‘Onze beproevingen werden onze zegeningen’, Liahona, december 2024.
Geloofsportret
Onze beproevingen werden onze zegeningen
Ondanks onze beproevingen in moeilijke tijden in Kenia heeft de Heer ons in overvloedige mate tedere barmhartigheden geschonken.
Het leven kan soms onrustig worden in Nairobi, de hoofdstad van Kenia in Oost-Afrika. Maar als kinderen van een fabrieksmanager uit de middenklasse hadden mijn broer en zusje en ik genoeg te eten en een huis met alles wat we nodig hadden.
De verkiezingen in 2008 verstoorden echter al gauw ons comfortabele leven en stortten het land in chaos. Rebellengroepen zwierven door de straten en plunderden bedrijven. Mijn vader ging met een politie-escorte naar zijn werk.
We verlieten voor onze veiligheid de stad en verhuisden naar een huis dat onze vader 450 km verderop in Busia (Kenia) aan het bouwen was. Maar zelfs daar deden we onze deuren op slot.
De kersttijd van 2009 was zonder twijfel onze moeilijkste tijd ooit. In die periode vreesden we elke dag voor ons leven. Mensen lagen buiten ons huis op de loer, gretig en klaar om te stelen. Een bende kwam eens met kapmessen op ons af. We waren vaak bang om de deur open te doen. Ik ben ervan overtuigd dat de gebeden van mijn gelovige moeder ons hebben beschermd.
Mijn vader had tegen die tijd geen werk meer. We hadden bijna niets meer te eten. Onze kerstmaaltijd dat jaar bestond uit de gekookte blaadjes van bonenplanten die mijn moeder had gezaaid. Ondanks onze ellende hield mijn vader zich sterk, hoewel hij ook veel verdriet had.
We werden overmand door angst en verloren bijna de hoop. Waarom gebeurt dit? vroegen we ons af. Waarom maken we zulke moeilijkheden door nadat we ons net bij De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen hebben aangesloten?
Wonderbaarlijke barmhartigheden
Op een avond bezochten twee seniorzendelingen, die van onze precaire situatie op de hoogte waren, ons om een boodschap van vrede te brengen. We vatten moed toen ze het getuigenis en de belofte van Nephi in 1 Nephi 1:20 voorlazen: ‘De tedere barmhartigheden van de Heer [strekken] zich uit over allen die Hij wegens hun geloof heeft uitverkoren om hen machtig te maken, zelfs tot de macht ter bevrijding toe.’
We geloofden daarin.
De zendelingen maakten ons duidelijk dat de Heer van ons verwachtte dat we ondanks onze moeilijkheden geloof zouden houden. Ik herinner me nog levendig de vrede en troost die me die avond overstelpten. Ik wist, meer dan ooit tevoren, dat de Heer van ons en onze benarde situatie op de hoogte was. Die avond, en in moeilijke tijden daarna, leerde ik dat zijn tedere barmhartigheden wonderbaarlijk zijn.
Toen het tijd was om op zending te gaan, voelde ik het verlangen om de mensen in ons buurland Oeganda met het evangelie tot zegen te zijn, maar ik wilde ook de mensen in Zimbabwe onderwijzen, het land van de zendeling die mij had gedoopt.
Ik bad, maar diep in mijn hart zag ik niet in hoe ik kon dienen in twee landen die ver van elkaar af lagen. Al snel kreeg ik mijn oproep naar Zimbabwe, maar toen ik in het opleidingscentrum voor zendelingen in Johannesburg (Zuid-Afrika) was, liep mijn visum vertraging op. Ik werd naar Oeganda gestuurd, waar ik acht maanden diende voordat mijn visum voor Zimbabwe werd goedgekeurd.
De wegen van de Heer zijn ondoorgrondelijk, dacht ik bij mezelf.
Mijn eerste gebied in Zimbabwe was Chikanga Mutare. Ik wilde dolgraag de familie vinden van de zendeling die me had gedoopt en bestudeerde met mijn collega de werkgebiedmap. Veel achternamen kwamen met die van hem overeen. We baden, deden ons best om er een veelbelovend adres uit te pikken, en gingen op pad.
Bij de eerste deur waar we aanklopten, troffen we de familie van mijn zendeling aan. We waren meteen zo blij! We huilden en omhelsden elkaar als familie. Toen ik door de fotoalbums van het gezin bladerde, vond ik foto’s van mijn familie bij onze doop.
‘We voelden de hemel’
Toen ik na mijn zending naar huis terugkeerde, ontdekte ik dat de omstandigheden van mijn familie er niet beter op waren geworden. Mijn vader was nog steeds werkloos. Twee neven nodigden me uit om bij hen in Kibera te komen wonen, de ruigste buurt van Nairobi. Daar creëerde ik een plek die ik thuis noemde.
Bendes maakten de dienst uit in Kibera, maar ik bleef uit de buurt van gebieden waar veel misdaad was. Ik voelde me als een vis op het droge, maar mijn neven beschermden me en zorgden ervoor dat anderen wisten dat ik gelovig was en gerespecteerd moest worden.
Het voedsel in de sloppenwijken bestond uit water en een chocoladepasta waarvan je een soort donut kon maken. Ik koos ervoor om ’s avonds te eten. Elke ochtend werd ik met honger wakker. In de kerk deed ik mijn best om te glimlachen en blij te zijn, zodat de leden niet zouden merken dat ik honger had.
In die tijd was ik quorumpresident ouderlingen in de gemeente Langata en ging ik wanneer het kon naar school. Op zondagmiddag ging ik met de gemeentepresident op bezoek bij de leden, wetende dat onze witte overhemden ons een makkelijk doelwit voor bendes maakten. Maar we voelden de hemel als we anderen dienden, en mijn neven waakten over ons terwijl we door de stoffige straten liepen.
Beloonde hoop
Het was een moeilijke tijd, maar door gebed voelde ik me gesteund en gaf ik de hoop niet op. Die hoop werd beloond.
Niet lang daarna werd ik uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek. Ik nam het voor die baan op tegen een tiental anderen die beter gekwalificeerd waren en diploma’s en certificaten hadden. Maar ik was op zending geweest, en ik had geloof en vertrouwen dat de Heer me zou zegenen. Ik sprak een gebed uit en trad het beoordelingscomité tegemoet.
Aan het eind van het gesprek flapte ik eruit: ‘Wanneer begin ik?’ Twee weken later was ik een van de twee die werden aangenomen. Ik onderscheidde me al snel als topverkoper, wat deuren opende naar verdere carrièrekansen, waaronder een telefoontje van een algemeen directeur die me vroeg om bij zijn grote bedrijf te komen werken. Ik ben gezegend dat ik nu echtgenoot en vader ben, en als bisschop van de wijk Langata werkzaam mag zijn.
Ik kijk terug op de kersttijd van 2009 en de daaropvolgende moeilijkheden als een gedenkwaardige les – een tijd waarin onze beproevingen onze zegeningen werden en de Heer ons vanwege ons geloof in overvloedige mate tedere barmhartigheden schonk.