‘Als u Mij gekend had’
Kennen we de Heiland alleen van horen zeggen, of leren we Hem steeds beter kennen? Hoe leren we de Heer kennen?
Aan het einde van de bergrede beklemtoonde de Heiland de eeuwige waarheid dat ‘de verlossende genade van de Zoon alleen verkregen kan worden door de wil van de Vader te doen’.1
Hij heeft gezegd:
‘Niet ieder die tegen Mij zegt: Heere, Heere, zal binnengaan in het Koninkrijk der hemelen, maar wie de wil doet van Mijn Vader, Die in de hemelen is.
‘Velen zullen op die dag tegen Mij zeggen: Heere, Heere, hebben wij niet in Uw Naam geprofeteerd en in Uw Naam demonen uitgedreven, en in Uw Naam vele krachten gedaan?
‘Dan zal Ik hun openlijk zeggen: Ik heb u nooit gekend; ga weg van Mij, u die de wetteloosheid werkt!’2
Ons begrip van deze episode neemt toe als we een geïnspireerde revisie van de tekst beschouwen. Het is veelzeggend dat de zinsnede in de Herziene Statenvertaling van de Bijbel, ‘Ik heb u nooit gekend’, in de Bijbelvertaling van Joseph Smith gewijzigd is in: ‘U hebt Mij nooit gekend.’3
Denk ook eens aan de gelijkenis van de tien meisjes. U weet dat de vijf dwaze en onvoorbereide meisjes heengingen om olie voor hun lamp te halen nadat ze de roep hoorden om de bruidegom tegemoet te gaan.
‘Toen zij weggingen om olie te kopen, kwam de bruidegom; en zij die gereed waren, gingen met hem naar binnen naar de bruiloft, en de deur werd gesloten.
‘Later kwamen ook de [vijf dwaze] meisjes, die zeiden: Heer, heer, doe ons open!
‘Hij antwoordde en zei: Voorwaar, ik zeg u: ik ken u niet.’4
De implicaties van deze gelijkenis voor ieder van ons worden duidelijker door nog een geïnspireerde revisie. De zinsnede ‘ik ken u niet’ in de Herziene Statenvertaling van de Bijbel is in de Bijbelvertaling van Joseph Smith verduidelijkt tot ‘u kent mij niet’.5
De zinsneden ‘U hebt Mij nooit gekend’ en ‘u kent mij niet’ dienen ons allemaal tot diepe geestelijke zelfreflectie aan te zetten. Kennen we de Heiland alleen van horen zeggen, of leren we Hem steeds beter kennen? Hoe leren we de Heer kennen? Mijn boodschap gaat op die vragen van de ziel in. Ik doe een beroep op bijstand van de Heilige Geest terwijl we het over dit belangrijke onderwerp hebben.
Leren kennen
Jezus heeft gezegd:
‘Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. Niemand komt tot de Vader dan door Mij.
‘Als u Mij gekend had, zou u ook Mijn Vader gekend hebben.’6
We leren de Vader kennen als we zijn geliefde Zoon leren kennen.
Een groot doel van het sterfelijk leven is niet alleen kennis over de Eniggeborene van de Vader opdoen, maar ook ernaar streven Hem te leren kennen. Vier essentiële stappen waardoor we de Heer kunnen leren kennen, zijn: geloof in Hem oefenen, Hem volgen, Hem dienen en Hem geloven.
Geloof in Hem oefenen
Geloof in Jezus Christus oefenen betekent op zijn verdiensten, barmhartigheid en genade vertrouwen.7 We beginnen de Heiland te leren kennen als we onze geestelijke vermogens opwekken en zijn leringen beproeven, ja, totdat we plaats in onze ziel voor een deel van zijn woorden kunnen inruimen.8 Als ons geloof in de Heer toeneemt, vertrouwen we op Hem en in zijn macht om ons te verlossen, te genezen en te sterken.
Waar geloof heeft de Heer tot middelpunt en leidt altijd tot rechtschapen handelingen. ‘Geloof [in Christus is] het eerste beginsel in een openbaringsreligie, […] het fundament van alle gerechtigheid […] en het handelingsbeginsel in alle intelligente wezens.’9 Handelen in overeenstemming met de juiste beginselen die de Verlosser verkondigd heeft, staat centraal in het ontvangen en oefenen van waar geloof, want ‘geloof zonder de werken [is] dood’.10 We moeten ‘daders van het Woord en niet alleen hoorders’ zijn.11
Gods woord horen en de geestelijke gave van geloof in de Heiland ontvangen, zijn nauw met elkaar verbonden, want ‘zo is dan het geloof uit het gehoor en het gehoor door het Woord van God’.12 We raken met Hem en zijn stem vertrouwd als we zijn woorden in de Schriften bestuderen en ons eraan vergasten,13 in zijn naam met een eerlijke bedoeling tot de Vader bidden,14 en naar het voortdurende gezelschap van de Heilige Geest streven.15 De leer van Christus leren kennen en toepassen is een voorwaarde om de gave van geloof in Hem te ontvangen.16
Geloof in de Heer oefenen is een noodzakelijke voorbereiding om Hem te volgen.
Hem volgen
‘En Jezus liep langs de zee van Galilea en zag twee broers, namelijk Simon, die Petrus genoemd wordt, en zijn broer Andreas, het net in de zee werpen, want zij waren vissers.
‘En Hij zei tegen hen: Kom achter Mij, en Ik zal u vissers van mensen maken.
‘Zij lieten meteen de netten achter en volgden Hem.’17
Petrus en Andreas zijn krachtige voorbeelden die de Meester hoorden en volgden.
Zo geeft de Heiland ook u en mij de boodschap: ‘Als iemand achter Mij aan wil komen, moet hij zichzelf verloochenen, zijn kruis opnemen en Mij volgen.’18 Zijn kruis opnemen, wil zeggen dat iemand alle goddeloosheid en elke wereldse begeerte verzaakt en de geboden van de Heer bewaart.19
De Heiland heeft ons aangespoord om te worden zoals Hij is.20 De Heer volgen betekent dus ook Hem navolgen. We leren de Heer nog beter kennen als we er door de kracht van zijn verzoening naar streven te worden zoals Hij is.
Tijdens zijn aardse bediening wees Jezus ons het pad, ging Hij ons voor en gaf Hij het volmaakte voorbeeld. ‘Een juist begrip van zijn karakter, volmaaktheden en eigenschappen’21 biedt ons een bestendig doel en duidelijke richting terwijl we Hem op het pad van toegewijd discipelschap volgen.
Als we de Heiland volgen, weten we ook ‘zeker dat onze levenswandel’ in overeenstemming met Gods wil is.22 Dergelijke kennis is geen onkenbare verborgenheid en gaat niet in de eerste plaats om onze aardse aangelegenheden of alledaagse beslommeringen. Het is veeleer de standvastige, aanhoudende vooruitgang op het verbondspad die Hem als levenswandel behaagt.
Lehi’s droom in het Boek van Mormon duidt op het pad dat we dienen te volgen, de moeilijkheden die we gaan tegenkomen en de geestelijke hulpmiddelen die ons ter beschikking staan om de Heiland te volgen en tot Hem te komen. Voorwaarts streven op het rechte en smalle pad is wat Hij van ons verlangt. De vrucht van de boom proeven en volkomen ‘tot de Heer bekeerd’23 raken, zijn de zegeningen die Hij voor ons verlangt. Vandaar dat Hij ons wenkt: ‘Kom dan en volg Mij.’24
Geloof in Jezus Christus oefenen en Hem volgen zijn noodzakelijke voorbereidingen om Hem te dienen.
Hem dienen
‘Want hoe kent iemand de meester die hij niet heeft gediend, en die een vreemde voor hem is, en ver is van de gedachten en overleggingen van zijn hart?’25
We leren de Heer nog beter kennen als we Hem dienen en in zijn koninkrijk werkzaam zijn. Als we dat doen, zegent Hij ons overvloedig met hemelse hulp, geestelijke gaven en toegenomen vermogens. We staan er in het werk in zijn wijngaard nooit alleen voor.
Hij heeft gezegd: ‘Ik zal voor uw aangezicht uit gaan. Ik zal aan uw rechter- en aan uw linkerhand zijn, en mijn Geest zal in uw hart zijn, en mijn engelen zullen rondom u zijn om u te schragen.’26
We leren de Heiland kennen als we ons best doen om te gaan waar Hij ons heen zendt, als we ernaar streven te spreken wat Hij ons te spreken geeft en als we worden wie Hij ons wil laten zijn.27 Als we onze volledige afhankelijkheid van Hem ootmoedig erkennen, vergroot Hij ons vermogen om steeds effectiever te dienen. Gaandeweg vallen onze verlangens volmaakter met zijn verlangens samen, en worden zijn doeleinden onze doeleinden, zodanig dat we ‘niets [zullen] vragen wat tegen [z]ijn wil is’.28
Hem dienen vereist geheel ons hart, onze macht, ons verstand en onze kracht.29 Bijgevolg biedt anderen onzelfzuchtig dienen tegenwicht aan de egocentrische en zelfzuchtige neigingen van de natuurlijke mens. We gaan liefhebben wie we dienen. En omdat anderen dienen God dienen is, gaan we Hem en onze broeders en zusters volkomener liefhebben. Dergelijke liefde is een manifestatie van de geestelijke gave van naastenliefde, ja, de reine liefde van Christus.30
‘Bidt tot de Vader met alle kracht van uw hart dat gij met die liefde — die Hij heeft geschonken aan allen die ware volgelingen zijn van zijn Zoon Jezus Christus — vervuld zult zijn, opdat gij zonen van God zult worden; opdat wij, wanneer Hij verschijnt, Hem gelijk zullen zijn, want wij zullen Hem zien zoals Hij is; opdat wij die hoop zullen hebben; opdat wij gereinigd zullen worden zoals Hij rein is.’31
We leren de Heer kennen als we met zijn liefde vervuld zijn.
Hem geloven
Is het mogelijk om geloof in Hem te oefenen, Hem te volgen en Hem te dienen maar Hem niet te geloven?
Ik ken leden van de kerk die de leerstellingen en beginselen vervat in de Schriften en verkondigd vanaf dit spreekgestoelte als waar aannemen. Toch vinden ze het moeilijk te geloven dat die evangeliewaarheden specifiek in hun leven en op hun omstandigheden van toepassing zijn. Ze lijken geloof in de Heiland te hebben, maar ze geloven niet dat zijn beloofde zegeningen voor hen beschikbaar of in hun leven werkzaam kunnen zijn. Ik kom ook broeders en zusters tegen die plichtsgetrouw dienen, maar voor wie het herstelde evangelie nog geen levende en transformerende werkelijkheid geworden is. We leren de Heer kennen als we niet alleen in Hem geloven maar Hem en zijn zekere beloften ook geloven.
In het Nieuwe Testament vroeg een vader de Heiland zijn kind te genezen. Jezus antwoordde:
‘Als u kunt geloven, alle dingen zijn mogelijk voor wie gelooft.
‘En meteen riep de vader van het kind onder tranen: Ik geloof, Heere! Kom mijn ongeloof te hulp.’32
Ik heb vele malen over dat verzoek van die vader nagedacht: ‘Kom mijn ongeloof te hulp.’ Ik vraag me af of de man met zijn smeekbede niet voornamelijk om hulp vroeg om in Jezus als onze Verlosser en in zijn genezende kracht te geloven. Hij erkende Christus mogelijk al als de Zoon van God. Maar wellicht had hij hulp nodig om te geloven dat de genezende kracht van de Meester daadwerkelijk zo’n individuele, persoonlijke zegen voor zijn eigen geliefde zoon kon zijn. Hij geloofde misschien in Christus in algemene zin, maar geloofde Christus niet in specifieke en persoonlijke zin.
We getuigen vaak van wat we als waarheid weten, maar wellicht is de relevantere vraag voor ieder van ons of we ook geloven wat we weten.
Heilige verordeningen verricht met het juiste priesterschapsgezag zijn essentieel om de Heiland te geloven, Hem te leren kennen en, uiteindelijk, te geloven wat we weten.
‘En [het Melchizedeks] priesterschap bedient het evangelie en omvat de sleutel van de verborgenheden van het koninkrijk, ja, de sleutel van kennis van God.
‘Daarom, in de verordeningen daarvan is de macht der goddelijkheid kenbaar.’33
We geloven de Heer en leren Hem kennen als de sleutel van kennis van God, bediend door het Melchizedeks priesterschap, de deur ontsluit en het voor ons allemaal mogelijk maakt de macht der goddelijkheid in ons leven te ontvangen. We geloven de Heiland en leren Hem kennen als we Hem volgen door heilige verordeningen te ontvangen en in ere te houden, en steeds meer zijn beeld in ons gelaat krijgen.34 We geloven Christus en leren Hem kennen als we de transformerende, genezende, versterkende en heiligende kracht van zijn verzoening persoonlijk ervaren. We geloven de Meester en leren Hem kennen als ‘de kracht van zijn woord [wortel schiet] in ons’,35 in ons verstand en hart geschreven wordt,36 en we ‘al [onze] zonden afleggen om [Hem] te kennen’.37
Hem geloven is erop vertrouwen dat zijn overvloedige zegeningen voor onszelf en ons gezin beschikbaar en van toepassing zijn. Hem met onze gehele ziel geloven,38 komt als we op het verbondspad voorwaarts streven, ons aan zijn wil overgeven, en ons aan zijn prioriteiten en timing voor ons onderwerpen. Hem geloven — zijn macht en beloften als waar aannemen — biedt ons perspectief, gemoedsrust en vreugde.
Belofte en getuigenis
Op een dag zal ‘alle […] knie zich buigen en alle tong […] belijden’39 dat Jezus de Christus is. Die gezegende dag zullen we weten dat Hij ieder van ons bij naam kent. Ik getuig en beloof dat we de Heer niet alleen van horen zeggen kunnen kennen, maar Hem ook werkelijk leren kennen als we geloof in Hem oefenen, Hem volgen, Hem dienen en Hem geloven. Daarvan getuig ik in de heilige naam van Jezus Christus. Amen.