Moeten we die roeping aanvaarden?
Illustratie, Getty Images
Als ouders van een peuter en een pasgeboren baby konden we onze kerkroepingen amper vervullen. Dus toen mijn man als bisschop van een wijk voor jonge alleenstaande studenten werd geroepen, aarzelden we allebei.
We vroegen ons af of we wel in staat waren om alles met die bijkomende taak te bolwerken. Een paar dagen nadat we de roeping hadden ontvangen, ontdekten we dat ik van ons derde kind zwanger was. Door mijn medische voorgeschiedenis waren eerdere zwangerschappen moeilijk verlopen. Toen we bespraken wat ons de komende maanden te wachten stond als mijn man de roeping zou aanvaarden, wisten we niet zeker wat we moesten doen. We begonnen oprecht om troost en leiding te bidden.
Op een gegeven moment vroeg mijn man zich af of hij onze situatie aan de ringpresident moest uitleggen en de roeping weigeren. Dat leek ons het meest logisch, maar terwijl we baden en vastten, werden we herinnerd aan de woorden van president Thomas S. Monson (1927–2018): ‘Als wij in dienst van de Heer staan, hebben wij recht op zijn hulp.’ (‘Duty Calls’, Ensign, mei 1996, 44.)
Ons hart werd getroost en onze zorgen werden verlicht. We kregen de verzekering dat deze roeping niet van de ringpresident afkomstig was. Ze kwam van de Heer, en Hij wist vóór wij het wisten dat ik zwanger was toen mijn man werd geroepen. Hij kon meer voor onze familie doen dan mijn man alleen zou kunnen doen als hij de roeping zou weigeren.
Met geloof in ons hart aanvaardde mijn man de roeping en we leefden van dag tot dag. Mijn derde zwangerschap bleek één groot wonder te zijn en onze zoon werd gezond en sterk geboren. Gedurende de jaren dat ik met onze kinderen naar onze thuiswijk ging, werden we niet alleen als gezin hechter, maar kwamen we ook dichter tot de andere wijkleden. Terwijl mijn man zijn roeping ijverig vervulde, leerde ik dat ik me tot mijn wijkfamilie kon wenden als ik hulp met mijn kinderen nodig had.
Mijn man en ik zijn veel trouwe heiligen en vooral onze hemelse Vader dankbaar voor de hulp die we kregen om werk, gezin en dienstbaarheid in de kerk met elkaar in evenwicht te brengen.