Vergaderingen op de vierde zondag
Op de vierde zondag van de maand wordt er in het quorum en de ZHV een onderwerp besproken dat door het Eerste Presidium en het Quorum der Twaalf Apostelen is uitgekozen. Deze onderwerpen worden na elke algemene conferentie aangepast. Het onderwerp tot de volgende algemene conferentie is ‘Anderen bedienen’. Elke maand kunnen leiders of leerkrachten besprekingen over een of meerdere van de volgende bedieningsbeginselen leiden.
Wat wordt er met bediening bedoeld?
Wat betekent bediening voor de leden van uw wijk of gemeente? Om daar achter te komen, kunt u Bediening op het bord schrijven en dan de leden vragen om daaromheen woorden te schrijven die zij met ‘bediening’ associëren. Leden kunnen woorden of zinnetjes voor die lijst uit bijvoorbeeld de volgende Schriftteksten halen: Mattheüs 25:34–40; Lukas 10:25–37; 2 Nephi 25:26; Mosiah 18:8–9; 3 Nephi 18:25 en Leer en Verbonden 81:5. Wat leren we uit deze verzen over onze bediening? U kunt leden vragen om voorbeelden te geven van hoe mensen elkaar dienden en christelijke zorg gaven. Hoe kunnen wij met onze bediening in de geestelijke en materiële behoeften van anderen voorzien? Hoe kan het mensen helpen om dichter tot Christus te komen?
De Heiland is het volmaakte voorbeeld van hoe we invulling aan onze bediening moeten geven.
Om te leren hoe zij anderen doeltreffend dienen, kunnen leden verhalen uit de Schriften aanhalen waarin de Heiland anderen diende. Enkele voorbeelden zijn te vinden in Johannes 4–6 en Markus 2:1–12. Leden kunnen vertellen wat uit deze verhalen indruk op hen maakt en welke beginselen zij daaruit voor hun bediening leren. Bijvoorbeeld: hoe maakte de Heiland het dienen van anderen persoonlijk? Hoe vervulde Hij de geestelijke én materiële behoeften van mensen? De aanwezigen kunnen vertellen over situaties waarin zij hebben gezien hoe mensen deze beginselen in hun bediening toepasten.
De bediening wordt door christelijke liefde gedreven.
Om duidelijk te maken hoe krachtig een door christelijke liefde ingegeven bediening is, kunt u de volgende zinnen op het bord schrijven en de leden vragen om de open plekken in te vullen: Als ik echt houd van de mensen die ik dien, zal ik . Als ik om andere redenen dien, zal ik . Hoe kunnen we bereiken dat we in onze bediening door christelijke liefde worden gedreven? Hoe ontwikkelen we christelijke liefde voor hen die aan onze zorg worden toegewezen? (zie Moroni 7:45–48). Misschien kunnen de leden voorbeelden van dienen geven dat door christelijke liefde werd ingegeven.
God wil dat er over al zijn kinderen wordt gewaakt en er voor hen wordt gezorgd.
President Russell M. Nelson heeft gezegd: ‘Een kenmerk van de ware en levende kerk van de Heer is dat zij zich altijd georganiseerd en gericht zal inzetten om Gods kinderen en hun gezin te dienen’ (‘Onze bediening met Gods macht en gezag’, Liahona, mei 2018, 69.). Wat zijn volgens president Nelson enkele ‘georganiseerde, gerichte’ manieren waarop de kerk ons helpt om beter voor mensen te zorgen? Waarom zijn deze pogingen ‘een kenmerk van de ware en levende kerk’? (zie Mosiah 18:21–22 en Moroni 6:4–6 voor verschillende ideeën). Welke zegeningen hebben wij of anderen ontvangen omdat mensen voor ons als onderdeel van hun roeping of taak in de kerk – hun bediening – hebben gezorgd?
De waarde van zielen is groot in de ogen van God.
De ervaringen van de zoons van Mosiah laten zien dat hoe wij mensen zien invloed heeft op hoe wij hen dienen. U kunt op het bord schrijven: Hoe de Nephieten de Lamanieten zagen en Hoe de zoons van Mosiah de Lamanieten zagen. Vraag de leden daarna om in Mosiah 28:1–3 en Alma 26:23–26 woorden en zinnetjes te vinden die ze onder elk van deze uitspraken kunnen schrijven. Wat leert deze vergelijking ons over de invloed van ons beeld van mensen op onze bediening onder hen? Hoe kunnen we leren om mensen meer te zien zoals God hen ziet? (zie LV 18:10–16).
De ware bediening richt zich op de behoeften van anderen.
Om de leden te laten inzien hoe belangrijk het is dat we ons in onze bediening richten op de behoeften van de ander, kunt u dienen vergelijken met het geven en ontvangen van cadeautjes. Hebben we ooit een passend cadeau van iemand gekregen die duidelijk wist wat we nodig hadden of wilden? In welk opzicht lijkt dienen op het geven van een weloverwogen cadeau? Overweeg verhalen uit de meest recente algemene conferentie te bespreken die laten zien hoe mensen op de behoeften van anderen inspeelden (zie bijvoorbeeld Jean B. Bingham, ‘Onze bediening naar het voorbeeld van de Heiland’, Liahona, mei 2018). Leden kunnen ook andere verhalen vertellen die dit beginsel duidelijk maken.
Hoe komen we erachter wat de behoeften van anderen zijn? Vraag elk lid om een lijstje te maken van de mensen die zij dienen. Naast elke naam kunnen ze een antwoord op de vraag ‘Wat heeft deze persoon nodig om dichter tot Christus te komen?’ schrijven. Spoor de leden aan om waar van toepassing ook te denken aan verordeningen die iemand nog moet ontvangen. Geef de leden in overweging om over deze vraag na te blijven denken en in het vervullen van de behoeften van anderen naar inspiratie te streven.
De Heer wil dat wij toestaan dat anderen ons dienen.
Ouderling Robert D. Hales heeft gezegd: ‘In het evangelieplan moeten we geven en ontvangen. […] Mensen in problemen zeggen vaak: “Ik los het zelf wel op”, […] “Ik kan prima voor mezelf zorgen”. Er wordt wel eens gezegd dat niemand zo rijk is dat hij niet de hulp van een ander nodig heeft, en niemand zo arm is dat hij niet op de een of andere manier iets voor zijn medemens kan betekenen. Met vertrouwen anderen om hulp kunnen vragen en dit met vriendelijkheid geven, moet een tweede natuur voor ons zijn’ (‘We Can’t Do It Alone’, Ensign, november 1975, 91, 93). Waarom zijn we soms terughoudend in het aannemen van hulp van anderen? Hoe is onze bereidheid om hulp te aanvaarden een zegen voor hen die ons dienen? Geef de leden een paar momenten om stil te staan bij manieren waarop zij meer open kunnen staan voor de zorg van anderen. Wat zegt 1 Korinthe 12:13–21 over waarom we elkaar nodig hebben?
Er zijn veel manieren waarop we anderen kunnen dienen.
Om leden stil te laten staan bij de vele manieren waarop we elkaar kunnen dienen, kunt u hun vragen om de toespraak ‘Bij hen te zijn en hen te versterken’ van ouderling Jeffrey R. Holland te lezen (Liahona, mei 2018, 101–103; zie ook ‘Beginselen voor uw bediening’ in volgende nummers van de Liahona). De leden kunnen kleine groepjes vormen. Elk groepje denkt na over verschillende scenario’s waarin iemand hulp nodig kan hebben. Dan kunnen ze brainstormen over verschillende manieren waarop we in de geestelijke en materiële behoeften van de personen in de scenario’s kunnen voorzien. Vraag de groepjes om ideeën te geven en zich af te vragen of een of meerdere van de besproken ideeën geschikt zijn voor de mensen die zij dienen.