Buitengewone dochters van God
Naar een toespraak gehouden tijdens een vrouwenconferentie aan de Brigham Young University op 5 mei 2017.
We kunnen onze familieleden en anderen op buitengewone manieren helpen door kleine, eenvoudige goede daden.
Mijn verhaal is vrij alledaags. In mijn jeugd leerde ik graag, maar ik was nooit de beste leerling van de klas. Ik ben geen deskundige op welk gebied dan ook. Ik speel piano, maar nét goed genoeg om me door een lofzang heen te worstelen. Ik kijk graag naar kunst in museums, maar mijn kunstzinnige talenten beperken zich tot wat tekeningen in notitieboekjes. Ik kan een draagbare rok naaien, maar een kostuum in elkaar zetten gaat mijn vaardigheden te boven.
Hoewel ik een goede gezondheid had en graag door het park jogde of in het meer zwom, deed ik op geen enkel niveau mee aan de sporten op school. Ik werd nooit uitgenodigd voor het jaarlijkse schoolgala, en ik ben nooit ergens voorzitster van geweest. Ik behoorde nooit tot de groep populaire leerlingen, en een van mijn uiterst aantrekkelijke vriendinnen bestudeerde eens uitgebreid mijn gezicht, en zei toen: ‘Je zult nooit een schoonheid worden, maar je kunt er wel schattig uitzien.’ Met andere woorden, ik was een doorsnee scholier.
Sommigen van u herkennen zich hier misschien in, en vinden misschien ook dat u niet meer dan doorsnee bent – misschien zelfs wel minder dan doorsnee. Als u menselijk bent – en met name als vrouw – hebt u waarschijnlijk wel momenten van zelftwijfel gehad, en de ontmoedigende gedachte gekoesterd dat u niet bent wie u eigenlijk wilt zijn.
En ondanks het feit dat ik slechts doorsnee ben, helpt onze hemelse Vader mij om de gaven en deugden te ontwikkelen waarvan Hij weet dat ik daarmee kan worden wat Hij voor mij in gedachten heeft. Weet dat onze hemelse Vader u alles zal bieden wat u nodig hebt om een buitengewone dochter van God te worden. Ieder van ons kan spectaculair worden vanwege onze unieke combinatie van talenten en vaardigheden.
In tegenstelling tot de wereld is er in zijn koninkrijk geen winnaarspodium met ruimte voor slechts een of twee mensen. Ieder van zijn dochters is in het voorsterfelijk leven onderwezen, voorbereid en van gaven voorzien, met het wonderbaarlijke potentieel om een koningin in het celestiale koninkrijk te worden.
Uw grootse potentieel
Wat wilt u in uw leven bereiken? Wat zijn uw doelen en ambities? Als het uw langetermijndoel is om het celestiale koninkrijk te bereiken en voor altijd bij onze hemelse Ouders en uw dierbare familieleden te wonen, zult u, als u zich daarop concentreert, verder komen dan u nu voor mogelijk houdt (zie 1 Korinthe 2:9).
U hebt een enorm potentieel ten goede omdat u een verbondsdochter van hemelse Ouders bent. Het bewijs dat u van nature een groots potentieel hebt, is het feit dat u op aarde geboren bent omdat u in de voorsterfelijke wereld besloot om het heilsplan van onze hemelse Vader te aanvaarden en het voorbeeld van zijn Zoon, Jezus Christus, te volgen. En omdat Jezus Christus bereid was om de zonden en onvolkomenheden – of ontoereikendheden – van ieder van ons op Zich te nemen (zie Alma 7:11–13) en door zijn oneindige verzoening die heilige taak te vervullen, kunnen wij er alle vertrouwen in hebben dat wij kunnen worden wat God met ons voor ogen heeft. Sluiten en onderhouden we heilige verbonden, dan geven we blijk van ons verlangen om dat goddelijke potentieel te bereiken. We weten dat we dit niet alleen kunnen, maar door de liefde van onze hemelse Vader en de barmhartigheid van de Heiland, kunnen wij alles bereiken wat voor onze verhoging nodig is.
Ik had veel aan die gedachte toen ik als algemeen ZHV-presidente werd geroepen. Omdat ik weet dat ik niet alle wijsheid heb, en zelf niet al het benodigde kan doen, put ik troost en kracht uit de wetenschap dat God ‘alle wijsheid en alle macht bezit, zowel in de hemel als op aarde’ (Mosiah 4:9) en dat, als we gewoon ons best doen, hoe onvolmaakt we ook zijn, de Heer ‘aan [onze] rechter- en aan [onze] linkerhand [zal] zijn […] en [zijn] engelen […] rondom [ons zullen] zijn om [ons] te schragen’ (Leer en Verbonden 84:88). Al wat Hij verlangt, is ‘het hart en een gewillige geest’ (Leer en Verbonden 64:34). Gehoorzamen wij zijn geboden, dan worden wij gesterkt om alles te bereiken wat in dit leven van ons gevraagd wordt. Bovendien kunnen wij dan voldoen aan de vereisten om in het hiernamaals zijn koninkrijk te betreden. De keuze om een discipel van Jezus Christus te worden, geeft ons de kans om meer invloed op de mensen om ons heen uit te oefenen dan we voor mogelijk zouden houden.
Waar we ook wonen, hoe ons gezin er ook uitziet, wat voor saldo we ook op onze bankrekening hebben, of hoelang we ook lid van de kerk zijn, ieder van ons kan grote invloed ten goede uitoefenen. U thuis en in de gemeenschap integer gedragen, vriendelijke woorden tegen een moeilijk kind of een lastige collega spreken, blijk van uw normen geven door fatsoenlijke kleding te dragen, en buiten uw comfortzone stappen om kennis te maken met de mensen om u heen, zijn slechts enkele van de vele eenvoudige manieren waarop we andere mensen kunnen beïnvloeden zodat zij ook tot een hoger niveau kunnen rijzen.
Wie verhalen kent uit de geschiedenis van het ontstaan van nederzettingen op de grens van de beschaving over de hele wereld, weet dat veel plaatsen gewoon als een willekeurige verzameling ruwe bonken begon, die daar kwamen om zaken te doen en hun geluk te zoeken. Pas als er vrouwen in toenemende aantallen arriveerden, die erop stonden dat er kerken en scholen werden gesticht, en er een ordelijk milieu werd geschapen, werd er vooruitgang geboekt op het gebied van wat we een beschaafd leven zouden noemen.
‘Sinds mensenheugenis heeft de samenleving vertrouwd op de morele kracht van de vrouw’, aldus ouderling D. Todd Christofferson van het Quorum der Twaalf Apostelen. ‘Hoewel zeker niet de enige positieve invloed in de samenleving, is het morele fundament dat door vrouwen is gelegd het algemeen welzijn op unieke wijze ten goede gekomen. En omdat die zo algemeen verspreid is, wordt deze bijdrage van vrouwen vaak ondergewaardeerd. […] Vrouwen komen met een zekere deugd naar deze wereld, een goddelijke gave, die hen deskundig maakt in het bijbrengen van kwaliteiten als geloof, moed, empathie en nuancering in relaties en culturen.’1
Vrouwen krijgen gaven waardoor ze niet alleen het grote plaatje maar ook de details zien, en vaak tegelijkertijd. Ontdek die gaven, en gebruik ze, lieve zusters!
Ik herinner me dat president James E. Faust (1920–2007) ons met zijn diepe maar nederige stem vertelde: ‘Ik vrees dat u, zusters, bij lange na niet beseft welk een goede invloed u hebt. U, zusters, verrijkt de hele mensheid. […] Iedere vrouw draagt aan haar gezin en aan de kerk haar eigen afzonderlijke, unieke talenten bij.’2
Wat betekent de ZHV voor u?
Als volwassen vrouwelijke leden van de zustershulpvereniging van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen horen u en ik bij een van de grootste en oudste vrouwenorganisaties in de wereld. Met ruim 7,1 miljoen zusters over de hele wereld, hebben we een band die eeuwig kan zijn.
De ZHV is meer dan een klas op zondag. Zoals president Faust ons geleerd heeft, is het een door God opgericht zusterschap. Het is een plek om te leren. Het is een organisatie waarvan het handvest inhoudt dat wij voor anderen zorgen, wat tot uitdrukking komt in ons motto: ‘De liefde vergaat nimmermeer.’
‘Het lidmaatschap in de zustershulpvereniging […] biedt een thuis ver weg van [ons] hemelse thuis, waar [wij] met anderen om kunnen gaan die [onze] geloofsovertuigingen en waarden delen.’3
Het gaat niet altijd van een leien dakje. Als u in de zustershulpvereniging een minder prettige ervaring hebt gehad, bedenk dan dat wij allemaal nog aan het leren zijn. Het is een veilige plek waar zusters vragen kunnen stellen en op zoek kunnen gaan naar hun identiteit en zingeving. Het is een plek waar wij individueel kunnen opbloeien en ons collectief kunnen verbeteren.
Als u de bijgewerkte verklaring over de doelstelling van de zustershulpvereniging kent, dan weet u: ‘De zustershulpvereniging bereidt vrouwen voor op de zegeningen van het eeuwige leven door personen en gezinnen door verordeningen en verbonden te sterken, en door eensgezind mensen in nood te helpen.’4
Dus allereerst werken we aan het vervullen van ons goddelijke potentieel. Om dat te doen ‘staan [wij] zijde aan zijde […] bij ons werk’ om lief te hebben en in naam van de Heiland ‘in liefde te schragen en steeds op te bouwen’.5 Wij nemen deel aan het heilswerk, wat zendingswerk door de leden omvat, behoud van bekeerlingen, heractivering van minder‑actieve leden, tempelwerk en familiegeschiedenis, en evangelieonderwijs6 – alles wat u al doet.
Waar beginnen we?
Waar en hoe doen we dit werk? Als we in de kerk onze arm om een verlegen zuster heen slaan, als we contact opnemen met een jonge vrouw die het moeilijk heeft, als we ons best doen om dagelijks een kind te voeden en te kleden, als we onze naasten vertellen wat ons in het herstelde evangelie blij maakt, als we naar de tempel gaan wanneer het eigenlijk niet uitkomt, als we proberen onze talenten te ontwikkelen zodat we een werktuig in de handen van de Heer kunnen zijn – al deze handelingen, en nog veel meer eenvoudige maar veelbetekenende vormen van dienstbetoon, maken deel van het heilswerk uit. Dat is onze zending, en dat is een grote opdracht,7 maar het is te doen als we allemaal een bijdrage leveren – en volhouden!
Zoals Emma Smith, de eerste algemeen ZHV-presidente in 1842 heeft gezegd: ‘We gaan iets bijzonders doen.’8
Een drukke jonge moeder in de Amerikaanse staat Arizona, vroeg zich bijvoorbeeld af wat zij kon doen om een vluchtelingengezin te helpen dat pas in haar woonplaats was aangekomen. Ze hoorde al gauw dat ze nog wat spullen voor hun lege flat nodig hadden. Toen ze met haar kinderen bij het gezin langsging om de spullen te brengen, besefte ze dat de moeder geen tas had om haar persoonlijke bezittingen in te dragen. Ze wist dat zijzelf en enkele van haar vriendinnen extra tassen hadden, dus ze plaatste een oproep op sociale media. Dat eenvoudige begin is uitgegroeid tot een pakhuis vol met spullen voor gezinnen die net zijn aangekomen, en heeft een warme band gesmeed tussen deze vrouwen van verschillende godsdiensten.
Zuster Eliza R. Snow, de tweede algemeen ZHV-presidente, heeft van de zegeningen van de zustershulpvereniging getuigd: ‘Als de dochters en moeders in Israël zich op hun huidige terreinen [beperkt] voelen, zullen ze nu volop de gelegenheid krijgen om de vermogens en capaciteiten waarmee zij ruimschoots zijn begiftigd aan te spreken en goed te doen.’9
Dus wat voor bijzonders gaat u doen? Kies iets dat u met uw beschikbare tijd en middelen kunt doen. ‘Loop niet harder, of werk niet meer, dan u kracht en middelen hebt; maar wees ijverig’ (Leer en Verbonden 10:4). Of uw heilswerk in deze levensfase nu thuis plaatsvindt, of dat uw invloed zich wereldwijd uitstrekt, of ergens daar tussenin, de Heer is blij met uw inzet als u zich concentreert op het dienen van Gods kinderen en op het eeuwige doel om als een nieuwe, verbeterde versie van uw geestelijke zelf bij Hem terug te keren. Zoals ouderling Dieter F. Uchtdorf van het Quorum der Twaalf Apostelen zo bondig heeft gezegd: ‘De verhoging is ons doel; het discipelschap is onze reis ernaartoe.’10
Zetten wij deze reis van ons discipelschap voort, moge ieder van ons dan besluiten om op bijzondere manieren kleine, eenvoudige goede daden voor onze familieleden en anderen te doen. Mogen wij onze banden in deze door God opgerichte organisatie koesteren, Jezus Christus leren kennen en Hem volgen, want zijn leringen en volmaakte voorbeeld zullen ons terug naar onze hemelse Vader leiden.