Een zegen voor Mamá
De auteur woont in Utah (VS).
‘De Heer gaf aan de mens zijn macht, die altijd geldt. Door zijn profeten is op aard’ het priesterschap hersteld’ (Kinderliedjes, p. 60).
Het jeugdwerk was afgelopen en de tienjarige Ruben zocht de zendelingen. Ze zouden samen met hem naar huis lopen. Ouderlingen Sánchez en Rojas hadden Ruben en zijn oudere broer, Diego, les gegeven en hen gedoopt en bevestigd. Ze waren Rubens beste vrienden geworden.
Ruben keek door het raampje in de deur van het klaslokaal. Daar waren ze! Maar wat waren ze aan het doen? Hun handen lagen op het hoofd van een man uit de wijk, en het leek alsof ze een gebed zeiden zoals bij Rubens bevestiging.
Toen ze uit de kamer kwamen, vroeg hij aan de zendelingen: ‘Wat waren jullie aan het doen?’
‘We hebben broeder Mendoza een priesterschapszegen gegeven’, zei ouderling Sánchez. ‘Het is een bijzonder gebed dat iemand kan troosten, oplossingen voor problemen kan geven of zelfs een zieke kan genezen.’
De volgende zondag zocht Ruben de zendelingen na de bijeenkomsten weer op. ‘Kunnen jullie naar ons huis komen en mijn mamá een zegen geven?’ vroeg hij. ‘Ze heeft veel pijn aan haar rug.’
Ze haastten zich naar Rubens huis. Ouderlingen Sánchez en Rojas praatten met Rubens mamá. Ze was lid van de kerk, maar was lange tijd niet naar de kerk geweest.
‘We hoorden dat u zich niet goed voelt, zuster Garcia’, zei ouderling Rojas.
‘Ik heb al enkele weken zware rugpijn’, vertelde ze hun. ‘Ik heb verschillende artsen bezocht, maar niemand kan me helpen.’
‘Ruben heeft ons gevraagd om u een priesterschapszegen te geven’, zei ouderling Sánchez. ‘Wilt u dat we dat doen?’
‘O ja, graag’, zei Mamá.
De tranen stroomden over Mamá’s wangen terwijl de zendelingen hun handen op haar hoofd legden en haar een zegen gaven. Toen ze klaar waren, gaf Ruben haar een knuffel. ‘Ik weet dat de zegen je zal helpen’, zei hij tegen haar.
Drie dagen later bezochten de zendelingen haar weer om te vragen hoe het met haar ging. ‘Ik ben zo blij dat ik jullie zie’, zei ze. ‘Nadat jullie mij die zegen hadden gegeven, begon ik mij beter te voelen , en nu heb ik helemaal geen rugpijn meer!’
‘Uw hemelse Vader heeft u genezen, zuster Garcia’, zei ouderling Sánchez. ‘En Hij liet ons u helpen door ons priesterschapsgezag te gebruiken om u een zegen te geven.’
De volgende zondag — en elke zondag daarna — ging Mamá met Ruben en Diego naar de kerk. Ze wist dat de macht van het priesterschap echt bestond, en ook Ruben wist dat.