‘Een Zionsvolk worden’, Liahona, februari 2023.
Een Zionsvolk worden
De levenservaring en het erfgoed van mensen met een andere achtergrond zijn een verrijking voor onze wijk en gemeenschap.
De afgelopen jaren zijn er veel Afrikaanse vluchtelingen in Spokane (Washington, VS) komen wonen. Wij prijzen ons gelukkig dat we hen mogen dienen en hun het evangelie mogen verkondigen. Velen van hen hadden, voordat zij naar de Verenigde Staten kwamen, de verschrikkingen van oorlog en hongersnood aan den lijve ondervonden. Ze waren in hun geboorteland Rwanda, Burundi, Kenia, Oeganda, Tanzania of de Democratische Republiek Congo met geweld van hun gezin gescheiden.
We weten dat niet alle wijken in de wereld met vluchtelingen te maken krijgen, maar in alle wijken en gemeenten heb je mensen met een verschillende achtergrond. We doen sowieso allemaal ons best om waar we wonen Israël te vergaderen en Zion op te bouwen. We beschrijven graag hoe ‘liefhebben, delen, uitnodigen’1 er voor ons heeft uitgezien. Dat doen we aan de hand van ervaringen die we de afgelopen jaren hebben gehad. Wij geloven dat deze beginselen in wijken over de hele wereld kunnen worden toegepast.
Dienen
Net als Ammon en de andere zoons van Mosiah, die een zending onder de Lamanieten vervulden, wilden wij dienen om anderen met de liefde die Christus voor hen heeft, kennis te laten maken (zie Mosiah 28:1–3; Alma 26:15). Ouderling Jeffrey R. Holland van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft het volgende gezegd: ‘Gebeden worden beantwoord […] meestal […] doordat God andere mensen gebruikt. Ik bid dat Hij ons zal gebruiken. Ik bid dat wij de gebeden van onze naasten zullen beantwoorden.’2
Nyafuraha Mukushaka kwam in juni 2019 vanuit Burundi in Spokane aan. Kort daarna vond ze een baan in een glasfabriek. Haar werk begon elke dag om 6.00 uur ’s ochtends. Ze kon met de bus niet op tijd op haar werk komen. In de vier maanden dat ze autorijles nam, stonden een paar leden van de kerk elke ochtend om 4.40 uur op, haalden haar thuis op en brachten haar naar haar werk. Ze vertelde dit aan haar ouders en broer, die in augustus 2021 in Spokane aankwamen. Haar vader, Vincent, wilde weten wat voor mensen bereid waren om zijn dochter op zo’n manier te helpen. Dat wakkerde zijn belangstelling voor het herstelde evangelie aan. Vincent werd in november 2021 lid van de kerk.
Kayitesi Muhorakeye en haar dochter Divin, afkomstig uit de Democratische Republiek Congo, kwamen in januari 2021 via Rwanda in Spokane terecht. Ze zochten een baan en een woning, zodat haar zeven andere kinderen uit Texas naar Spokane konden komen. De leden van de kerk zochten met hen mee naar een woning en hielpen ze met verhuizen. Sindsdien zijn er vier familieleden lid van de kerk geworden.
We kunnen onze broeders en zusters uit Afrika op zoveel verschillende manieren liefhebben en helpen. Wie hun een bereidwillige hand wil toesteken, zal daar tijd voor kunnen vrijmaken. Onze vrienden hadden hulp nodig met Engelse les, naar de supermarkt gaan, hun kinderen bij een school inschrijven, auto leren rijden, een bankrekening openen, de Amerikaanse keuken ontdekken enzovoort. We waren actief op zoek naar mogelijkheden om te helpen, in plaats van te wachten tot iemand om hulp vroeg, of totdat helpen goed uitkwam.
Persoonlijk en online zendingswerk
Toen deze Swahili-sprekende vluchtelingen naar de kerk begonnen te komen, hadden we zendelingen nodig die zowel Swahili als Engels spraken. De zendelingen in de wijk begonnen Swahili te leren, maar omdat niemand Swahili als moedertaal sprak, lukte het ze niet om de taal te leren. In maart 2019 gingen de zendingsleiders van het zendingsgebied Spokane (Washington, VS) naar het vliegveld om nieuwe zendelingen op te halen. Toen de zendingspresident en zijn vrouw ouderling Noel Cohen verwelkomden, zeiden ze dat hij volgens zijn zendingsaanbeveling Swahili sprak. ‘Hoe goed spreek je Swahili, ouderling Cohen?’ vroegen ze.
Ouderling Cohen antwoordde dat Swahili zijn moedertaal was. Hij was een jaar daarvoor vanuit Kenia naar de Verenigde Staten geëmigreerd. Ouderling Cohen is zijn hele zending in onze wijk werkzaam geweest. Hij en zijn vele trouwe collega’s hebben zich onvermoeibaar ingezet om veel vluchtelingen en immigranten lief te hebben, en ze in het herstelde evangelie les te geven. Ouderling Cohen was dankbaar voor de hulp van de wijkleden. Hij zei: ‘Wij hebben veel belangstellenden onderwezen, maar de leden hebben veel van de begeleiding gedaan.’ (Lees meer over de ervaringen van ouderling Cohen op pagina 25.)
We hebben geleerd dat de Heer veel beter weet dan wij, hoe Hij zijn kinderen kan vergaderen. Als we verenigd in geloof handelen, zal de Heilige Geest ons inspireren en leiden, maar vaak op een andere manier dan we verwachten.
Toen we in het voorjaar van 2020 door COVID-19 werden getroffen, wisten we niet goed hoe we het werk moesten voortzetten. De Afrikaanse vluchtelingen zijn bijzonder sociale en hartelijke mensen, dus het was moeilijk voor ze om van andere mensen afstand te houden. Er konden geen grote groepsbijeenkomsten bij leden of hun Afrikaanse vrienden thuis worden gehouden. In mei 2020 vastte en bad de wijk dat onze hemelse Vader onze Afrikaanse vrienden zowel stoffelijk als geestelijk zou zegenen en hen zou helpen om tot Christus te komen.
Zoals in de hele kerk gebruikelijk was, schakelden onze zendelingen over op online lesgeven. Ze begonnen een pagina over de kerk op Facebook in het Swahili.
Onze toenmalige wijkzendingsleider, Brian McCann, zei: ‘Toen we aan het vasten waren en de Heer vroegen om het zendingswerk in het Swahili te zegenen, dachten we dat het om het zendingswerk in het Swahili in Spokane ging. Maar de Heer heeft ons in de tijd van COVID-19 echt laten zien hoe we de technologie kunnen gebruiken. Plotseling zeiden de zendelingen: “We onderwijzen iemand in Noorwegen, iemand in Oeganda en iemand in Kenia.”’
Sifa, een Afrikaanse vluchtelinge in Noorwegen, vond de pagina op Facebook en begon de lessen te volgen. De lessen vonden voor de zendelingen in Spokane erg vroeg in de ochtend plaats. Sifa nam contact met de zendelingen in haar woonplaats op en kwam, samen met de hulp van de zendelingen in Spokane, meer over het herstelde evangelie te weten. Zij en haar zoon lieten zich in december 2020 in Noorwegen dopen. Sifa kende mensen in Oeganda, omdat ze daar eerst naartoe was gevlucht. Al gauw gaven we twintig mensen in een Oegandese vluchtelingenopvang les.
Vriendschap en anderen verwelkomen
Een van onze vorige wijkzendingsleiders bedacht een motto dat diep in de genen van onze wijkleden zit: ‘Wij zijn de vriendelijkste mensen in de kerk.’
In 2019 hielden we een Afrikaanse cultuuravond om meer over onze Afrikaanse vrienden en hun interesses te weten te komen. Kimberly McCann zei: ‘Wij zorgden voor gebraden kip, en zij brachten eten uit hun cultuur mee. Ze zongen en dansten. Het was echt heel leuk.’
Brian McCann zei: ‘Ik denk dat iedereen die tijd met onze Afrikaanse vrienden heeft doorgebracht, beseft hoe lief en vriendelijk ze zijn. En daar wil je gewoon bij zijn. We lopen maanden, jaren geweldige vriendschap en kameraadschap mis als we wachten tot ze zich laten dopen. We willen nu deel van hun leven uitmaken. We kunnen zoveel over christelijke eigenschappen van hen leren.’
Misschien is het vooral belangrijk dat mensen het gevoel krijgen dat ze in onze kerkgemeente een familie hebben gevonden. Verschillende wijkleden begonnen Swahili te leren om meer contact met onze Afrikaanse vrienden te krijgen. De leden en onze Afrikaanse vrienden begonnen elkaar thuis uit te nodigen. Dat was heel belangrijk voor veel vluchtelingen die hun familie hadden achtergelaten of in oorlogssituaties familieleden waren kwijtgeraakt.
Nshimiyana Adolphe uit de Democratische Republiek Congo verloor bijvoorbeeld zijn ouders bij gewelddadigheden. Hij was nog maar 6 jaar toen hij wees werd. Twintig jaar later, in augustus 2021, kwam hij als vluchteling in Spokane aan. Toen hij als nieuw lid bij kerkleden thuis kerst kwam vieren, zei hij: ‘Dit is de eerste keer in mijn leven dat ik het gevoel heb dat ik bij een gezin hoor.’
Moses Lwakihugo, uit de Democratische Republiek Congo, verloor in 1997 zijn vader in de oorlog. Moses woonde ruim tien jaar in vluchtelingenkampen. Hij is nu priesterschapsleider in de Swahili-groep in onze wijk. Hij zei: ‘Het viel me op dat de leden van de kerk anders waren. Ze leven echt na wat ze onderwijzen. In andere kerken waar ik naartoe ging, kwam niemand me bezoeken. In deze wijk keken mensen of het goed met me ging en brachten maaltijden als we thuis zieken hadden. Ik heb nog nooit zo veel liefde in een kerk gezien.’
Toen Moses het herstelde evangelie leerde kennen, belde hij zijn schoonbroer Maroyi op om hem over de kerk te vertellen. Maroyi, die in een vluchtelingenopvang in Burundi woont, zei: ‘We hebben deze kerk in Burundi nodig.’ Al gauw begon Moses met de zendelingen per telefoon zijn zus en schoonbroer te onderwijzen. De zus en schoonbroer van Moses lieten zich samen met acht anderen in Burundi dopen, op dezelfde dag dat Moses in Spokane werd gedoopt. De groep in Burundi is zo groot geworden dat ze een ander gebouw nodig hebben, om alle mensen die elke zondag komen een plek te geven.
De hand van de Heer leidt dit werk. Dat is te zien aan de ervaringen van Vumilia Tambwe. Ze was in september 2016 thuis toen er twee zendelingzusters aanklopten. Vumilia was vijf jaar eerder vanuit de Democratische Republiek Congo, via Kenia, naar de Verenigde Staten geëmigreerd. Ze had een vriendelijk gesprek met de zusters, maar was niet geïnteresseerd in hun boodschap.
Later die avond aten de zusters bij een gezin uit de kerk. Dat gezin was onlangs gastgezin voor vluchtelingen geworden. Vanwege het taalverschil konden het vluchtelingengezin en het gastgezin niet met elkaar communiceren. De vluchtelingen had allemaal uitslag over hun hele lichaam, en het gastgezin wist niet hoe ze hen konden helpen. Toen ze de zendelingzusters hierover vertelden, zeiden de zusters dat ze net een vrouw, Vumilia, hadden ontmoet die zowel Swahili als Engels sprak. De zendelingen gingen terug om haar om hulp te vragen. Vumilia kwam erachter dat de reden voor de huiduitslag was dat ze per ongeluk scheercrème als lotion hadden gebruikt.
Het gastgezin en Vumilia raakten goed bevriend. In januari 2017 hielden ze een feestje voor Vumilia, om te vieren dat ze Amerikaans staatsburger was geworden. Vumilia wilde meer over De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen weten door de oprechte vriendschap die ze met leden van de kerk had.
We zagen nog een voorbeeld van de hand van de Heer in dit werk, vlak voor Thanksgiving in 2018. Diann Ross kreeg de ingeving om naar de supermarkt te gaan. Daar zag ze een Afrikaans gezin dat niet wist hoe de geldautomaat werkte. De families Rusimuka en Lwakihugo waren onlangs uit een vluchtelingenkamp in Burundi geëmigreerd. Zuster Ross hielp de gezinnen met hun boodschappen en nodigde ze uit om Thanksgiving bij haar thuis te vieren. De families Ross, Lwakihugo en Rusimuka raakten al snel goed met elkaar bevriend.
Samen aanbidden
Toen de kerkdiensten tijdens de COVID-19-pandemie werden hervat, schreef de wet van de staat Washington voor dat slechts een kwart van de stoelen in het gebouw kon worden bezet. Het gevolg was dat onze wijk vier avondmaalsdiensten hield, zodat alle leden er een konden bijwonen. We besloten een van deze vier avondmaalsdiensten in het Swahili te houden.
In september 2020 werden wij en enkele andere echtparen als servicezendelingen geroepen. We kregen de opdracht om met de Swahili-sprekende Afrikaanse vluchtelingen in Spokane te werken. Het was onze zending om een gevoel van liefde, acceptatie en vriendschap met Afrikaanse vluchtelingen te bevorderen, en deze vrienden in onze gemeenschap te integreren.
In januari 2021 vormden de ringleiders officieel een Swahili-groep. Hierbij waren drie gedoopte leden en veel anderen aanwezig. De avondmaalsdienst wordt zowel in het Engels als in het Swahili vertaald. We houden gezamenlijke jongeren- en jeugdwerklessen met de wijk waaraan wij zijn gekoppeld. Al deze broeders en zusters, of ze nu uit een vluchtelingenkamp of een ander deel van Afrika komen, hebben zinvolle, belangrijke verhalen te vertellen. De avondmaalsdienst is een waardevolle gelegenheid gebleken om te horen hoe onze Afrikaanse vrienden door hun geloof ongelooflijke moeilijkheden hebben overwonnen. Onze vrienden uit Afrika hebben een rijk erfgoed, en hun liefde voor muziek en zang verrijkt onze avondmaalsdienst.
We hebben geweldige voorbeelden van moed en veerkracht in moeilijke tijden gezien. We hebben vergeving, liefde en genade gezien en staan voortdurend versteld van hun voorbeeld van geloof in Jezus Christus. Veel vluchtelingen uit Afrika overwonnen hun beproevingen met geloofsvertrouwen. Door hun taal te leren en ze te helpen een leven in een nieuw land op te bouwen, vormen er zich oprechte vriendschappen.
Misschien is de grootste les die we hier allemaal uit kunnen leren hoe ver onze familiebanden reiken. Als we werkelijk broeders en zusters van elkaar zijn, zullen mensen die naar onze wijk komen geen ‘vreemdelingen en bijwoners [zijn], maar medeburgers van de heiligen en huisgenoten van God’ (Efeze 2:19).