Groepsdruk en pisto
De auteur woont in Saltillo (Mexico).
Ik was eindelijk op een feestje met al mijn vrienden, maar iedereen was aan het drinken.
Toen ik twaalf was, werd ik door een paar meisjes op mijn nieuwe school voor een verjaardagsfeestje uitgenodigd. Het was het eerste feestje met die schoolvriendinnen waarvoor ik uitgenodigd was. Ik vroeg mijn ouders of ik mocht gaan, maar ze zeiden nee omdat het feestje te laat begon.
Korte tijd later kreeg ik weer een uitnodiging. Ik vroeg mijn ouders weer om toestemming, maar weer zeiden ze nee. Toen werd ik boos. Mocht ik geen plezier hebben?
Toen plande een van mijn beste vriendinnen een feestje. Ik werd als een van de eersten door haar uitgenodigd. Het feestje begon eerder dan de andere. Het zou in besloten kring zijn en niet ver van ons huis. Ik vroeg mijn ouders om toestemming en ze zeiden ja! Ik was superblij.
De dag brak aan. Mijn ouders reden me erheen en zeiden dat ze me om tien uur die avond zouden ophalen. Op het feestje trof ik mijn vriendinnen aan. Maar na twintig minuten had ik de jarige jet nog steeds niet gezien.
Een paar minuten later kwam er een jongeman op ons af. Hij vroeg: ‘Hebben jullie geld voor de pisto meegenomen?’ Uit een gebaar dat hij maakte, concludeerde ik dat ‘pisto’ bier betekende. Mijn vriendinnen gingen op het verzoek om geld in. Ik had geen geld bij me, dus sloot ik me bij een paar andere meisjes aan terwijl het eerste groepje zijn zaakjes afhandelde.
Eindelijk kwam de jarige jet aan — een uur te laat. Ik feliciteerde haar en terwijl we aan het praten waren, stopte er een bestelbus voor de deur. Er stapten vijf mannen uit met twee kratten bier. Iedereen dromde om hen heen en ze begonnen het bier uit te delen. Mijn vriendinnen gingen er ook heen, waarna ik in mijn eentje stond toe te kijken hoe die jonge mensen zich verdrongen om een biertje te pakken te krijgen.
Mijn vriendinnen kwamen naar me toe en boden me ook wat aan. ‘Nee, dank je’, zei ik. Ze drongen nog eens aan. Weer zei ik nee. Mijn hart begon te bonken en ik had het vreemde gevoel alsof ik de hoofdpersoon in een spannende film was en ergens ver weg in de knel geraakt was. Toen hoorde ik een auto toeteren — het waren mijn ouders! Ik maakte me met één afscheidsgroet uit de voeten en rende naar de auto.
Ik stapte hijgend in. Ik begon na te denken hoe bedreigend de omgeving aanvoelde waar ik net geweest was. Mijn moeder vroeg of alles in orde was. ‘Jawel,’ zei ik, ‘maar ik sta versteld.’
‘Hoezo?’, vroeg mijn vader.
‘Al mijn vrienden waren aan het drinken, en ik stond er geschrokken bij, in de hoop dat er iets goeds zou gebeuren. Ik wilde zo graag dat jullie hierheen zouden komen, en nu ben ik hier.’ Ik zag op het op het dashboardklokje dat het nog geen tien uur was.
Mijn moeder zei: ‘Zo gaat dat op feestjes in de wereld. Daarom wilden we je ook niet naar eerdere feestjes laten gaan.’
Toen ik die avond bad, bedankte ik mijn hemelse Vader dat mijn ouders eerder gekomen waren.
Als lid van de kerk zijn we wel in de wereld maar niet zoals de wereld. Ik zie nu in dat overtreding van het woord van wijsheid en zelfs de wet van kuisheid op dergelijke feestjes op de loer ligt. Veel van mijn kennissen zijn hier de fout in gegaan. De meesten van hen behoren weliswaar niet tot de kerk, maar ook leden van de kerk kunnen struikelen als ze niet standvastig blijven.
Ik ben blij dat ik besloten had niet te drinken. Ik dacht dat ze me later wel zouden uitlachen, maar mijn vrienden hebben juist meer respect voor me gekregen omdat ze mijn normen kennen. Daarna ben ik niet meer bang geweest om nee te zeggen tegen dingen die me geen goed doen.