Wie je ook bent
De auteur woont in Utah (VS).
O nee, dacht Andi. Ik ben niet aan mijn ouders verzegeld. Wat gaat er met me gebeuren?
‘Ik ben een kind van God, door Hem op aard’ gebracht.’ (Kinderliedjes, 2.)
Perfect, dacht Andi toen ze vlug even in de spiegel keek. Ze droeg haar rode lievelingsjurk. Ze wilde er op zondag altijd piekfijn uitzien. Ze rende naar beneden voor het ontbijt.
Andi propte net het laatste stukje toast in haar mond toen de familie Reeder op de oprit toeterde. ‘Tot straks, mama! Tot straks, papa!’ zei Andi. Ze gaf ze een kusje en liep de deur uit.
Hoewel mama en papa geen lid van de kerk waren, spoorden ze Andi toch aan om wekelijks naar de kerk te gaan. De familie Reeder was haar sinds haar doop bijna elke zondag komen ophalen. Andi voelde zich altijd thuis en geliefd bij hen.
Na de avondmaalsdienst was het tijd voor het jeugdwerk. Andi vond de heldenklas van broeder en zuster Long leuk. Ze waren lief en hun lessen waren altijd geweldig.
‘Vandaag gaan we het over de tempel hebben’, zei zuster Long. ‘Wat weten we van de tempel?’
Andi wist een antwoord: ‘We kunnen er tempeldopen doen.’ Ze was enthousiast omdat de jongevrouwen in haar wijk elk jaar naar de tempel gingen om er dopen te doen. En binnenkort zou Andi ook gaan!
‘Goed zo, Andi. Wat weten we nog meer?’
‘Je kunt in de tempel trouwen’, zei Andi’s vriendin Allison.
‘Heel goed’, zei zuster Long. ‘Nog meer?’
‘Gezinsleden kunnen eeuwig bij elkaar blijven als ze in de tempel aan elkaar verzegeld zijn’, vulde Allison aan.
Maar ons gezin niet, dacht Andi. Mama en papa zijn niet in de tempel aan elkaar verzegeld. Ze had het plots warm en kreeg tranen in haar ogen.
‘Alles in orde, Andi?’ vroeg zuster Long.
‘Ja’, snikte Andi terwijl ze haar tranen probeerde te bedwingen. Maar haar hart bleef de hele les luid bonzen.
Na de les ging zuster Long naast Andi zitten. Ze sloeg haar arm om haar heen. ‘Wat is er?’ vroeg ze.
‘Ik kan niet voor altijd bij mijn mama en papa blijven’, zei Andi. ‘Ze zijn niet in de tempel getrouwd. Bij wie hoor ik dan als ik dood ben? Houdt onze hemelse Vader wel van me als mijn ouders geen lid zijn?’
Zuster Long keek Andi recht in de ogen. ‘Wie je ook bent en of je ouders nu naar de tempel geweest zijn of niet, je hoort sowieso bij de familie van onze hemelse Vader. Jij kunt dicht bij Hem blijven en een voorbeeld zijn. Hij zal altijd van je houden, je leiden en beschermen. Hij wil jou en jullie gezin zegenen. Je bent een kind van God, Andi.’
Andi voelde haar hart overslaan en het bonzen hield op. Ze had nu een warm gevoel in haar hart. Ze wist dat wat haar leerkracht gezegd had waar was.