2016
Een getuige van God
November 2016


Een getuige van God

Ik raad u aan om u niet meer schuldig te voelen over gebreken die u bij het verkondigen van het evangelie denkt te hebben. Bid liever zodat u ‘als getuige van God op [kunt] treden’. Dat is een veel sterkere motivatie dan schuldgevoel.

Veel van het belangrijke werk van God is verborgen voor de wereld. De zesde eeuw voor Christus bracht grote denkers zoals Confucius in China en Boeddha in Oost-India voort, maar de macht van Gods priesterschap rustte op Daniël, de profeet die tijdens de regering van de Babylonische koning Nebukadnezar in gevangenschap leefde.

Koning Nebukadnezar was erg verontrust door een droom die hij gehad had en eiste dat zijn magiërs en tovenaars hem vertelden wat hij gedroomd had en wat de droom betekende. Ze konden hem uiteraard niet vertellen wat hij gedroomd had en protesteerden. ‘Er is geen mens op de aardbodem die [dat kan doen en geen koning die het zou vragen].’1 Koning Nebukadnezar was woedend over hun onvermogen en beval al zijn adviseurs te doden.

Daniël, een van de wijzen van de koning, bad om de ‘barmhartigheid [van God] met betrekking tot deze verborgenheid.’2

Er vond een wonder plaats. De verborgenheid van de droom van de koning werd aan Daniël geopenbaard.

Men bracht Daniël voor de koning. ‘Bent u in staat mij de droom te laten weten die ik gezien heb, en de uitleg ervan?’

Daniël antwoordde:

‘Wijzen, bezweerders, magiërs [kunnen u niet vertellen wat u gedroomd hebt]. […]

‘Maar er is een God in de hemel [die deze zaken kan openbaren en] Hij heeft koning Nebukadnezar laten weten wat er in later tijd gebeuren zal. […]

‘De God van de hemel [zal] een Koninkrijk doen opkomen, [een steen die niet door mensenhanden afgehouwen wordt die tot een grote berg zal worden en de hele aarde zal vullen,] dat voor eeuwig niet te gronde zal gaan [en] voor eeuwig [zal] standhouden.

‘[…] De droom is waar en de uitleg ervan betrouwbaar.’3

Toen zijn droom uitgelegd was, sprak de koning stellig: ‘Uw God is de God der goden en de Heere der koningen.’4

Uit Gods wonderbaarlijke tussenkomst voor Daniël kwam de geprofeteerde toekomst van het herstelde evangelie van Jezus Christus op aarde voort: een koninkrijk dat de hele aarde zou vullen en voor eeuwig niet ten gronde zou gaan, maar altijd zou standhouden.

Het aantal leden van de kerk in de laatste dagen zou, zoals Nephi profeteerde, relatief klein zijn, maar ze zouden over de hele aarde verspreid zijn, en de priesterschapsmacht en -verordeningen zouden voor allen die het verlangden beschikbaar zijn, waardoor de aarde gevuld werd, zoals Daniël voorspelde.5

In 1831 ontving de profeet Joseph Smith deze openbaring: ‘De sleutels van het koninkrijk Gods [en de vergadering van Israël uit de vier delen der aarde] zijn toevertrouwd aan het mensdom op aarde, en vandaar zal het evangelie voortrollen naar de einden der aarde, zoals de steen die uit de berg is losgehakt zonder toedoen van mensenhanden zal voortrollen totdat hij de gehele aarde heeft vervuld.’6

Een gedeelde verantwoordelijkheid

De vergadering van Israël is een wonder. Ze lijkt op een enorme puzzel waarvan de stukjes vóór de heerlijke gebeurtenissen van de wederkomst in elkaar gezet zullen worden. Net zoals wij mogelijk geen enkel overzicht hebben over een berg puzzelstukjes, moeten de eerste heiligen hun opdracht om het herstelde evangelie wereldwijd uit te dragen als een haast onmogelijke taak beschouwd hebben. Maar ze begonnen er met één persoon, één puzzelstukje tegelijk, aan, zochten de rechte stukjes uit en zetten de contouren van dit goddelijke werk zo goed mogelijk neer. De steen die niet door mensenhanden afgehouwen werd begon langzaamaan voort te rollen. Door honderden tot duizenden, tot tienduizenden en nu miljoenen heiligen der laatste dagen wereldwijd worden de puzzelstukjes van dit wonderbaar werk en wonder in elkaar gezet.

Een enorme puzzel

Ieder van ons is een puzzelstukje en ieder van ons helpt om andere essentiële puzzelstukjes op hun plaats te krijgen. U bent in dit grote werk belangrijk. Onze toekomstvisie is nu duidelijk. We zien dat het wonder voort blijft gaan en ervaren de leiding van de Heer bij het opvullen van de lege plekken. En dan zegt ‘de grote Jehova […] dat het werk is volbracht’7 en keert Hij in majesteit en heerlijkheid terug.

Ieder van ons is een puzzelstukje

President Thomas S. Monson heeft gezegd: ‘De tijd is nu aangebroken voor de leden en zendelingen om de handen ineen te slaan en […] te werken en zielen tot Hem te brengen. […] Hij zal onze inzet zegenen als wij in geloof zijn werk uitvoeren.’8

De door God toegewezen taak die vroeger vooral op de schouders van de zendelingen rustte, rust nu op ons allen. We willen allemaal het herstelde evangelie uitdragen, en wat geweldig dat wekelijks duizenden mensen zich laten dopen. Maar ondanks die geweldige zegening wekken onze zorg voor onze broeders en zusters en ons verlangen om God te behagen een onweerstaanbare drang in ons op om het evangelie te verkondigen en Gods koninkrijk wereldwijd te sterken.

De beperkingen van schuldgevoel

Zelfs als u een sterk verlangen hebt om het evangelie te verkondigen, bent u misschien niet tevreden met het resultaat van uw inspanningen. U voelt zich misschien zoals mijn vriend die zei: ‘Ik heb met mijn vrienden en familieleden over de kerk gepraat, maar weinigen hebben interesse. Door al die afwijzingen word ik steeds terughoudender. Ik weet dat ik meer moet doen, maar ik weet niet hoe en voel me enorm schuldig.’

Misschien kan ik helpen.

Schuldgevoel heeft een belangrijke functie omdat het ons aanzet tot verandering, maar zijn positieve effect is beperkt.

Schuldgevoel is zoals de accu in een benzineauto. De accu kan de auto verlichten, de motor starten en de koplampen aansteken, maar geeft geen brandstof voor een lange rit. De accu op zich is niet genoeg. En zo is het ook met schuldgevoel.

Ik raad u aan om u niet meer schuldig te voelen over gebreken die u bij het verkondigen van het evangelie denkt te hebben. Bid liever om gelegenheden zodat u, zoals Alma gezegd heeft, ‘in alle dingen en op alle plaatsen […] als getuige van God op [kunt] treden […] opdat [anderen] door God [zullen] worden verlost en onder de deelgenoten der eerste opstanding [zullen] worden gerekend, [en] het eeuwige leven [zullen] hebben.’9 Dat is een veel sterkere motivatie dan schuldgevoel.

We zijn altijd en overal getuige van God door onze levenswijze en ons taalgebruik.

Wees open over uw geloof in Christus. Praat over zijn leven, leringen en weergaloze gave aan de mens als de gelegenheid zich voordoet. Vertel over zijn krachtige leer in het Boek van Mormon. Hij heeft ons beloofd: ‘Ieder […] die Mij belijden zal voor de mensen, die zal Ik […] belijden voor Mijn Vader […] in de hemelen.’10 Ik beloof dat u gelegenheden zult krijgen om ‘als getuige van God op te treden’ als u er vaak en oprecht om bidt, en dat zij die meer licht en kennis zoeken, op uw pad zullen komen. Als u aan geestelijke ingevingen gehoor geeft, zal de Heilige Geest uw woorden naar hun hart voeren, en zal de Heiland u op een dag voor zijn Vader belijden.

Een gezamenlijke inspanning

Het geestelijke werk waarbij we iemand helpen om tot het koninkrijk van God toe te treden, is een gezamenlijke inspanning. Roep zo spoedig mogelijk de hulp van de zendelingen in en bid om hemelse hulp. Maar denk eraan: het tijdstip van iemands bekering ligt niet in uw handen.11

Kamla Persand uit Mauritius studeerde medicijnen in het Franse Bordeaux toen we haar in februari 1991 leerden kennen. We hadden als gezin gebeden om iemand die de waarheid zocht over het evangelie te kunnen vertellen, en onderwezen haar thuis. Ik had het voorrecht haar te dopen, maar wij waren niet de grootste invloed waardoor Kamla besloot om lid van de kerk te worden. Vrienden, zendelingen en zelfs familieleden waren in haar vaderland ‘getuige van God’ geweest en op zekere dag in Frankrijk, toen ze er klaar voor was, besloot ze om zich te laten dopen. Nu, 25 jaar later, geniet ze de vele zegeningen van die beslissing, en haar zoon is op zending in Madagaskar.

Kamla Persand en haar gezin

Beschouw uw inspanningen om iemand in de liefde van de Heiland te laten delen niet als een toets waarvoor u wel of niet slaagt op basis van hoe positief uw vrienden reageren op uw gevoelens of uitnodiging om met de zendelingen te praten.12 We kunnen met onze ogen de uitwerking van onze inspanningen niet inschatten. We kunnen evenmin het tijdschema bepalen. Als u anderen in de liefde van de Heiland laat delen, verdient u altijd een tien.

Sommige overheden leggen zendelingen beperkingen op, waardoor onze fantastische leden nog meer moed tonen door ‘te allen tijde […] en op alle plaatsen […] als getuige van God op te treden’.

Nadjezjda uit Moskou geeft het Boek van Mormon vaak in een geschenkdoosje met snoepjes weg. ‘Ik zeg dat het het heerlijkste geschenk is dat ik ze kan geven’, zegt ze.

Kort na haar doop in Oekraïne kreeg Svetlana het gevoel dat ze een man die ze vaak op de bus zag over het evangelie moest vertellen. Toen de man bij zijn halte afstapte, vroeg ze: ‘Wilt u meer over God te weten komen?’ De man zei ‘Ja.’ De zendelingen onderwezen Viktor en hij liet zich dopen. Hij en Svetlana werden later in de Freibergtempel (Duitsland) aan elkaar verzegeld.

Let op: u krijgt soms onverwachte zegeningen.

Zeven jaar geleden ontmoetten Kathy en ik Diego Gomez en zijn prachtige gezin in Salt Lake City (Utah, VS). Ze woonden een open dag van de tempel bij, maar sloegen onze uitnodiging om meer over de kerk te weten te komen vriendelijk af. In mei belde Diego me onverwachts op. Hij had dingen meegemaakt waardoor hij was gaan bidden. Hij had zelf de zendelingen gevonden, hun lessen gevolgd, en was klaar voor de doop. Op 11 juni betraden mijn vriend en medediscipel Diego Gomez en ik de wateren van de doop. Zijn bekering had een eigen tijdschema en kwam met de hulp en steun van velen die hem als ‘getuige van God’ de hand reikten tot stand.

Diego Gomez met groep

Een uitnodiging aan de jongeren

Ik geef onze geweldige jongeren en jongvolwassenen wereldwijd een bijzondere uitnodiging en uitdaging om ‘getuige van God’ te zijn. De mensen om je heen staan open voor vragen over geestelijke zaken. Herinner je je de puzzel nog? Je hebt iets te bieden, namelijk je kennis van technologie en sociale media. We hebben je nodig; de Heer wil dat je nog meer bij dit grote werk betrokken raakt.

Puzzel op mobiele telefoon

De Heiland heeft gezegd: ‘Ga dan heen, onderwijs al de volken, hen dopend in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest.’13

Het is geen toeval dat u in Afrika, Azië, Europa, Noord-, Midden- of Zuid-Amerika, Oceanië of waar dan ook op aarde woont, want het evangelie moet naar ‘alle natie, geslacht, taal en volk’ gaan.14

‘De God van de hemel [heeft] een Koninkrijk doen opkomen [een steen die niet door mensenhanden afgehouwen is en een grote berg geworden is en de hele aarde vervult,] dat voor eeuwig niet te gronde zal gaan en […] voor eeuwig [zal] standhouden.

‘[…] De droom is waar en de uitleg ervan betrouwbaar.’15

Ik eindig met deze woorden uit de Leer en Verbonden: ‘Roept de Heer aan, opdat zijn koninkrijk zich op aarde zal verbreiden, opdat haar bewoners het zullen ontvangen en voorbereid zullen zijn op de komende dagen, waarin de Zoon des Mensen [uit] de hemel zal neerdalen, gekleed in de luister van zijn heerlijkheid, om het koninkrijk van God […] te ontmoeten.’16 In de naam van Jezus Christus. Amen.

Noten

  1. Daniël 2:10.

  2. Daniël 2:18.

  3. Daniël 2:26–28, 44–45; zie ook de verzen 34–35.

  4. Daniël 2:47.

  5. Zie 1 Nephi 14:12–14.

  6. Leer en Verbonden 65:2; zie ook Leer en Verbonden 110:11.

  7. Leringen van kerkpresidenten: Joseph Smith (2007), 478; zie ook Boyd K. Packer, ‘Het waarheidsvaandel is opgericht’, Liahona, november 2003, 27.

  8. Thomas S. Monson, ‘Welkom op de conferentie’, Liahona, november 2013, 4.

  9. Mosiah 18:9.

  10. Mattheüs 10:32.

  11. Een maand geleden was ik in Santa Maria (Brazilië). Broeder João Grahl vertelde me dat hij als jongeman twee jaar lang naar de kerk geweest was en zich wilde laten dopen, maar geen toestemming van zijn vader kreeg. Op zekere dag zei hij tegen zijn zussen, die hetzelfde verlangen hadden, dat ze in gebed moesten knielen opdat God het hart van hun vader zou verzachten. Ze knielden in gebed en gingen naar school.

    Toen ze die dag thuiskwamen, was een van hun ooms, de broer van hun vader, uit een verafgelegen stad op bezoek. Hij praatte met hun vader. In bijzijn van hun oom vroegen de kinderen hun vader nogmaals of ze zich mochten laten dopen. Hun oom kwam tussenbeide, legde zijn hand op de schouder van zijn jongere broer en zei: ‘Reinaldo, het is waar. Geef ze toestemming zich te laten dopen.’ Zonder dat ze het wisten had de oom zich een paar maanden eerder laten dopen.

    De oom had de ingeving gekregen om naar het huis van zijn broer af te reizen, en omdat hij die dag ‘als getuige van God’ optrad, kregen zijn nichtjes en neefje toestemming om zich te laten dopen. Een paar maanden later lieten Reinaldo en zijn vrouw zich dopen. God beantwoordde de gebeden van die kinderen op wonderbare wijze door iemand die bereid was om ‘als getuige van God’ op te treden.

  12. ‘Je bent succesvol als je iemand uitnodigt, ongeacht het resultaat.’ (Clayton M. Christensen, The Power of Everyday Missionaries [2012], 23; zie ook everydaymissionaries.org.)

  13. Mattheüs 28:19.

  14. Mosiah 15:28.

  15. Daniël 2:44–45; zie ook de verzen 34–35.

  16. Leer en Verbonden 65:5.