Ons prikbord
Op een dag daagden mijn vriendinnen me op school uit om een slecht woord te roepen in een leeg klaslokaal. Toen ik nee zei, pestten ze me en lachten me uit. Toen zei ik het woord toch, maar erg stil en snel. Ik had zo’n spijt van wat ik gedaan had. Die avond bad ik met heel mijn hart en bekeerde ik me ervan. Ik weet dat ik me altijd tot hemelse Vader kan richten om te weten wat het goede is. En als iets slecht is, zal ik nee zeggen, zelfs als mijn vriendinnen me vragen om het te doen. Ik ben dankbaar voor bekering!
Paola L. (10), Mexico
Op Jezus gaan lijken
Op school hadden we ons sinds het begin van het schooljaar op een grote activiteit voorbereid die Festidanza noemde. Net als elk jaar zou die op zaterdag plaatsvinden. Maar op een dag kondigde onze directeur aan dat de activiteit nu op zondag zou plaatsvinden. Ik zei tegen mijn moeder dat we op zondag naar de kerk gaan. Ik eer de sabbat graag.
Isaías R. (6), Peru
De mooiste dag van mijn leven was de dag waarop ik me liet dopen. Mijn mama leerde me dat ik na mijn doop verantwoordelijk voor al mijn daden zou zijn. Mijn papa en ik waren in het wit gekleed. Ik was zenuwachtig, maar toen ik mijn vaders hand nam om de doopvont in te gaan, wist ik dat alles goed kwam. Toen mijn vader het doopgebed uitsprak en me onderdompelde, voelde ik fijne dingen in mijn hart die ik moeilijk kan uitleggen. Toen werd ik bevestigd en kreeg ik de gave van de Heilige Geest. Ik ben zo blij dat ik gedoopt ben. Net zoals Christus een voorbeeld was voor mij, ben ik een voorbeeld voor mijn broertje. Ik weet dat Jezus Christus leeft en dat Hij van ons houdt.
Richard H. (8), Guatemala
Ik vind de artikelen voor kinderen in de Liahona leuk, omdat de verhaaltjes me meer leren over mijn hemelse Vader. Ik vraag mama altijd om me de verhaaltjes voor te lezen. Ik hou van puzzels, doolhoven, verven en verhaaltjes vertellen. Ik leer graag nieuwe dingen in het jeugdwerk. Ik weet dat mijn hemelse Vader van me houdt, en Hij houdt ook van jou. Ik probeer altijd aan Hem te denken en het goede te kiezen.
Jocelyn C. (4), Nicaragua
Ik heb altijd al het Aäronisch priesterschap willen ontvangen. Als ik priesterschapsdrager ben, mag ik het avondmaal ronddienen en naar de tempel gaan. Het is een voorrecht om bij deze herstelde kerk te horen, en ik weet dat het evangelie waar is. Binnenkort verlaat ik het jeugdwerk, waar ik heel veel geleerd heb, en voeg ik me bij het jongemannenleger.
Santiago P. (11), Ecuador
‘En er verscheen een persoon in een wit kleed. Ik had nog nooit zo’n wit kleed gezien. Hij heette Moroni.’ (Zie Geschiedenis van Joseph Smith 1:30–33.)
Erick H. (9), Mexico