2014
Volg het pad van geluk
juni 2014


Volg het pad van geluk

Naar een toespraak, gehouden tijdens een CES-haardvuuravond op 12 november 2012 in de Tabernakel te Salt Lake City. De hele toespraak vindt u op lds.org/broadcasts.

Bisschop Gérald Caussé

Je geluk hangt niet zozeer van je omstandigheden af, maar van de beginselen die je naleeft.

Onze jeugdjaren zijn — algemeen gesproken — de beste tijd om plannen te maken. Als jongvolwassene moet je van de toekomst dromen. Misschien hoop je om iets te presteren op sportief vlak, een prachtig kunstwerk te creëren, een bepaald diploma te behalen of een bepaalde baan te krijgen. Je hebt wellicht al een mooi beeld in gedachte van je toekomstige man of vrouw.

Hoeveel van je wensen zullen uitkomen? Het leven is vol onzekerheid. Sommige momenten zijn zo bepalend dat je levenskoers er ingrijpend door verandert. Zo’n moment kan bestaan uit slechts een blik, een gesprek of een ongeplande gebeurtenis. Er zullen zich nieuwe kansen voordoen in je leven, zoals de recente verklaring van president Thomas S. Monson over de zendingsleeftijd.1 Soms verandert onze levenskoers door onverwachte moeilijkheden of teleurstellingen.

De meeste mensen hebben een hekel aan het onbekende. Door onzekerheid ontbreekt het sommigen aan vertrouwen en hebben ze angst voor de toekomst. Sommigen aarzelen bij het doen van een toezegging omdat ze bang zijn dat het niet gaat lukken, ook al is het een mooie kans. Ze stellen bijvoorbeeld een huwelijk, een opleiding, het stichten van een gezin of aannemen van een vaste baan uit omdat ze liever gewoon ‘rondhangen’, of gezellig in het huis van hun ouders willen blijven wonen.

Een ander denkbeeld dat ons beperkt, is dit: ‘Eet, drinkt, en weest vrolijk, want morgen sterven wij’ (2 Nephi 28:7). Mensen met dit denkbeeld geven zich liever over aan onmiddellijk genot, ongeacht de gevolgen voor hun toekomst.

Het pad van geluk

Er is een ander pad dan angst, twijfel of zelfgenoegzaamheid — een pad van gemoedsrust, vertrouwen en sereniteit. Je hebt de controle niet over alle omstandigheden in je leven, maar je hebt je eigen geluk in de hand. Daar ben je zelf de architect van.

Je geluk wordt meer bepaald door je geestelijke visie en de beginselen die je naleeft dan door omstandigheden. Van die beginselen word je gelukkig, ongeacht met welke onverwachte moeilijkheden of verrassingen je te maken krijgt. Laten we enkele van deze onmisbare beginselen bespreken.

1. Erken je eigenwaarde

Onlangs waren mijn gezin en ik een paar dagen op vakantie in Zuid-Frankrijk. Op zekere avond, toen de zon net was ondergegaan en het platteland in duisternis gehuld was, besloot ik om buiten even uit te rusten op een luie stoel. Ik staarde naar de lucht. In het begin was die pikzwart. Opeens verscheen er een lichtje in de lucht. Het was net een soort vonkje. Daarna nog één en nog één. Toen mijn ogen aan het donker gewend waren, bewonderde ik ontelbare sterren. Iets wat eerst een duistere lucht leek, veranderde in de melkweg.

Toen ik nadacht over de uitgestrektheid van het heelal en over mijn eigen stoffelijke nietigheid, vroeg ik me af: ‘Wat beteken ik temidden van zulke grootsheid en luister?’ Er kwam een Schrifttekst in mij op:

‘Aanschouw ik uw hemel, het werk van uw vingers, de maan en de sterren, die Gij bereid hebt:

‘wat is de mens, dat Gij zijner gedenkt, en het mensenkind, dat Gij naar hem omziet?’ (Psalmen 8:4–5).

Waarop meteen deze zinsnede volgde:

‘Toch hebt Gij hem bijna goddelijk gemaakt, en hem met heerlijkheid en luister gekroond’ (Psalm 8:6).

Dat is de paradox en het wonder van de schepping. Het heelal is uitgestrekt en oneindig, maar toch heeft ieder van ons een unieke waarde, die heerlijk en oneindig is in de ogen van onze Schepper. Mijn stoffelijke lichaam is oneindig klein, maar mijn eigenwaarde is van onmeetbaar belang voor mijn hemelse Vader.

De kennis dat God ons persoonlijk kent en liefheeft, is als een licht dat betekenis aan ons leven geeft. Het maakt niet uit wie ik ben, of ik vrienden heb, of ik populair ben en of ik het gevoel heb dat anderen mij afwijzen en vervolgen, want ik weet absoluut zeker dat mijn hemelse Vader van mij houdt. Hij kent mijn behoeften. Hij begrijpt mijn zorgen. Hij wil mij graag zegenen.

Beeld je eens in hoe mooi het zou zijn als je zou zien wat God in je ziet. Als je nou eens met Gods welwillendheid, liefde en vertrouwen naar jezelf zou kijken. Stel je eens voor welke uitwerking het op je zou hebben als je je eeuwige potentieel net zo goed zou begrijpen als God.

Ik getuig dat Hij bestaat. Zoek Hem! Zoek en studeer. Bid en vraag. Ik beloof je dat God zal bewijzen dat Hij bestaat en dat Hij je liefheeft.

2. Word wie je bent2

Worden wie je echt bent klinkt als een tegenstelling. Hoe kan ik nu worden wie ik al ben? Ik wil dit beginsel met een verhaal illustreren.

De film The Age of Reason vertelt het verhaal van Marguerite, een welvarend bankier die een hectisch leven leidt en de hele wereld afreist om te vergaderen. Hoewel ze een aanbidder heeft, zegt ze dat ze geen tijd heeft voor een huwelijk en kinderen.

Op haar veertigste verjaardag ontvangt ze een brief waarin staat: ‘Beste ik, vandaag ben ik zeven en schrijf ik je deze brief om je te herinneren aan de beloftes die ik maakte toen ik zeven was, en ook om je te herinneren aan wie ik wil worden.’ De schrijver van de brief is niemand minder dan Marguerite toen ze zeven was. Daarna beschrijft het kleine meisje enkele pagina’s lang gedetailleerd haar levensdoelen.

Marguerite beseft dat ze niet in de minste mate lijkt op wie ze als jong meisje wilde worden. Haar leven wordt volledig op de kop gezet doordat ze de persoon wordt die ze als kind voor zich zag. Ze verzoent zich met haar familie en besluit dat ze de rest van haar leven behoeftigen gaat helpen.3

Als het mogelijk zou zijn dat je een brief van jezelf uit het voorsterfelijk bestaan zou krijgen, wat zou daar dan in staan? Als je nu zo’n brief uit een vergeten maar levensechte wereld zou ontvangen, wat voor invloed zou dat dan op je hebben?

Er zou in die brief kunnen staan: ‘Beste ik, ik schrijf je om je eraan te herinneren wie ik wil worden. Ik hoop dat je je herinnert dat het mijn grootste wens is om een discipel van mijn Heiland, Jezus Christus, te worden. Ik steun zijn plan en als ik op aarde ben, wil ik aan zijn heilswerk bijdragen. Onthoud alsjeblieft ook dat ik deel van een eeuwig gezin wil uitmaken.’

Het is een enorm avontuur om te ontdekken wie we werkelijk zijn en waar we vandaan komen, en om dan consequent in overeenstemming met onze identiteit als kind van God en het doel van ons bestaan te leven.

3. Vertrouw op Gods beloften

In het boek Maleachi staat een tekst die de kern van de herstelling van het evangelie is: ‘En hij zal de aan de vaderen gedane beloften in het hart der kinderen planten, en het hart der kinderen zal zich tot hun vaderen wenden’ (Geschiedenis van Joseph Smith 1:39). Dankzij de herstelling zijn jullie de kinderen der belofte. Jullie zullen de beloften erven die aan jullie vaderen zijn gedaan.

Lees je patriarchale zegen nog eens. In die zegen bevestigt de Heer dat je tot een van de twaalf stammen van Israël behoort. Om die reden word je, als je trouw blijft, erfgenaam van de oneindige zegeningen die aan Abraham, Isaak en Jakob zijn beloofd. God heeft Abraham beloofd: ‘Want allen die dit evangelie aanvaarden, zullen naar uw naam worden genoemd en zullen tot uw nakomelingen worden gerekend en zullen zich verheffen en u als hun vader prijzen’ (Abraham 2:10).

Die beloften zijn echt, en als wij ons deel doen, doet God dat ook. Aan de andere kant is het door die beloften niet zeker dat alles wat er met ons gebeurt, overeenkomt met onze verwachtingen en verlangens. Maar door Gods beloften mogen we er wél op rekenen dat alles wat er met ons gebeurt, in overeenstemming met zijn wil is. Het beste verlangen wat we kunnen hebben, is om onze wil in overeenstemming te brengen met die van de Heer en om zijn plan voor ons te aanvaarden. Hij weet alles, al vanaf het begin, heeft een breder perspectief dan wij en heeft ons oneindig lief.

Om dit beginsel te verduidelijken, zal ik iets vertellen wat ik zelf heb meegemaakt. Toen ik jong was, bereidde ik me voor op het toelatingsexamen voor de beste bedrijfsscholen in Frankrijk. Die voorbereiding nam een jaar in beslag en was erg moeilijk. Aan het begin van het jaar had ik besloten dat ik de zondagsbijeenkomsten of de wekelijkse instituutslessen nooit omwille van schoolwerk zou overslaan, hoe zwaar die ook mochten zijn. Ik aanvaardde zelfs een roeping als administrateur in mijn jongvolwassenenwijk. Ik vertrouwde erop dat de Heer mijn getrouwheid zou erkennen en me zou helpen om mijn doelen te bereiken.

Aan het eind van het jaar, toen ik examen moest doen, vond ik dat ik mijn best had gedaan. Toen ik aan mijn toelatingsexamen voor de school met de beste reputatie begon, wist ik zeker dat de Heer mijn wens zou vervullen. Jammer genoeg was het mondelinge examen voor mijn beste vak onverwachts een ramp — ik kreeg een cijfer waarmee ik niet op die fel begeerde school werd toegelaten. Ik was radeloos. Hoe kon de Heer me nu in de steek laten terwijl ik trouw had doorgezet?

Toen ik voor het mondelinge toelatingsexamen op de tweede school van mijn lijst arriveerde, was ik heel onzeker. Een gesprek met een jury, onder leiding van de directeur van de school, telde op die school het zwaarst. Het gesprek begon heel gewoon, totdat iemand me de schijnbaar onbeduidende vraag stelde: ‘We weten dat je veel hebt gestudeerd en je op dit examen hebt voorbereid. Maar we willen graag weten wat je naast je studie doet.’

Mijn hart ging sneller kloppen. Een jaar lang had ik slechts twee dingen gedaan: studeren en naar de kerk gaan! Ik was bang dat de jury me vanwege mijn lidmaatschap in de kerk zou benadelen. Ik dacht even na en besloot om bij mijn principes te blijven.

Toen beschreef ik ongeveer een kwartier lang wat ik in de kerk deed: zondagse bijeenkomsten, instituutslessen en mijn roeping als wijkadministrateur. Toen ik klaar was, zei de directeur van de school:

‘Weet je, toen ik jong was, studeerde ik in de Verenigde Staten’, zei hij. ‘Een van mijn beste vrienden daar was mormoon. Het was een opmerkelijke jonge man. Hij had erg goede eigenschappen. Ik beschouw mormonen als hele goede mensen.’

Ik kreeg die dag een heel hoog cijfer, waardoor mij een ereplaats op die school werd toegewezen.

Ik dankte de Heer voor zijn goedheid. Het duurde enkele jaren voordat ik begreep dat het een wonderbaarlijke zegen was dat ik niet tot de opleiding van mijn dromen was toegelaten. Op de andere opleiding kwam ik belangrijke mensen tegen. Het werd mij de rest van mijn loopbaan duidelijk hoe ik door mijn omgang met hen bevoordeeld was, en vandaag de dag hebben mijn gezin en ik nog steeds veel aan hen.

Als jullie al het mogelijke hebben ondernomen en het niet loopt zoals je had gehoopt of verwacht, wees dan bereid om de wil van je hemelse Vader te aanvaarden. Hij legt ons niets op dat uiteindelijk niet voor ons eigen bestwil is. Luister naar die kalme stem die in je oren fluistert: ‘Alle vlees is in mijn hand; wees stil, en weet, dat Ik God ben’ (LV 101:16).

Je toekomst is net zo stralend als je geloof

Hoe meer ik over de koers van mijn leven met mijn vrouw, Valérie, nadenk, hoe meer ik van mening ben dat ons gezamenlijke beeld van het eeuwige leven in onze jeugd er het meest toe deed. We wilden een eeuwig gezin stichten. We wisten waarom we op aarde waren en kenden ons eeuwige doel. We wisten dat God van ons hield en dat we voor Hem van grote waarde waren. We hadden er het volste vertrouwen in dat Hij te zijner tijd en op zijn manier onze gebeden zou verhoren.

Ik weet niet of we bereid waren om zijn wil altijd te aanvaarden, want dat moesten we leren — en dat zijn we nog steeds aan het leren. Maar we wilden Hem zo goed mogelijk volgen en ons leven aan Hem wijden.

Ik getuig net als president Monson dat jullie ‘toekomst […] net zo stralend als jullie geloof’ is.4 Je geluk hangt niet zozeer van je omstandigheden af, maar van de beginselen die je naleeft. Wees die beginselen trouw. God kent je en heeft je lief. Als je in overeenstemming met zijn eeuwige plan leeft en vertrouwen in zijn beloften hebt, zal je toekomst stralen!

Heb je dromen en doelen? Goed zo! Doe er alles aan om ze te bereiken. En laat de Heer dan de rest doen. Hij laat je meer worden dan je van jezelf kunt maken.

Aanvaard altijd zijn wil. Sta klaar om te gaan waar Hij je zendt en om te doen wat Hij van je wil. Ontwikkel je zó dat je wordt zoals Hij dat wilt.

Ik getuig dat dit leven een wonderbaarlijk moment in de eeuwigheid is. Ons heerlijke doel op aarde is om ons voor te bereiden om God te ontmoeten.

Noten

  1. Zie Thomas S. Monson, ‘Welkom op de conferentie’ Liahona, november 2012, pp. 4–5.

  2. Deze uitspraak wordt toegeschreven aan Pindarus, een van de bekendste Griekse dichters. Zie Pindarus, Pythische 2.72, in Olympian Odes, Pythian Odes, vert. en uitg. door William H. Race (1997), p. 239.

  3. Zie L‘âge de raison, regie Yann Samuell (2010).

  4. Thomas S. Monson, ‘Houd goede moed’, Liahona, mei 2009, p. 92.

Word wie je bent.

Vertrouw op Gods beloften.

Weet dat je belangrijk bent.

In een brief van je voorsterfelijke zelf zou kunnen staan: ‘Beste ik, ik hoop dat je je herinnert dat het mijn grootste wens is om een discipel van Jezus Christus, te worden.

Ik kreeg een heel hoog cijfer, waardoor mij een ereplaats op die school werd toegewezen.

Illustraties Allen Garns