‘Ziet uw kleinen’: leren lesgeven aan kinderen

‘[Jezus] nam hun kinderen een voor een en zegende hen en bad tot de Vader voor hen. En […] Hij sprak tot de menigte en zeide tot hen: Ziet uw kleinen’ (3 Nephi 17:21, 23).

Als u een ouder bent, of geroepen bent om kinderen les te geven, hebt u een groot geschenk gekregen. Ouderling M. Russell Ballard van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd: ‘[U] bent degenen die God heeft aangewezen om de kinderen van deze tijd te omringen met liefde, geloofsvuur en met begrip van wie zij zijn.’¹

Kinderen geven u vreugde en zetten u ertoe aan om een goed voorbeeld te zijn. Als u de trouw, de liefde, het vertrouwen en de hoop van kinderen leert inzien, komt u dichter bij de Heer en begrijpt u zijn gebod ‘wordt als de kinderen’ beter (Mattheüs 18:3).

Hier zijn acht punten over kinderen die u moet onthouden als u ze wilt liefhebben en onderwijzen zoals de Heiland dat doet.

1. Kinderen zijn gelovig. Ze zijn ontvankelijk voor de waarheid. Zet ze de juiste leer eenvoudig en duidelijk uiteen, met woorden en voorbeelden die ze kunnen begrijpen.

2. Kinderen kunnen de invloed van de Geest herkennen. Leer ze dat de gemoedsrust, liefde en vreugde die ze voelen als ze over Jezus Christus en zijn evangelie praten of zingen, afkomstig zijn van de Heilige Geest. Maak ze duidelijk dat die gevoelens bij een getuigenis horen.

3. Kinderen vatten ideeën letterlijk op. Ingewikkelde metaforen kunnen verwarrend voor ze zijn. Als u lesgeeft, verwijs dan naar bekende gebeurtenissen en bezigheden: thuis, in het gezin en in de wereld om hen heen.

4. Kinderen willen graag leren. Ze leren graag door verschillende ervaringen en met meerdere zintuigen. Ze reageren heel goed op visuele hulpmiddelen en andere manieren om ze bij de les te betrekken. Laat ze bewegen, ontdekken en nieuwe dingen proberen.

5. Kinderen willen graag delen en helpen. Ze kunnen elkaar en u iets leren. Laat ze vertellen wat ze aan het leren zijn. Geef ze de gelegenheid om Schriftteksten voor te lezen, platen vast te houden, vragen te beantwoorden of op het bord te schrijven.

6. Kinderen zijn liefdevol en willen liefde ontvangen. Zoek naar mogelijkheden om het vriendelijke en liefdevolle gedrag dat ze van nature hebben, aan te wakkeren. Geef ze meer zelfvertrouwen door uw liefde en waardering te uiten en aandachtig te luisteren naar wat ze zeggen.

7. Kinderen volgen uw voorbeeld. U bent altijd aan het onderwijzen, ook als u dat niet in de gaten hebt. Kinderen merken op hoe u de beginselen naleeft waarin u onderwijst. Uw rechtschapen voorbeeld kan van grote invloed op hun prille getuigenis zijn.

8. Jonge kinderen hebben doorgaans een korte concentratieduur. Onoplettend gedrag kan betekenen dat ze moe zijn of trek hebben, dat ze iets wat u gezegd hebt niet begrijpen, dat ze moeten bewegen of dat ze zich vervelen. Ze leren graag door herhaling, afwisseling, eenvoudige verhalen, liedjes en activiteiten. Moedig ze aan om actief aan de lessen mee te doen.