2023
Zeven manieren om als gemeenschap van heiligen eensgezinder en gastvrijer te worden
Februari 2023


Digitaal thema-artikel

Zeven manieren om als gemeenschap van heiligen eensgezinder en gastvrijer te worden

Onze kerkunit versterken begint bij onszelf.

een man houdt de deur open voor een gezin

Foto geënsceneerd

In een kerk met leden over de hele wereld zijn wij als gemeenschap van heiligen der laatste dagen verenigd door ons getuigenis van onze hemelse Vader en de Heer Jezus Christus. We streven er samen naar om meer op onze Heiland te gaan lijken en zijn waarheid te omarmen: ‘Indien u niet één bent, bent u de mijnen niet’ (Leer en Verbonden 38:27).

In 4 Nephi lezen we over de opkomst en ondergang van een samenleving waarin Christus centraal stond. Ze hadden geen onderlinge twist, ze hadden ‘alle dingen gemeenschappelijk’ (4 Nephi 1:3). Ze zorgden voor hun armen en werden gemotiveerd door de ‘liefde voor God’ (4 Nephi 1:15) in hun hart. Zij waren één geworden (zie 4 Nephi 1:17). Maar na verloop van tijd lieten ze die waarden varen en dachten ze meer aan zichzelf, waardoor ze de eensgezinde samenleving die ze ooit hadden, kwijtraakten.

Hoe kunnen wij naar een gemeenschap toewerken die meer op Christus is gericht, net zoals zij die hadden? Hieronder staan zeven ideeën waarmee we als kinderen van God eensgezinder kunnen worden.

1. Stel uzelf voor aan mensen die u niet kent

Als de goede Herder kent onze Heiland ons persoonlijk en noemt Hij ‘zijn eigen schapen bij hun naam’ (Johannes 10:3). We kunnen zijn voorbeeld volgen door elkaar te leren kennen en begrijpen. We kunnen ook anderen het gevoel geven dat ze gewaardeerd worden. Hoe groot uw ring of hoe klein uw gemeente ook is, er is altijd iemand die u beter kunt leren kennen.

Als u uzelf voorstelt, laat u zien dat u om uw broeders en zusters geeft. Het maakt niet uit of u met iemand spreekt die voor het eerst naar de kerk is gekomen of met iemand die al jaren lid is maar met wie u niet vaak een gesprek hebt. Het is een blijk van dankbaarheid voor wat ouderling Randy D. Funk, voormalig lid van de Zeventig, heeft genoemd: ‘Hun gewilligheid om de schaapskooi in te gaan en bij de kudde te blijven’.1 Denk bij toekomstige gesprekken aan het voorbeeld van de Heiland en hoe indrukwekkend en attent het is om iemand bij zijn of haar naam te noemen.

2. Focus op ons gemeenschappelijke werk van heil en verhoging

De apostel Paulus smeekte de heiligen in Korinthe ‘dat er onder u geen scheuringen zijn, maar dat u hecht aaneengesmeed bent, één van denken en één van gevoelen’ (1 Korinthe 1:10). Eén manier om eensgezind te zijn, is samen te werken aan gezamenlijke inspanningen om op het verbondspad te blijven, ongeacht waar eenieder van ons zich ook op onze reis bevindt. De aansporingen om in het werk van heil en verhoging te leven, te zorgen, uit te nodigen en te verenigen,2 bieden ons als verbondspersonen de kans om eensgezind te zijn.

We kunnen ons richten op deze vier door God voorgeschreven taken om in de behoeften van onze plaatselijke unit en gemeenschap te voorzien. Als gemeente, wijk, ring of zendingsgebied kunnen leden en leiders bespreken hoe ze elkaar beter bij dit gemeenschappelijke doel kunnen dienen. Als we zij aan zij aan dit gemeenschappelijke doel werken kunnen we ons op buitengewone wijzen verenigen.

3. Begin of verspreid geen geruchten

Geruchten, of kwetsende roddels die al dan niet waar zijn, kunnen een negatief beeld van anderen veroorzaken en onze banden verzwakken. Geloof geen schadelijke geruchten, want daardoor ontstaan er scheuren in het fundament van onze kerkgemeenschap. Begin en verspreid zelfs geen geruchten die waar zijn. Niemand is volmaakt en iedereen heeft Gods hulp nodig, dus wees niet de eerste die een steen werpt (zie Johannes 8:7).

Als een lid van de wijk of gemeente terechtgewezen moet worden, moet een leider onder vier ogen met die persoon spreken. Christus heeft geboden: ‘Als uw broeder tegen u gezondigd heeft, ga naar hem toe en wijs hem terecht tussen u en hem alleen’ (Mattheüs 18:15).

4. Bedien met een glimlach

Ouderling Adrián Ochoa van de Zeventig heeft gezegd dat de Heer wil ‘dat u deel uitmaakt van zijn grote werk. Het plan van geluk zal nooit concreter voor u worden dan wanneer u anderen helpt het na te leven.’3 Onze bedieningstaken zijn een manier waarop we dit vreugdevol kunnen doen.

Of u nu veel bezig bent met uw bediening of nog moet uitzoeken wie aan u toegewezen is, we kunnen altijd zoeken naar leiding van de Geest om te weten te komen wat God van ons verlangt om anderen in zijn naam te dienen. Als we ernaar streven om in onze bediening aan die ene het voorbeeld van de Heiland te volgen, kunnen we de vreugde en goedheid van het evangelie van Jezus Christus ervaren wanneer we een gastvrije gemeenschap creëren.

5. Probeer elkaar beter te begrijpen

We hebben allemaal onze eigen persoonlijkheid en eigenschappen. En we zijn allemaal nodig in het lichaam van Christus (zie 1 Korinthe 12:12–31). We kunnen ernaar streven om iedereen te begrijpen en waarderen. Als we ernaar streven elkaar beter te leren kennen, kunnen we beter rekening houden met elkaars behoeften.

Een eigenschap waarin wij kunnen verschillen, is bijvoorbeeld of we introvert of extravert zijn. Extraverten voelen zich erg op hun gemak in grote groepen of bij taken waarvoor ze met mensen moeten praten die ze niet kennen. Introverten geven vaak de voorkeur aan situaties waarin ze met kleinere groepen omgaan die ze beter kunnen leren kennen. Beiden hebben eigenschappen die belangrijk zijn in het werk van de Heer. De kerk biedt veel gelegenheden die soms makkelijker zijn voor extraverte mensen, zoals in de kerk spreken, zendingswerk doen of activiteiten bijwonen met mensen die we niet goed kennen. Als we ernaar streven om onze gemeenschap te versterken, kunnen we de behoeften van introverte mensen herkennen en stappen ondernemen om ze meer aan het werk van heil en verhoging te laten deelnemen, op een manier die past bij hun sterke kanten en introverte eigenschappen.

We kunnen elkaar ook beter begrijpen en steunen als we rekening houden met verschillen in familieachtergrond, financiële situatie, gezondheid, interesses en voortgang op het verbondspad. Bij de voorbereiding op allerlei activiteiten, lessen, bijeenkomsten en interacties kunnen we bedenken hoe we iedereen het gevoel kunnen geven dat ze erbij horen en nodig zijn bij het werk van de Heer. Dat geldt ook voor het bereiken van leden met uiteenlopende interesses en achtergronden.

6. Vergeef en vraag om vergeving

In het Nieuwe Testament lezen we over vele wonderbaarlijke genezingen en goddelijke roepingen tot discipelschap. Het is een tijdloos getuigenis van ons vermogen om te veranderen. Een gastvrije gemeenschap die op Christus is gericht, kan niet zonder de leer van vergeving. Het is belangrijk dat als we anderen iets hebben aangedaan of als zij ons iets hebben aangedaan, we ons allemaal door onze Heiland kunnen verzoenen (zie 2 Korinthe 5:18).

President Russell M. Nelson heeft ons aangespoord om ‘de vereiste nederigheid, moed en kracht om te vergeven en vergeving te vragen’ te ontwikkelen.4 Anderen vergeven is misschien niet makkelijk, maar het kan ons vermogen om lief te hebben vergroten. Hoewel het niet prettig is om anderen om vergeving te vragen, kan het ons in staat stellen om ons te bekeren.

Als we mededogen tonen met betrekking tot de tekortkomingen en fouten van anderen, verruimen we het bereik van Gods liefde door ons. Vergeving brengt onze groep heiligen der laatste dagen dichter tot Christus en stelt ons in staat om onze ‘harten in eenheid en in liefde jegens elkaar [te] verweven’ (Mosiah 18:21).

7. Creëer een gemeenschap van godsdienstvrijheid voor alle godsdiensten en geloofsovertuigingen

Een eensgezinde en gastvrije geloofsgemeenschap gaat verder dan alleen onze eigen godsdienst. Als kerkleden over de hele wereld, van Argentinië tot Zimbabwe, anderen dienen, kunnen we iedereen liefhebben, ongeacht hun geloofsovertuiging.

Ouderling Ronald A. Rasband van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd: ‘Als kerk werken wij samen met andere religies om mensen van alle godsdiensten en geloofsovertuigingen en hun recht om hun overtuigingen uit te spreken, te beschermen. Dat betekent niet dat we hun geloofsovertuigingen aanvaarden, en zij die van ons ook niet, maar dat we meer met hen gemeen hebben dan met degenen die ons het zwijgen willen opleggen.’5

Bespreek met anderen waarom ze van hun geloof houden, en vertel ze waarom u van uw geloof houdt. Ontdek wat u samen kunt doen om uw gemeenschap te versterken. Vriendschap sluiten met mensen die niet tot ons geloof behoren, schept een onverwoestbare eenheid die God verheugt, want ‘allen bent u één in Christus Jezus’ (zie Galaten 3:28).