar ouders. Hij wekte Lazarus op en gaf hem terug aan zijn treurende zusters. Zelfs toen Hij aan het kruis leed, ‘bekommerde Hij zich om zijn moeder, die toen waarschijnlijk weduwe was en zorg behoefde’.1 Aan het kruis vroeg Hij Johannes om over zijn moeder te waken.

Julie B. Beck, algemeen ZHV-presidente, heeft gezegd: ‘In de zustershulpvereniging [en het huisbezoek] oefenen we ons in het discipelschap van Christus. We leren wat Hij ons wil leren, we doen wat Hij ons wil laten doen en we worden wat Hij wil dat we worden.’2

De macht om hulp te bieden

De ZHV heeft altijd hulp en verlichting aan anderen hoog in het vaandel gehad. ‘Door de jaren heen hebben de ZHV-zusters en -leidsters stap voor stap geleerd en hun vermogen om over anderen te waken verbeterd’, zei zuster Beck. ‘Er waren perioden waarin de zusters zich meer richtten op het afleggen van bezoeken, lesgeven en bekendmakingen doen als ze bij de zusters langs gingen. Dat heeft de zusters patronen van waakzaamheid bijgebracht. Net zoals er in de tijd van Mozes lange waslijsten met regels waren, zo hebben de ZHV-zusters zichzelf soms ook veel geschreven en ongeschreven regels opgelegd in hun verlangen om te begrijpen hoe ze elkaar konden steunen.

‘Nu er tegenwoordig zoveel hulp en redding voor de zusters en hun gezinnen nodig is, vindt onze hemelse Vader het beter dat we een hoger pad bewandelen en ons discipelschap tonen door oprecht voor zijn kinderen te zorgen. Met dit belangrijke doel voor ogen wordt de leidsters gevraagd om te rapporteren over het geestelijk en stoffelijk welzijn van zusters en hun gezinnen, en over verleende diensten. En huisbezoeksters hebben de taak om “iedere zuster oprecht te leren kennen en lief te hebben, haar in haar geloof te sterken en haar hulp te bieden”.’3

Uit onze geschiedenis van de ZHV, Dochters in mijn koninkrijk, en Handboek 2: de kerk besturen leren we hoe we dat hogere pad bewandelen en ons discipelschap tonen:

  • Bid dagelijks voor de zusters die u bezoekt, inclusief hun gezinsleden.

  • Zoek inspiratie om de behoeften van uw zusters te leren kennen.

  • Bezoek uw zusters regelmatig om ze te troosten en te sterken.

  • Houd contact door bezoekjes, telefoontjes, briefjes, e-mailtjes, sms’jes, en eenvoudige, vriendelijke gestes.

  • Begroet uw zusters in de kerk.

  • Help uw zusters bij ziekte of in andere dringende omstandigheden.

  • Onderwijs uw zusters in het evangelie op basis van de Schriften en de huisbezoekboodschap.

  • Inspireer uw zusters door het goede voorbeeld te geven.

  • Breng verslag uit aan een ZHV-leidster over het geestelijk en stoffelijk welzijn van uw zusters.4

Hulp bieden centraal stellen

Wij zijn de handen van de Heer. Hij is afhankelijk van ieder van ons. Hoe meer we onze huisbezoekopdracht zien als een van de belangrijkste taken die we hebben, hoe meer we de zusters die we bezoeken tot hulp kunnen zijn.

  1. Wij zorgen voor ervaringen die de Geest uitnodigen en onze zusters in geloof en rechtschapenheid doen toenemen.

  2. Wij bekommeren ons ten zeerste om degenen die we bezoeken en versterken hun gezin.

  3. Wij komen in actie wanneer onze zusters in nood verkeren.

Hierna volgt een voorbeeld van Maria and Gretchen — huisbezoeksters die de macht om hulp te bieden begrijpen. Hier zien we dat huisbezoeksters tegenwoordig afzonderlijk of gezamenlijk bezoeken kunnen afleggen. Hun ‘zorg’ telt mee, of ze nu alleen of samen zijn geweest en de boodschap wel of niet hebben gegeven. Zij kunnen ongevraagd gepaste hulp bieden. Zij kunnen actief persoonlijke openbaring zoeken, ontvangen en ernaar handelen om te weten hoe ze in de geestelijke en materiële behoeften van de aan hen toegewezen zusters kunnen voorzien.

Rachel was in verwachting van haar eerste baby en moest bijna haar hele zwangerschap het bed houden. Haar huisbezoeksters baden om inspiratie hoe ze haar het beste konden helpen. Maria, die in de buurt woonde, kon Rachel bijna dagelijks vóór haar werk een handje in huis helpen. De ene dag deed ze een deel van de badkamer, de volgende dag maakte ze dan de rest schoon. Weer een andere dag stofzuigde ze de woonkamer en de volgende dag verzorgde ze de lunch voor Rachel. En zo bleef ze Rachel helpen met de was, afstoffen of wat er ook nodig was.

Gretchen belde Rachel vaak op om haar op te vrolijken. Soms praatten en lachten ze samen. Op andere momenten zochten Gretchen en Maria Rachel samen op en gaven haar aan de rand van het bed hun getuigenis, lazen voor uit de Schriften of spraken over de huisbezoekboodschap. Nadat Rachel bevallen was, bleven ze haar helpen.

Al die tijd stemden Maria en Gretchen met het ZHV-presidium af welke zorg Rachel en haar gezin nog meer nodig hadden. Het ZHV-presidium overlegde met de bisschop en de wijkraad, zodat de huisonderwijzers en anderen aanvullende hulp konden bieden.

Deze zusters genoten steeds meer van de hulp die ze konden bieden, doordat hun liefde voor elkaar toenam en ze samen geestelijke ervaringen hadden. Als huisbezoeksters kunnen we dezelfde patronen en beginselen van hulpvaardigheid volgen en dezelfde zegeningen ontvangen.

Hulp bieden zoals Christus dat deed

‘Als toegewijde discipelen van de Heiland groeien wij in ons vermogen om te doen wat Hij zou doen als Hij hier was’, zei zuster Beck. ‘We weten dat het Hem gaat om onze zorg en daarom concentreren we ons op zorg voor onze zusters in plaats van het afwerken van lijsten. Ware bediening wordt meer gemeten aan de hand van de diepgang van onze naastenliefde dan aan de hand van de volmaaktheid van onze statistieken.’5

We weten dat we succes hebben in onze bediening als huisbezoeksters wanneer onze zusters kunnen zeggen: ‘Mijn huisbezoeksters helpen me geestelijk groeien. Ik weet dat mijn huisbezoeksters echt om mij en mijn gezin geven. Als ik problemen heb, weet ik dat ik op hun hulp kan rekenen.’ Door als huisbezoeksters een hoger pad te bewandelen, zijn wij deelgenoot in het wonderbaarlijke werk van de Heer en volbrengen wij de doeleinden van de ZHV: geloof en persoonlijke rechtschapenheid doen toenemen, gezinnen versterken en de hand reiken aan wie hulp nodig hebben.

Noten

  1. Dochters in mijn koninkrijk: de geschiedenis en het werk van de zustershulpvereniging (2011), p. 3.

  2. Dochters in mijn koninkrijk, p. 8.

  3. Julie B. Beck, ‘Wat ik hoop dat mijn kleindochters (en kleinzoons) over de ZHV zullen begrijpen’, Liahona, november 2011, p. 112.

  4. Zie Dochters in mijn koninkrijk, p. 133.

  5. Liahona, november 2011, pp. 112–113.

Foto-illustraties Jerry Garns

Afdrukken