De Heilige Geest tot gids nemen
Wie op Jezus Christus vertrouwt, ontvangt een prachtig geschenk, namelijk de Heilige Geest.
Op deze paaszondag denken we aan de opstanding van de Heer Jezus Christus en aan het lege graf dat iedere gelovige hoop geeft op de overwinning van Christus op de dood. Ik geloof net als Paulus dat God ‘Die Christus uit de doden opgewekt heeft, ook [onze] sterfelijke lichamen levend [zal] maken door Zijn Geest, Die in [ons] woont.’1
Wij zullen dus óók opstaan. Christus wekt ons niet alleen op uit de lichamelijke dood door de macht van zijn opstanding, maar Hij kan ons ook opwekken uit de geestelijke dood.2 In Mozes lezen we dat Adam levend gemaakt werd: ‘Aldus werd [Adam] gedoopt, en de Geest van God daalde op hem neer, en aldus werd hij geboren uit de Geest en levend gemaakt naar de innerlijke mens.’3
Wie op Jezus Christus vertrouwt, ontvangt een prachtig geschenk, namelijk de Heilige Geest die ons ‘het leven in Christus’ schenkt.4 Maar beschouwen we dat geschenk soms als vanzelfsprekend?
Broeders en zusters, het is een uitzonderlijk voorrecht om de Heilige Geest tot gids te hebben.5 Dat illustreert de volgende ervaring.
Tijdens de oorlog in Korea diende marineofficier Frank Blair aan boord van een troepenschip dat in Japan gestationeerd was.6 Het schip was te klein om een officiële vlootpredikant te hebben. De kapitein zag dat broeder Blair een gelovig en principieel man was die door de hele bemanning gerespecteerd werd, en vroeg hem als officieuze vlootpredikant op te treden.
Vaandrig Blair schrijft: ‘Ons schip kwam in een enorme tyfoon terecht. De golven waren ongeveer 15 meter hoog. Ik stond op wacht […] toen een van de drie motoren het begaf en men een barst in het midden van het schip rapporteerde. We hadden nog twee motoren, maar een ervan werkte slechts op halve kracht. We hadden een ernstig probleem.’
Broeder Blair was klaar met zijn wacht en ging net slapen toen de kapitein bij hem aanklopte. Hij vroeg: ‘Kunt u alstublieft voor het schip bidden?’ Dat deed broeder Blair uiteraard.
Broeder Blair kon gewoon bidden ‘Hemelse Vader, zegen ons schip alstublieft en bescherm ons’ en vervolgens gaan slapen. Maar in plaats daarvan vroeg hij wat hij kon doen om de veiligheid van het schip te garanderen. De Heilige Geest spoorde hem aan om naar de brug te gaan, met de kapitein te spreken en meer te weten te komen. Hij vernam dat de kapitein probeerde te bepalen hoe snel hij de overgebleven motoren moest laten draaien. Broeder Blair keerde naar zijn kajuit terug en bad weer.
Hij bad: ‘Wat kan ik doen om het probleem met de motoren te verhelpen?’
De Heilige Geest fluisterde hem in dat hij het schip moest verkennen en zijn ogen openhouden om meer informatie te krijgen. Hij keerde naar de kapitein terug en vroeg hem om toestemming om op het dek rond te lopen. Met een reddingslijn om zijn middel trotseerde hij de storm.
Toen hij op de achtersteven stond, observeerde hij de enorme schroeven die met elke golf uit het water kwamen. Slechts een ervan werkte naar behoren, en die draaide erg snel. Toen broeder Blair dat zag, bad hij opnieuw. Hij ontving een duidelijk antwoord: de goede motor werd te zwaar belast en moest vertragen. Hij keerde dus naar de kapitein terug en gaf zijn suggestie. De kapitein was verrast. De scheepsmachinist had hem net het tegenovergestelde aangeraden: dat ze de snelheid van de goede motor moesten opdrijven om uit de storm te komen. Niettemin koos de kapitein er toch voor om broeder Blairs suggestie te volgen en de motor te laten vertragen. Bij het krieken van de dag lag het schip veilig in rustige wateren.
Slechts twee uur later begaf de goede motor het. De overgebleven motor bracht het schip op halve kracht langzaam naar de haven.
De kapitein zei tegen broeder Blair: ‘Als we die motor niet hadden laten vertragen, zou hij het in het midden van de storm begeven hebben.’
Zonder die motor zou het schip stuurloos geweest zijn. Het zou gekapseisd en gezonken zijn. De kapitein dankte de jonge mormoonse officier en zei dat de geestelijke ingevingen van broeder Blair het schip en de bemanning gered hadden.
Dit is een vrij dramatisch verhaal. Hoewel wij vast niet in zo’n benarde situatie zullen terechtkomen, bevat dit verhaal wel belangrijke richtlijnen over hoe we de leiding van de Geest vaker kunnen ontvangen.
Ten eerste moeten we wat openbaring betreft onze antenne op de frequentie van de hemel afstellen. Broeder Blair was rein en getrouw. Als hij niet gehoorzaam was geweest, zou hij het vereiste geestelijke vertrouwen niet gehad hebben om op die manier voor het schip te bidden en specifieke aanwijzingen te krijgen. We moeten ons leven in overeenstemming met Gods geboden brengen om zijn leiding te ontvangen.
Soms ontvangen we het signaal van de hemel niet omdat we het niet waardig zijn. Bekering en gehoorzaamheid stellen ons in staat om weer duidelijke communicatie te krijgen. Het oudtestamentische woord voor bekering betekent ‘zich afkeren’ of ‘omkeren’.7 Als we ons ver van God voelen, hoeven we ons alleen maar van zonde af te keren door ons tot de Heiland te wenden. Dan zien we dat Hij ons met open armen opwacht. Hij wil ons leiding geven. We zijn maar één gebed van die leiding verwijderd.8
Ten tweede vroeg broeder Blair de Heer niet om zijn probleem op te lossen. Hij vroeg wat hij kon doen om aan de oplossing bij te dragen. Ook wij kunnen de Heer vragen wat we moeten doen om aan de oplossing bij te dragen. In plaats van in ons gebed onze problemen op te sommen en de Heer te vragen ze op te lossen, moeten we proactievere manieren bedenken om de hulp van de Heer te krijgen, en ons voornemen om de leiding van de Geest te volgen.
En we kunnen nóg een les uit het verhaal van vaandrig Blair leren. Zou hij met zulk vertrouwen hebben kunnen bidden als hij nooit eerder leiding van de Geest gekregen had? Als er een tyfoon voor de deur staat, is het te laat om de gave van de Heilige Geest af te stoffen en uit te dokteren hoe die te gebruiken. Deze jonge man volgde duidelijk een patroon dat hij al vaak had gebruikt, bijvoorbeeld toen hij op zending was. We hebben de Heilige Geest in kalme wateren als gids nodig, zodat zijn stem in de felste storm onmiskenbaar is.
Sommige mensen denken misschien dat we geen dagelijkse leiding van de Geest mogen verwachten, omdat ‘het niet juist [is] dat [God] in alle dingen gebieden moet’. Anders worden we luie dienstknechten.9 Maar deze Schrifttekst was tot zendelingen gericht die Joseph Smith om een openbaring vroegen, hoewel ze die zelf hadden kunnen krijgen. In een voorgaand vers droeg de Heer ze op om naar het zendingsveld te gaan ‘zoals zij onderling en met Mij beraadslagen’.10
Deze zendelingen wilden een concrete openbaring over hun reisplannen. Ze hadden nog niet geleerd om persoonlijke openbaring te ontvangen. De Heer noemt die houding luiheid. De eerste kerkleden waren misschien zo blij dat ze een ware profeet hadden, dat ze het gevaar liepen niet te leren persoonlijke openbaring te ontvangen. Geestelijke zelfredzaamheid houdt in dat we voor ons eigen leven door de Geest de stem van de Heer horen.
Alma gaf zijn zoon deze raad: ‘Raadpleeg de Heer bij al je handelingen.’11 Zo leven – wat we vaak ‘volgens de influisteringen van de Geest leven’ noemen – is een voorrecht. Dat geeft rust en vertrouwen, en de vruchten van de Geest, zoals liefde, blijdschap en vrede.12
Broeder Blairs vermogen om openbaring te ontvangen, redde hem en zijn scheepsmaten van een felle storm. Er woeden momenteel andere stormen om ons heen. In de gelijkenis van de boom des levens in het Boek van Mormon13 leren we hoe we in deze wereld geestelijke veiligheid verwerven. In deze droom steeg er plots een mist van duisternis op die de kerkleden op het pad naar God geestelijk te gronde wilde richten.14
Ik beeld me menigten in die dat pad bewandelen. Sommigen klampen zich aan de ijzeren roede vast, maar veel anderen volgen gewoon de mensen voor hen. Die laatste aanpak kost weinig denkwerk en moeite. Je kunt gewoon doen en denken wat anderen doen en denken. Dat werkt prima als de zon schijnt. Maar de storm van misleiding en de mist van leugens steken zonder waarschuwing op. Vertrouwd zijn met de stem van de Heilige Geest is in zulke situaties een zaak van geestelijk leven en dood.
Nephi’s krachtige belofte luidt: ‘Wie ook naar het woord van God luisterden en zich eraan vasthielden, zouden nimmer verloren gaan; evenmin konden de verzoekingen en brandende pijlen van de tegenstander hen overweldigen en verblinden om hen weg te voeren naar de ondergang.’15
De mensen vóór ons volgen, is niet voldoende. We kunnen niet doen en denken wat anderen doen en denken. We moeten zelf leiding ontvangen. We moeten ons met onze eigen handen aan de ijzeren roede vastklampen. Dan kunnen we de Heer met nederig vertrouwen benaderen en zal Hij ons ‘aan de hand leiden en [ons] antwoord geven op [onze] gebeden’.16 In de naam van Jezus Christus. Amen.