Liahona
Woorden die ons diep raken
Oktober 2024


‘Woorden die ons diep raken’, Liahona, oktober 2024.

Geloofsportret

Woorden die ons diep raken

Muziek is de rode draad in mijn leven. Van mijn kennismaking met de kerk tot mijn werk, dat heiligen toegang tot de lofzangen in hun eigen taal geeft, is muziek mijn familie enorm tot zegen geweest.

een gezin zingt samen een lofzang

Foto, Christina Smith

Muziek heeft altijd een belangrijk rol in mijn getuigenis gespeeld. De eerste keer dat ik in De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen was, zongen gezinnen samen de lofzang ‘Ik ben een kind van God’ (Lofzangen, nr. 195). Ik dacht: Dit is de hemel, want ze zijn zo blij. Zo zien gelukkige gezinnen eruit.

Het gezin is voor mij het mooiste deel van het evangelie. Als ik bedenk wat er voor mijn eigen familie nodig was om het evangelie te vinden, dan is dat een herinnering dat God voor elke familie een plan heeft.

Van Birma naar India

Mijn moeder komt uit Birma, maar vanwege politieke onrust vluchtte ze met haar ouders en drie zusjes naar India. Ze lieten alles achter. Helaas overleden de ouders van mijn moeder nadat ze in India waren aangekomen. Mijn moeder moest als oudste voor haar drie zusjes zorgen.

De kinderen kwamen in een weeshuis terecht. Toen mijn moeder 18 jaar werd, besloot ze in New Delhi op zoek te gaan naar een betere toekomst voor haarzelf en haar zusjes. Daar maakte ze kennis met Ashima Chaudhuri, directrice van een hogeschool die jongevrouwen helpt. Ashima nam mijn moeder onder haar hoede en werd haar mentor. Toen mijn moeder afgestudeerd was, werd ze Ashima’s assistente. Ze bouwden een hechte vriendschap op.

Ashima had tien broers en zussen. Over de jongste, Reza, werd niet gesproken. Hij was het zwarte schaap van de familie. Reza was lid van de herstelde kerk geworden nadat hij de voltijdzendelingen had ontmoet toen hij in Engeland studeerde. Hij was destijds een islamitisch geleerde, dus toen hij de islam achter zich liet om lid van de kerk te worden, stond de familie in rep en roer.

Reza woonde in Toronto (Canada). Hij droomde dat hij naar India moest gaan en contact met zijn zus Ashima moest opnemen. Vóór zijn reis droomde hij ook over een vrouw die hij nog nooit had ontmoet. Omdat hij haar gezicht in zijn dromen bleef zien, voelde hij des te sterker dat hij naar India moest gaan.

Reza maakte zich echter zorgen omdat zijn familie hem had verstoten. Maar toen hij contact opnam met Ashima in New Delhi, zei ze: ‘Ik mis je. Kom alsjeblieft.’

Mijn moeder was op dat moment niet in New Delhi, dus belde Ashima een van mijn tantes, Assiya, op. ‘Kun je langskomen?’ vroeg ze. ‘Het is beter als er andere mensen bij zijn, zodat we geen ruzie krijgen.’

Tante Assiya ging daarom langs. Toen ze aankwam, herkende Reza haar meteen als de vrouw in zijn dromen. Ze werden al snel verliefd en trouwden. Toen ze naar Toronto verhuisden, begon tante Assiya Reza vragen te stellen over de kerk, waarom hij uit India was vertrokken en waarom hij bereid was om door zijn familie verstoten te worden.

Reza beantwoordde haar vragen en getuigde van het herstelde evangelie. Mijn tante werd kort daarna lid van de kerk.

de auteur met een groep mensen

Van links naar rechts: de moeder van Tahira, San San Nu; haar oom, Reza Shah; haar tante, Assiya Shah; een jonge Tahira; en Ashima Chaudhuri.

‘Ik wil er graag meer over weten’

Mijn moeder en ik woonden destijds in New Delhi. Ik had een goede band met mijn tante, dus toen ik 11 jaar was, bracht ik een zomer bij haar en oom Reza in Toronto door. Toen ik daar was, nodigde mijn tante me uit om naar de kerk te gaan. Tijdens mijn eerste dienst vond ik het prachtig om de gezinnen samen lofzangen te zien zingen. Zoiets had ik nooit eerder gezien.

‘Wat is dit voor plek?’ vroeg ik mijn tante na de dienst. ‘Iedereen is zo blij en vriendelijk. Ik wil er graag meer over weten.’

Twee zendelingzusters kwamen langs om mij de lessen te geven. Ik wist dat ik hierbij wilde horen. Het evangelie maakte me gelukkig en ik wilde lid van de kerk worden. En dat gebeurde ook.

mensen tijdens een doopdienst

Tahira bij haar doop, tante Assiya, oom Reza en zuster Jane Rogers, die Tahira in het evangelie onderwees.

Ik ging als kind naar een internaat en had daarom altijd lang zomervakantie. Mijn moeder werkte en mijn ouders waren gescheiden, dus ik ging elke zomer naar Canada. Ik voelde me helemaal thuis bij mijn oom en tante.

Oom Reza, die oorspronkelijk uit Pakistan kwam, vond het leuk om de lofzangen van de kerk in het Hindi en Urdu te vertalen. In de avondmaalsdienst zongen we vaak zijn vertaalde versie van de lofzangen.

de auteur met haar oom

Oom Reza, hierboven met de auteur, vond het leuk om lofzangen van de kerk in het Hindi en Urdu te vertalen. ‘In de avondmaalsdienst’, zegt Tahira, ‘zongen we vaak zijn vertaalde versies van de lofzangen.’

Uiteindelijk wilde mijn moeder meer weten over de kerk waar haar dochter en zus zich bij hadden aangesloten. Ze sprak met de zendelingen af en liet zich al snel dopen. Mijn moeder en tante zorgde ervoor dat ik elke zomer naar Toronto kon, zodat ik naar de kerk kon gaan en aan kerkactiviteiten kon deelnemen.

Toen het tijd was om een universiteit te kiezen, hielpen mijn oom en tante mij zodat ik een opleiding aan de Brigham Young University kon volgen. Daar leerde ik mijn Argentijnse echtgenoot kennen. Ik denk er vaak over na wat ons gezin verbindt. Dankzij de kerk leerde een jongeman uit Argentinië een jongevrouw uit India kennen met wie hij trouwde.

vrouw aan een bureau kijkt naar een computer

Tahira, muzieksupervisor van het vertaalteam lofzangen van de kerk, zegt: ‘Ik deel het evangelie door middel van de lofzangen.’

Foto, Christina Smith

Erfgoed van kracht en getuigenis

Nu ben ik de muzieksupervisor van het vertaalteam lofzangen. Ik werk aan projecten in zes verschillende talen. Ik ben bezig met de lofzangen te vertalen in het Nepalees en Birmaans, de moedertaal van mijn moeder. Het is leuk en lonend. Ik werk ook aan het Amhaars uit Ethiopië, Twi en Fante uit Ghana en Singalees uit Sri Lanka.

Ik geniet van mijn werk omdat muziek de rode draad in mijn leven is. Muziek was mijn intro tot de kerk. Denk eens aan al die mensen die de lofzangen in hun eigen taal zullen horen en erdoor geraakt worden. Ik deel het evangelie door middel van de lofzangen, en ik zie hoe door mijn werk de beloften in mijn patriarchale zegen in vervulling gaan.

Mijn oom en tante zijn overleden, maar door de lofzangen voel ik hun kracht en getuigenis. Mijn oom gaf graag zijn getuigenis door middel van muziek.

‘Ooit zullen de leden van de kerk deze lofzangen in hun eigen taal horen en zingen’, zei hij. ‘De mensen zullen de woorden van de lofzangen begrijpen en die zullen hen diep raken.’

Ik mag een steentje bijdragen aan dat project. Dat is mijn familie enorm tot zegen geweest.

gezin wandelt

Bij de auteur en haar gezin thuis in Payson (Utah, VS).

Foto, Christina Smith